Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 269]
| |
tenlandsche Zaken en Belinfante van Justitie op het Nederlandsche Marine hoofdkwartier (gebouw C & A in Oxford Street) bij Vice-Admiraal Furstner inzake Prijsreglement en andere zaken betreffende het prijsmaken van vijandelijke schepen, kwesties van Economische OorlogvoeringGa naar voetnoot555. De admiraal, die geregeld met Welter overhoop ligt, plaatste eenige volkomen irrelevante insinuaties over den geest van enkele afdeelingen van Koloniën en over separatisme in Indië, alles met een vriendelijk glimlachend gezicht. Ik ben daartegen met volle kracht ingegaan en zeide, dat ik dergelijke opmerkingen niet wenschte te aanvaarden over het Departement, dat ik de eer heb te dienen en dat, als hij zou doorgaan, ik de conferentie zou verlaten. Toen bond hij wel in; het is bekend, dat het hem heel hoog zit, dat hij als Bevelhebber van de Zeestrijdkrachten hier te lande niets te zeggen heeft over de Indische Defensie, met name de Marine. Duitschland heeft al in Belgrado geprotesteerd tegen ‘mishandeling’ van DuitschersGa naar voetnoot556: het bekende recept, waarmede de nazi's hun aanval op een land inzetten en Joego-Slavië heeft nog niet geantwoord op den Duitschen eisch tot verduidelijking van de situatie. Groote vreugde in alle beschaafde en vrije landen over den Duitschen politieken tegenslag: ik denk bij jullie en elders ook wel. Heel lang niets van je gehoord, maar ook anderen krijgen heel weinig nieuws. Ellendig, ik hoop erg gauw wat te hooren. Eerste berichten over een grooten zeeslag in het Oostelijke deel van de Middellandsche Zee. |
|