Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 26 april 1941- - -Ga naar voetnoot621 Men is hier nu toch wel bezorgd over de situatie en de Regeering probeert ook in het geheel niet den ernst ervan te verbloemen. Wél geeft men heel hoog op van de enorme uitbreiding van de Amerikaansche oorlogsproductie, vooral aan vliegtuigen, tanks en schepen, maar de stakingen in de V.S.A. zijn zéér omvangrijk (600.000 man alléén al in de steenkolenmijnen) en de invloed daarvan begint zich al te doen gevoelen in afhankelijke bedrijven, waarin géén staking is. En met de hulp voor de scheepvaart (convoyeering, requisitie vreemde schepenGa naar voetnoot622) schiet Roosevelt ook niet erg op; hij ként 't Amerikaansche volk en wil zich door de publieke opinie laten leiden, maar als 't dan maar niet te laat komt. Uiterlijk is men hier over de Amerikaansche hulp erg enthousiast, maar er zijn symptomen, dat men genoeg heeft van woorden en zich ergert over het gemodder in de V.S.A., die dit toch als ook hun oorlog beschouwen. Ik schreef je voor het eerst weer een langen brief via Cook (postbus 506, Lissabon), omdat ik maar niets van je hoor en, naar ik vermoed, jij ook niet van mij. 't Zal wat langer duren dan via 't adres in Zwitserland, maar er is misschien meer kans op succes. |
|