Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
door de ambtenaren voortgezet onder leiding van Waley, met wien Lamping en ik reeds vroeger hadden onderhandeldGa naar voetnoot28. Besloten werd vast, dat de koers van den gulden ten opzichte van het £ zou worden vastgesteld op ƒ 7.60 = £ 1.; dat was de koers van den dag vóór den Duitschen inval en dat leek ons een redelijk uitgangspunt.
Op verzoek van de Foreign Office wees onze Regeering twee ambtenaren aan om mede te werken aan de top-organisatie van de Britsch-Fransche economische samenwerking: de Anglo French Coordinating Committee, die tot taak had alle kwesties die tusschen Britsche en Fransche instanties, maar ook tusschen departementen onderling mochten rijzen, op te lossen. Die commissie heeft weer een aantal subcommissies voor voedsel, grondstoffen, scheepvaart, economische oorlogvoering, militaire aanschaffing enz. en een filiaal in de Vereenigde Staten. Voor de Centrale Commissie wees de Regeering aan Lamping en mij; in diverse subcommissies hadden wijzelf of andere ambtenaren zitting: ik in die voor Food and die voor Raw Materials. NogGa naar voetnoot29 altijd houden onze Hollandsche strijdkrachten in Zeeland stand onder vice-admiraal van der Stad en op de meest heldhaftige wijze. In deze dagen vond een langzame terugtocht door België plaats, waar, in tegenstelling met in Nederland, wel belangrijke Britsche en Fransche strijdkrachten aanwezig waren. In het midden latende, of de geallieerden Nederland hadden kunnen helpen onder de toen heerschende omstandigheden, kan men vaststellen, dat practisch géén hulp gezonden is en dat onze strijdkrachten practisch geheel op zich zelf waren aangewezen en niettemin de Duitschers viermaal zoo lang hebben opgehouden, als zij, blijkens in onze handen gevallen plannen hadden verwacht. In die dagen begon overigens duidelijk te worden, hoe terecht Paul Reynaud, Van Kleffens en Welter tijdens hun bezoek aan hem te Parijs omstreeks 12 Mei had gezegd, dat het te hulp komen van België, hoezeer politiek begrijpelijk, een groote strategische fout is geweest, inzooverre men zich had begeven buiten de verlengde Maginot-linieGa naar voetnoot30. Op 14 Mei begonnen de Duitschers bij Sedan, de spil waarom de Britsch-Fransche troepen noordwaarts waren gedraaid om de Belgen te hulp te komen, hun doorbraak en daarna ging het voortdurend slechter voor de geallieerden: op 20 Mei werd Gamelin vervangen door Weygand en plotseling bleek, dat eerstgenoemde veldheer, die tot toen | |
[pagina 18]
| |
hemelhoog was geprezen feitelijk ongeschikt was en met hem een twaalftal andere generaalsGa naar voetnoot31. Het is de tijd niet om de waarheid van alle beschuldigingen te beoordeelen, maar wel weet ik, dat wij de situatie somber begonnen in te zien, vooral Welter, die steeds als een Cassandra sombere voorspellingen doet, die helaas telkens uitkomen. 's Avonds bespreken we de situatie in de lounge van Grosvenor House; eenige ministers - meestal Welter, Dyxhoorn en Steenberghe - en eenige ambtenaren. Dyxhoorn heeft daarbij het gezag van den Minister van Defensie gekoppeld aan dat van de oud-leerling van de Fransche Ecole Militaire SupérieureGa naar voetnoot32: hij kent al die Fransche generaals - Gamelin, Pétain, Weygand - en heeft in hen en in het Fransche leger groot vertrouwen. Een tijdlang vertrouwen we op hem, maar als elken dag het gat in de Fransche linies grooter wordt en de Duitsche gemotoriseerde colonnes tusschen het leger in België en dat in Frankrijk zitten en Boulogne naderen (23 Mei), begint, tegelijk met ons vertrouwen in Frankrijk, ons vertrouwen in Dyxhoorn's inzicht te tanen. |
|