Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 39]
| |
[pagina 41]
| |
VIIIste lied.
| |
[pagina 42]
| |
3[regelnummer]
Gelijk een'roos met doornen is omzet,
Is d'aardsche vreugd, hoe schoon die ook moog' schijnen,
Omringd door smart, en moet weldra verdwijnen,
Daar men op 't doel van zijn' bestemming let.
4[regelnummer]
O mensch! gevoel, hier op uw levenspad,
Waartoe u God het aanzijn heeft gegeven;
Waartoe een' ziel, die haakt naar 't eeuwig leven,
Zoo gij niets meer dan d'aard' ter woonsteê hadt.
5[regelnummer]
Verspil geen' tijd, zoo kost'lijk in Gods oog;
Uw leven moog' een' reeks van jaren duren;
Maar, ach! hoe ras verliepen dagen, uren,
Waarvan 't genot in d'eeuwigheid vervloog!
6[regelnummer]
God wil uw God, wilt gij zijn kind niet zijn?
Hij bragt u hier, bestemd' u voor den Hemel;
Schonk u 't genot van 't ondermaansch gewemel,
Maar niet om 't goud te wiss'len voor den schijn.
| |
[pagina 43]
| |
7[regelnummer]
De wereld lokt, en, ach! het hart bedriegt;
De zonde wijst ons dikwijls rozenpaden,
Die, bij 't betreên, ons met haar doornen schaden,
Terwijl de tijd des levens henen vliegt.
8[regelnummer]
Dit rust'loos pad baart moeite, zorg en strijd:
Wij zijn bestemd om jezus na te streven;
Elk tijdstip toch, zoo dierbaar voor ons leven,
Kan 't laatste zijn, hoe ras het ons ontglijd'!
9[regelnummer]
O Heiland! Gij, die op dit levenspad,
Met ramp en leed, maar zegenend verkeerdet;
Den mensch het doel van zijn' bestemming leerdet;
Geleid ons toch langs 't spoor dat Gij betradt.
10[regelnummer]
Ontboei ons hart, dat zich gekluisterd voelt
Aan 't schijngenot, door zoo veel troetelzonden;
Dan zal geen worm der smart de ziel doorwonden,
Die in 't genot van aardschen wellust woelt.
| |
[pagina 44]
| |
11[regelnummer]
Dat ons uw Geest verzelle, waar wij gaan;
Dan zullen wij gestaâg, met vaste schreden,
Naar 't heilig doel, den hemelweg betreden,
En, naar uw woord, uw' lessen gadeslaan.
12[regelnummer]
Dan zullen wij, hoe ook ons pad hier loop',
Door zandwoestijn en duizend wildernissen,
't Bestemde doel voor onze ziel niet missen,
Wat uur of tijd de dood ons ligchaam sloop'!
|
|