Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 7 september 1940; 's avonds 9.15 uurVanmorgen geen airraids boven Londen; vanavond des te erger. Welter en ik wilden met eigen oogen eens zien, of de radio- en courantenberichten, dat de schade, door de Duitschers aangericht, gering is, juist zijn. Niemand zal het den Britten euvel duiden, dat zij hun successen in Duitschland overdrijven en de Duitsche resultaten hier verkleinen, doch het is voor ons toch van heel groot belang voor de beoordeeling van den gang van zaken om een idee te hebben, wat de portée is van de stereotiepe phrases: ‘the damage was slight; some fires were started: the enemy were scattered’. Daarom zijn we, toen vanmiddag een luchtalarm werd gegeven om | |
[pagina 115]
| |
± 5 uur met een autobus naar de City gegaan. Naarmate we dichterbij London Bridge kwamen, waren de straten schooner. Bij die brug stapten we uit en waren opeens midden in het vuurgevecht. Op de brug hadden we een schitterend, maar afschuwelijk gezicht op de haven en de dokken. Op de brug, die langgerekt over de rivier welfde, waren wij de eenigen, met een airraid warden; boven onze hoofden cirkelden en gierden de bommenwerpers en de jagers, op een geweldige hoogte, als heele kleine zilveren insecten; aan alle kanten ontploften witte en zwarte wolkjes: granaten. Telkens zware slagen en dan weer een langgerekte fluittoon: whistling bombs. De rivier af één groote hoogopstijgende rookbank, wervelend en kronkelend, met daarachter een enorme doffe vuurgloed, dreigend en grimmig. Eén van de meest imposante schouwspelen, welke ik ooit heb gezien, zooals wanneer men over de rand van den BromoGa naar voetnoot212 in de krater omlaag tuurt, maar dit was veel uitgestrekter; wij schatten de rookzee op zeker 8 tot 10 kilometer lengte. Wij wandelden door de leege straten naar de dokken. Van overal stroomden de wagens van de brandweer toe, rinkelend en bulderend, de branden tegemoet. We kwamen langs den Tower tot dicht bij de grens van de brandende zône en konden toen niet verder: schildwachten in gaspakken hielden ons tegen. Hier en daar stonden kleine groepjes te kijken, vrij rustig, maar toch bezorgd. We gingen terug en even later juichten de all clear sirenes. Binnen enkele minuten waren de straten weer gevuld met autobussen en taxi's en menschen, door de schuilkelders uitgespuwd. Na het eten klommen wij op het dak boven de achtste verdieping en tuurden in de richting van de City: één machtige vuurzee verlichtte de donkeren hemel, waartegen de St. Paul's Kathedraal als een kleine, scherpe silhouet afstak: een gezicht om nooit te vergeten, maar beangstigend in hooge mate: is dit nog slechts het begin? En is dit nu zoo overal in Engeland en Duitschland? En moet deze afschuwelijke vernietiging over en weer doorgaan? Beneden verkondigde de radio het nieuws: ‘aanvallen op Duitschland; afgeslagen aanvallen op Londen en elders: ‘some fires were started; damage was done to industrial buildings; 20 enemy aircraft down; not many casualties; some enemy planes got through and did some damage in the dockyards’. Ja, how much damage? - - -Ga naar voetnoot213 |
|