Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXXIV. Blind-gestaard. Al zijn uw oogen nog zoo goed, Toch kunt gij in de Zon niet kijken, Zoo niet een wolkje er langs komt strijken: Denk - dat een wolkje óók tempren moet Den glans van heil en overvloed. Vorige Volgende