Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
[pagina 9]
| |
IIde lied.
| |
[pagina 10]
| |
2[regelnummer]
O, uw naam, zoo hoog in waarde,
Hier op aarde
Vaak misbruikt, in ons gedrag,
Moest ons steeds tot ootmoed wekken,
Ons doen strekken
Tot uw' eer, met diep ontzag;
Ja in al uw werken, Heer!
Praalt uw' naam, met godlijk' eer.
3[regelnummer]
Geef dat w' U, als kindren, lieven,
Nimmer grieven,
Vader! die zoo heilig zijt,
Dat G'ons hebt uw' Naam gegeven,
Om te leven
Heilig, voor U t'allen tijd!
Dat uw naam, door ons geroemd,
Nooit tot misbruik word' genoemd.
| |
[pagina 11]
| |
4[regelnummer]
Leer ons dezen pligt betrachten,
Dat w'ons wachten
Voor onteering van uw' Naam;
Geef dat ieder, in zijn' wandel,
In zijn' handel,
Zich uw heilig' eer nooit schaam;
En met moed elks misdrijf fnuikt,
Die uw' heilgen naam misbruikt.
5[regelnummer]
Heilig God! bij al ons pogen,
Slaan w'onz' oogen,
Diep verslagen, voor ons neêr;
Schaamrood moeten wij belijden,
Niet te strijden,
Naar uw doel, uw' Naam ter eer!
Zoo G'in 't regt met ons woudt gaan,
Niemand onzer kon bestaan!
| |
[pagina 12]
| |
6[regelnummer]
Neen Gij wilt, o liefdrijk Vader!
Dat elk nader'
Voor den troon van uw' genaê;
Jezus heeft uw' Naam geheiligd,
Ons beveiligd,
Door zijn' dood, op Golgotha;
Reinig, Vader! in dat bloed,
Ons nog steeds bevlekt gemoed!
|
|