De pothoofdplant(1936)–Jac. van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 75] [p. 75] Geneefse gein (of: hoort een haan 's Zondags bij de hennen te zijn?) Krantenbericht: In sommige dorpen in Zeeland is het verboden, in verband met de Zondagsheiliging, 's Zondags den haan bij de kippen te laten. Zes dagen polygaam; 's Zondags celibatair; 't rijmt moeielijk te zaâm voor onzen Kantekleer. Maar desalniettemin en evenwel nochtans, hij gaat het hokje in en 's Zondags is 't ‘lauw-kans’. Ach, Haantje-van-Calvijn op weeuwenaarse zoden, ook jij moest dupe zijn van 's Heren tien geboden. Doch zeg mij eens in ernst zijn alle Calvinisten zes dagen in de week - als jij - polygamisten? En zeg eens Kantekleer, is ook jouw baas met eren 's Zondags celibatair tot meerder lof des Heren? [pagina 76] [p. 76] Ik ken slechts den roden Haan, dien 'k zet op heil'ge daken; die houdt zich nergens aan en valt niet te genaken. Die heeft meêlij met jou, als hij daar vrij en hoog, j' in 't hokje treuren ziet om 's Heren decaloog. Vorige