Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXXIX. Omhoog. Een hangend hoofd, een neêrgeslagen oog... Wie of 't als vroomheidsblijk beschouwen moog,' Ik niet: - De Vrome heft den blik omhóóg! Vorige Volgende