Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XCIII. De ergste ziekte. Er kan geen erger ziekte wezen, (Hetzij van ligchaam of van geest) Dan die, waarbij men 't stèrven vreest Maar niets wil nemen tot genézen. Vorige Volgende