Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] Op reis. 1. Wie op des Levens reis wil gaan, Hij steek' zich goed in 't pak; Hij trek' zijn knapste kleertjes aan, En laat' zijn hoedje losjes staan, Opdat hij 't afneem' met gemak... En laat hij dàn maar gaan! 2. Geen handschoen draag' de flinke kwant, Maar late aan ieder zien, Dat hij, bij oordeel en verstand, Goed hart heeft - doch ook sterke hand, En graag wil wèrken bij de liên.... En ga dan maar door 't land! 3. Maar altijd blijv' zijn beste tooi, Een vroom en blij gemoed: - Of hem de zomer bloemen strooi', De winter hem met hagel gooi', Hij vinde 't alles mooi en goed; Hij vinde 't alles mooi! [pagina 145] [p. 145] 4. Wie op des Levens reis wil gaan, Steek' zóo zich dus in 't pak! En grijpt hij de'Arbeid handig aan, En draagt hij, op der Wijsheid baan, Een cent Beleefdheid in zijn zak... Dan kan hij veilig gaan! Vorige Volgende