Van Odrimond, Millimas en anderen(1941)–Jac. van Hattum, Maurits van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 64] [p. 64] Holland De vreemdeling vraagt: Hoe durf je wonen in een land, dat zo omringd van alle kant door water is: een holle hand? En als het duin eens weg mocht slaan? De dijken naar de kelder gaan? Wat vingen jullie daar dan aan? Kwaadaardig is je zee, en vals. Al zijn je weiden nog zo mals, wat kon je doen? Wat deed je, als...? Het antwoord: Mijnheer, voor ‘als’ zeggen we ‘as’ en as is iets, dat turf eens was; ‘en as...; en as...’ komt nooit van pas. Wij houden onze dijken sterk; wij denken altijd: Bid en werk; en elk hart draagt een watermerk. En als het dan tòch anders wil, dan staan we twee minuten stil, deemoedig, voor een Hoger Wil. Vorige