Het geestelijck bieken, of geestelycke sangh-dichten
(1674)–Herman Harts– Auteursrechtvrij
[pagina 115]
| |
Op de Wyse: l' Aurore sur le point du jour.DOen Magdalena uyt wanhop
Van Lazarus haer bleef verstooren,
De Suster seyde haer in d'ooren:
Den Meester naer u vraeght, staet op.
2[regelnummer]
O Saligh uur! als Jesus roept
Van pyn, van perssinge, van walgingh
Tot troost, tot lavenis, tot salvingh.
VVie dese smaeckt, niet meer en snoept:
3[regelnummer]
Noch voedt eenicherande lust,
Noch voelt van alle dees geschapen
Slecht, en verganckelycke saken:
VVat min als Godt haer niet en blust.
4[regelnummer]
Nu Heere spreckt, u Dienaers hoort:
Spreckt peys, en vrede in myn herte;
Die alle pyn die alle smerte
Doet gaen, en vergaen met een woort.
5[regelnummer]
O! sterck, en Goddelycke Cracht!
O! Godt, myn ziele die moet smelten
Van d'innichlyck', en soet gewelten.
k' En houw, dan tot u, hert, of macht.
6[regelnummer]
Hoe goet, hoe soet is uwe geur!
Hoe liefelyck is uwen Azem!Ga naar margenoot+
U stem is beter als den Balzem:
Ick kose daer geen werelt veur.
| |
[pagina 116]
| |
7[regelnummer]
Als Jesus tegenwoordich is,
En weet ick van geene ellenden.
En wilt dan niet meer van my wenden
O! Jesus al myn heugenis.
|
|