Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
der eenig overleg met de Britsche en Fransche commando's, die in een uiterst hachelijke positie zijn geraakt. De ontsteltenis en verontwaardiging in Engeland, doch vooral in Frankrijk zijn zéér grootGa naar voetnoot34. Wij Hollanders zijn minder fel in ons oordeel, althans voorloopig; als men leest van de ontzettende tafereelen van de door de Duitschers opgejaagde vluchtelingen; tienduizenden, ja honderdduizenden die door de Duitschers in het geallieerde vuur gejaagd worden, vrouwen en kinderen bestookt door bommenwerpers en machinegeweren uit jagers, door duikvliegtuigen en gemotoriseerde kolonnes, overreden, moedwillig door tanks, alles om verwarring te stichten en 't moreel van de Belgische troepen te vernielen, dan kan men zich indenken, dat de Koning, door zooveel leed gebroken, het niet langer kan aanzien en ineenstort. De geschiedenis zal wel oordeelen en vermoedelijk milder dan het heden. Wel blijkt duidelijk, hoe bedenkelijk de combinatie van de functie van opperbevelhebber met die van koning is en hoeveel zuiverder de gang van zaken, bij alle ellende, bij ons is geweest, hetgeen in Engeland en Frankrijk duidelijk, feitelijk nu eerst wordt begrepen. En ook is er veel teleurstelling over dit ongeluk van de vorst, die in Nederland zoo gezien was. Ook voor onze Koningin, die op Leopold zoo bijzonder gesteld is, zijn dit wel vreeselijke dagen. |
|