Verzamelde gedichten(1988)–Pé Hawinkels– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bloemen O hoe ontwrichtend als diep in de nacht onder de transparante hemel het sacrale maanlicht met de bloemen danst, - de bloemen beven. De adem, de zachte aanslag van de nachtwind die als schaduw van een dief, velours, fluweel, de tuin doorsluipt, een kat, die hyacinthen, paarse gladiolen nog niet eens hoeft aan te raken om ze, onwillig en onwennig te doen trillen, o hoe oneindig! De bloemen staan, mals, welhaast eetbaar fris, haast dampend met hun zware geuren, zoel tegenover elkaar, rillend om de ander heen te draaien, - zoals mensen, die ademloos hun gebaren de vrije loop laten, gedragen op doodzwarte, hyacinthen ooghoeken, krimpende blik van elkaar, en duizelig dreigen te vallen, verdwijnen. Vorige Volgende