Woensdag 15 januari 1941
Weer met Indië getelephoneerd; anders altijd op Dinsdag; dat is nu sedert eenige maanden gewoonte geworden; soms spreek ik met Van Mook, anders met Van Hoogstraten, Luytjes of Schimmel. 't Draagt m.i. heel veel bij tot goed begrip over en weer, hetgeen in dezen tijd meer dan ooit noodig is, want de omstandigheden dragen er erg toe bij, dat Indië een heele snelle en eigen ontwikkeling tot groote zelfstandigheid doormaakt en van Nederland afdrijft, al is men er uitermate loyaal voor de nationale zaak en zóó fanatiek-strijdlustig, dat van hieruit wel eens een matigende wenk noodig is. Het plan tot overbrenging van de Regeering naar Indië houdt weer sterk de geesten van de geheele Regeering en hare vertrouwenslieden bezig. Ik verwacht, dat er in den Ministerraad wel een meerderheid voor zal zijn, maar ik vrees, dat H.M. tegen zal blijven, al is dat niet volstrekt zeker; sedert de vorige behandeling in Juli is de luchtoorlog in al zijn verschrikking losgebroken; het einde van den oorlog schijnt nog niet te voorzien en het verlangen naar de hereeniging van haar gezin zal nu wel héél groot zijn.