Goedtkeuring.
DE Ondergeschreven Visitatoren van de Classis van Maastricht en Landen van Overmaze &c. hebbende volgens Kerken-Ordre en speciale last van de Classis voorn. gesien en gelesen het Geschrift door de Hr. MENSO HEYDENRYCK Predikant te Maastricht (geintituleert de Canonizatieder Heyligen, en de Excanonizatie van Paus Pius de V., nevens een Verdediging van de belasterde Waldensen, met den aankleven van dien &c.) verklaren het selve en de daar in gestelde Leerstukken over een te stemmen met de na Godts Woordt hervormde Belijdeniss der Nederlandtsche Kercken; weshalven het selve volgens Kercken-Ordre het licht mach sien.
Daar en boven komen hen daar in sulke stukken van geleertheyt en een moejelijcke lesing en herlesing voor, die machtigh souden zijn, om een Man in sijn frissche Jeugt en kracht af te sloven: Daar in worden de schandelijke lasteringen en doolingen der Roomsche Kerke en hunne Leeraars op 't naakste ten toon gestelt en t'effens de Belijdeniss der Waarheyt veelsins bevestigt; oock den Laster in veele opsigten, in 't bysonder den Waldensen aangewreeven, afgewischt; mede veele van de gront-zuylen van 't Roomsche gebouw om verr' gerukt.
So dat dit Geschrift onder Godts genadige bestiering geschikt is, om Lesers van de dwaal-Kerk tot stilstant en opmerking te brengen; om hen te doen gewaar worden, hoe droevigh en snoodt sy misleydt worden, om door betere wegen en op sekerder gronden, als door der ydel Gecanonizeerde Heyligen, en redenlose Godsdienstigheden, hunner zielen saligheyt te soeken.
Voorts waardigh, dat het onder het Oogh so van Geletterde als Ongeletterde kome, die beyde uyt 'et selve vrucht en voordeel konnen halen. Wenschende dat sulks tot eere van Godt, en saligheyt van onsterfbare zielen mach aan 't licht gebracht, gelesen en ondersocht worden.
A. Lach Eccl. Mosâ Traj. Cl. h. t. Visitator.
Wilh. Apkenius Eccl. tot Meerssen en Schimmert Cl. h. t. Inspector.
Nic. Guischart Eccl. in Eupen Cl. h. t. Insp.
Maastricht den 9 Augusti 1713.