Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 15 februari 1941Het contract met het Engelsche Voedselministerie voor de levering door Nederlandsch-Indië van 48.000.000 lbs thee in 1941 is tot stand gekomen. Ik heb daarover maandenlang onderhandeld, maar men wilde onzen prijs niet aanvaarden; tenslotte heeft men ons laatste aanbod van 10d lb geaccepteerd: Batavia was bereid op 8.61d lb afsluiten, dus ik heb voor Indië ± 2¼ millioen gulden extra verdiend op een contract van ƒ. 15.000.000. Bij het onderhoud van Michiels op het Foreign Office gisteren bleek, dat de Engelschen reeds zekere stappen in Washington hadden gedaan; | |
[pagina 258]
| |
onze Gezant drukte zijn teleurstelling er over uit, dat dit zonder overleg met ons was geschied: het verwijt werd aanvaardGa naar voetnoot517. Ik had een nogal gepeperd onderhoud met Welter over den gang van zaken, als hij en Van Kleffens in Indië zijn. Welter gaf half schertsend te kennen, dat hij heusch uit Indië niets meer zou seinen over den toestand in het Verre Oosten en zelf daar wel alles zou afdoen, hetgeen, met het oog op het overleg met Engeland, natuurlijk onmogelijk is. En als dan Gerbrandy ad interim Buitenlandsche Zaken krijgt, dan kunnen er allerlei dwaze dingen met het oog op Japan gebeuren, als men mij als eenige deskundige hier niet inschakelt. Welter hield zich op de vlakte, maar ik zei, dat als het in de practijk slecht zou loopen, ik zeker ontslag zou nemenGa naar voetnoot518. |
|