Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXII. Balk en splinter. Een heilge mond verkondde 't, lang verleên: - Maar ach! trots Zijn vermaning en gebeên, Blijft nog de splinter groot - en blijft de balk nog kleen! Vorige Volgende