Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende VI. Gistren: morgen. Morgen: woord, zoo ligt in 't spreken! Dikwijls valt gij 'Heden’ zwaar, Gistren: als ge zijt verstreken, Wenscht men vaak of 't 'Heden’ waar'; IJdel hopen, ijdel zorgen, Zijt ge niet der Tragen plaag? Gistren vreezen wij, noch Morgen, Als wij 't regte doen: 'van Daag!’' Vorige Volgende