Van Odrimond, Millimas en anderen(1941)–Jac. van Hattum, Maurits van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Het poppenkamertje van Zus Het poppenkamertje van Zus is wel zó ongelooflijk knus, dat stellig alle mensen geen knusser huisje wensen. Daar hangt - da's voor de poppevrouw - een spiegel boven d' eiken schouw, en op de vloer met krul en ster, ligt zelfs een namaak-Deventer. En rond een poppentafel staan, met zittinkjes van corduaan, zes stoeltjes in rococo-stijl - zelfs Amor mikt er met z'n pijl. - 't Is Zondag en het regent zo; de kamer staat op 't schrijfbureau van Pa; en Zus en Anne-Lies, die spelen met haar thee-servies. De popjes, netjes neergezet, die zitten stijfjes op salet; en d' ene pop zegt ieder keer: ‘Foei, foei; wat is het toch een weer.’ En d' oude, grijze poppe-Ma zegt dan heel plechtigjes: ‘Ja; ja...’ en vraagt: ‘Wenst U misschien nog thee?’ en d' ander zegt dan weer: ‘Nee; nee'’ [pagina 60] [p. 60] Zo spelen Zus en Anne-Lies dol-prettig met haar thee-servies; en nimmer vliegen d' uren zo, als hier, aan Vader's schrijfbureau. Tot Moeder zegt: ‘Uit met de pret; de meiskes moeten nu naar bed’ en als dan opgeborgen wordt, merkt Zus eerst, hoe het buiten stort. Vorige Volgende