Al de volksdichten. Deel 1
(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij
[pagina 52]
| |
't Lied van de jongens van Mettray.Ga naar voetnoot*1.
Of je moedig wordt, of laf,
Arm of rijk - en slecht of braaf,
Kind van God - of Duivels slaaf...
Hangt méést van uw Jonkheid af:
Als de Jongen, is de Man...
Hou je goed dan - wat je kan!
refrein.
Ieder jongen moet het doen;
Of hij 't vroeger ook niet deê,
Maar het méést - voor zijn fatsoen,
Ieder Jongen van Mettray!
Dáárom klink' het, wáár je gaat,
Bij het leger of op zee
Op den akker of op straat...
'Hou' je goed, Jongens van Mettray!’
2.
Wie niet leert, die weet ook niet;
Wie niet spaart, raakt àlles kwijt;
Tijd is geld - en geld is tijd;
| |
[pagina 53]
| |
Werk-je niet, dan eetje niet!
't Lijkt eenvoudig: is 't niet waar?
Doch, ik bidje, onthoû het maar!
refrein.
Ieder Jongen moet het doen, enz.
3.
Weetje, hoe in vroeger tijd
Heette Oud-Hollands aard en bloed?
'Vrank en Vrij en Vroom en Vroed!’
Wordt dàt - zoo ge 't nog niet zijt!
Doe 't: want in der Jonkheid hand
Ligt de Toekomst van ons Land!
refrein.
Ieder Jongen moet het doen, enz.
4.
God Almagtig, leen Uw gunst
Aan de Nederlandsche Jeugd!
Zegen alle trouw en deugd,
Allen arbeid, vlijt en kunst;
Daaglijks bidde U ons gemoed:
Maak ons goed - o! maak ons goed...
refrein.
Ieder doe het, dag en nacht,
Of hij 't vroeger ook niet deê;
Maar het zekerst zij 't verwacht
| |
[pagina 54]
| |
Van de Jongens van Mettray! -
Wat ons pad zij, wat ons lot
Levensbl, of stervensreê....
't Klink', als dank aan 't Land en God:
'Hoû je goed, Jongens van Mettray.’
|
|