Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
[pagina 19]
| |
IVde lied.
| |
[pagina 20]
| |
2[regelnummer]
Wij buigen ons voor uwen troon,
En smeeken, met uw' lieven Zoon,
Dat steeds uw' wil, zoo hoog in waarde,
Geschied' in hemel en op aarde;
Buig, Vader! hiertoe ons gemoed,
Al treft ons bange tegenspoed.
3[regelnummer]
Doe ons, met eerbied en ontzag,
Uw' wil betrachten dag aan dag,
Om, met de reine hemellingen,
In al ons werk uw' lof te zingen;
En waar uw wil ons veel gebiedt,
Niet rusten voor die is geschied.
4[regelnummer]
Treft ons soms bange tegenheên,
Het denkbeeld aan uw' wil alleen,
Zal ons dan troost en moed doen vinden,
Ons meer aan uwen dienst verbinden.
| |
[pagina 21]
| |
Och! geef ons, Vader! zulk bestaan,
Om aan uw' hand geleid te gaan.
5[regelnummer]
Uw wil geschied', in nood, of smart;
Doorstroomt die beê geheel ons hart,
Dan zullen wij nooit tegenstreven,
Maar U in alles d'eere geven;
Daar G'in uw' wil ons hebt bereid,
De kweeking onzer zaligheid.
6[regelnummer]
Ons leven zij dan lang of kort,
De tijd, die afgewisseld wordt,
Hebt Gij, naar uwen wil, berekend,
Al d'oogenblikken afgeteekend,
Voor ons bestaan; och! geef ons Heer!
Daarin te rusten, U ter eer!
7[regelnummer]
Maar, Vader! ach! wie toch zijn wij,
Weerstrevers uwer heerschappij,
| |
[pagina 22]
| |
Die immer uwe daên bedillen.
Och! zie ons aan in 't heilig willen
Van uwen Zoon, die 't lijdens pad,
Naar uwen wil, volmaakt betrad.
8[regelnummer]
Geef dat wij, door 't geloof in Hem,
Steeds hooren naar uw' liefdestem,
Hoe moeilijk ons uw' wil moog schijnen;
Dan zullen uit ons hart verdwijnen,
De neev'len der bekommering,
Bij elke standsverwisseling!
|
|