Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Haringvisschen. Haring! Hollands Zeebanket, Vroeger kwam je in gróöter hoopen: 't Schijnt, het t dat is verloopen, Zijn de bakens wel verzet? Och ik vrees, de jonge Maats Visschen nog op de oude plaats! Vroeger wist een ligt matroos Wáár men reven moest en peilen, Wáár men 'alles vol’ kon zeilen, Wáár men veilig ruimte koos; Wáár men, met één enklen slag, Halve lading vangen zag. 'k Bid-je, Mannen aan het roer, ('t Geldt de welvaart van den Lande!) Stuur toch niet, met schâ en schande, Als je nooit ten haring voer: - Wilt gij glorie en profijt, Zorg', dat ge bevaren zijt! Vorige Volgende