Vuur en wind (onder ps. Muus Jacobse)(1946)–K.H. Heeroma– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Bij de restauratie van het oude doopvont te Hoogwoud voor H. Kreb Zo dikwijls als ik dwalend in zon en wind het vergezicht van u, Westfriesland, stralend zag liggen in het zomerlicht, dacht ik: Radbod de heiden, die eenmaal heerste in dit land. doolde ook zo langs de weiden, en dromend aan de waterkant heeft hij zijn hart verloren zo diep aan dit aards koninkrijk, dat hij niet wou herboren zijn tot het hemels rijk... Hij heeft het wel geweten - het doopvont stond ook hem bereid -, de kleine stap gemeten die leidt van tijd naar eeuwigheid, maar hij kon niet verliezen dit aards bezit voor eeuwige winst, hij heeft niet kunnen kiezen het meeste boven 't minst... Land van Radbod de heiden, groen erfdeel van mijn voorgeslacht, gij kunt als hij niet scheiden van al uw licht en aardse pracht: Al strekt nog het verlangen van uwe torens hemelwaarts, ik weet: uw daagse gangen werden uit de aarde aards. [pagina 25] [p. 25] Verscholen in uw dorpen tussen het dichte bomengroen der graven, als verworpen bouwsels van oud fatsoen, zo staan in 't rond uw kerken - leeg graf, maar door niet één verstaan-, gedoemd als al uw werken aards uit de aarde te vergaan... Maar gij zult het weer weten: het doopvont staat ook u bereid! Hoe lang het lag vergeten, het wijst nog naar de eeuwigheid! Volk dat ik blijf behoren, grond die mijn voedster zijt geweest, word nu opnieuw geboren uit water en uit geest! Wie ingaat tot dit water, gaat in tot Die het water schiep: de liefde van de Vader is als het water diep. Wie ingaat tot dit water, gaat met Die inging tot het vlees, de Zoon van de genade die uit de dood herrees. Wie ingaat tot dit water, ontvangt Die op het water zweeft, Die is uit Zoon en Vader, de Geest die eeuwig leeft. [pagina 26] [p. 26] En opstaand uit het water vergeet hij 't land dat hij verliet, omdat hij land en water met nieuwgeboren ogen ziet. Het wordt hem goedertieren en als een paradijs zo wijd, want er zijn vier rivieren ontsprongen aan de eeuwigheid: de vier Evangelisten die uitgaan oost, west, zuid en noord te dopen tot een Christen met het doopwater van hun woord. Kom tot dit zacht geklater: het doopvont staat weer opgericht! Zie, met Zijn levend water heeft God iets groots verricht! Vorige Volgende