Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 5 september 1940Wij krijgen nu drie tot vijf luchtraids per dag bij en boven Londen. Wij gaan nog altijd niet naar den schuilkelder, maar ik vrees, dat het spoedig onvermijdelijk wordt: ook in Londen zijn nu vrij wat bommen ingeslagen en menschen gedood. Volgens de Engelsche berichten is de schade bijna altijd gering, maar dát gelooft men wel niet meer. Soms zijn de berichten op het belachelijke af: het is uitgesloten, dat die honderden bommenwerpers per dag zóó weinig schade aanrichten. - - - Gisteravond heeft Hitler weer gesproken over de aanstaande Winterhilfe in DuitschlandGa naar voetnoot209; ik heb zijn rede niet beluisterd: dat kan ik | |
[pagina 113]
| |
nog steeds niet. Maar klaarblijkelijk sprak er groote teleurstelling en woede uit. Hij zal er nu wel alles opzetten een beslissing te forceeren vóór den winter en trachten de Britten tot onderhandelen te nopen. Veel lust heeft men er hier overigens niet in; dat kan twee oorzaken hebben: hetzij, dat men werkelijk den winteroorlog en de blokkade wil, hetgeen ik nog niet geloof en zeker niet hoop, hetzij, dat men verwacht, dat over een maand of twee Duitschland veel plooibaarder zal zijn, naarmate de winter dichter nabij is. Vaststaat, dat althans de publieke opinie momenteel optimistisch is, al houden de airraids alle geesten voortdurend bezig en al zijn heel veel menschen eigenlijk wel erg nerveus. Ik moet erkennen, dat het er veel van heeft, dat inderdaad Engeland bezig is zich te herstellen; als men het idée fixe van een ‘ultimate victory’ en een wegjagen van het Duitsche régime nu maar uit het hoofd wilde zetten; een resultaat, dat toch, hoe aantrekkelijk ook, naar menschelijke berekening in dezen oorlog niet bereikbaar is. Men moet m.i. op alle wijzen zijn positie zóó versterken, dat een zeer gunstige vrede nog bereikbaar is en dát acht ik thans allerminst uitgesloten. Ik geloof, dat ook Duitschland het momenteel zwaar te verantwoorden heeft en het moet bijvoorbeeld in Berlijn groote indruk maken, dat Britsche vliegers elken nacht aanvallen op de stad doen, hetgeen volgens Goering nooit mogelijk zou zijn geweest. Dat is toch zeker de zwakte van een dictatuur, dat zij veel minder dan een democratie échecs kan verdragen of twijfel aan haar onfeilbaarheid kan gedoogen. Maar wij weten beangstigend weinig af van den werkelijken toestand in Duitschland of zelfs in eenig land van het continent. Heel veel aandacht heeft momenteel de transactie tusschen de Vereenigde Staten en Engeland, waarbij Engeland 50 oude destroyers krijgt tegen afstand van een aantal vlootbases in Noord- en Midden-Amerika; misschien een verstandige, ja noodzakelijke daad, maar buitengewoon beschamend voor het prestige van het trotsche Albion; en welk een prijsGa naar voetnoot210! Lang nadat de afgedankte destroyers definitief naar de slooper zullen zijn gebracht, zullen de Britten zich moeten herinneren hoe Shylock-Amerika zijn pond vleesch geeischt en gekregen heeft. Voor ons is deze transactie ook hoogst bedenkelijk, want hoe staan wij tegenover Japan als het in ons Indië ook dergelijke eischen gaat | |
[pagina 114]
| |
stellen? En hoe zal Amerika ons dan kunnen helpen met diplomatieke pressie? De 50 destroyers zijn vermoedelijk voor Engeland buitengemeen nuttig en noodig, maar het bonne mine à mauvais jeu maken ligt er wel erg dik op. Hedenochtend naar de Citizen's Advice Bureau geweest, waar ik op een Roode Kruis formulier een antwoord aan jou zond: het mocht maar twintig woorden lang zijn. Ik moest dus erg bekorten en schreef als volgt: ‘Dolblij bericht 27 Juni. Gezond, opgewekt overtuiging spoedig weerzien vertrouwen steun jongens en hartelijkheid Bräggers. Alles liefs. God behoede jullie’. |
|