van deze weinig vorstelijke en weinig Christelijke ontboezeming, blijkt er wel uit, dat Zij slecht wordt voorgelicht. Ook ik ben nu niet zoo zeker, dat Japan niet een leelijke pijp zou rooken als ze in het Oosten begonnen (zij zelf ook niet!), maar dat zij zóó gemakkelijk af te slaan zouden zijn, is belachelijk en het te denken onverantwoordelijk. H.M. zeide bij het afscheid: ‘Tot weerziens in Holland, in Juni’. Zij meent, dat er in Duitschland al bijna revolutie is en rekent vast op een heel spoedige overwinning. 't Is beangstigend, zóó weinig begrip van de realiteit.