Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal
(1990)–P.J. Harrebomée– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 446]
| |
Lijst van werken over Nederlandsche spreekwoorden, in het spreekwoordenboek gebruiktGa naar voetnoot(*).1. Incipiunt prouerbia seriosa in theutonico prima. deinde in latino sibi inuicem consonantia. iudicio colligentis pulcherrima ac in hominum colloquijs communia. 4o. Aan het einde staat: Finiuntur Prouerbia Communia. Dr. w.h.d. suringar heeft over dit oudste aller werken over Nederlandsche Spreekwoorden eene Verhandeling geschreven, getiteld: Over de proverbia communia, ook proverbia seriosa geheeten, de oudste verzameling van Nederlandsche Spreekwoorden. (Leyden. brill. 1864. 4o.) Deze allerbelangrijkste Verhandeling bespreekt (bl. 77-101) niet minder dan 10 verschillende drukken, waarvan de opgegevene de laatste is, de eerste, dien ik leerde kennen; en welks spreekwoorden onder den naam Prov. seriosa zijn aangewezen. De verzameling bevindt zich in de Kon. Bibl. te 's Hage, waaruit ik haar bekwam. Later leerde ik een anderen druk kennen, den tweeden in de rij, door hoffmann von fallersleben in zijn Horae Belgicae, pars nona, uitgegeven onder den titel van Altniederländische Sprichwörter nach der ältesten Sammlung. (Hannover. rümpler. 1854. 8o). Alleen waar verandering of bijvoeging met den vorengenoemden druk bestaat, heb ik dat aangewezen, door achter den naam Hoffmann het cijfer van het spreekwoord te voegen (hoffmann heeft de spreekwoorden genommerd). Een derde exemplaar, den 9en. druk bij suringar, bekwam ik uit de Haarlemsche Bibl. Als titel (dien men vroeger voor de werken niet schreef, en die bij de vorengenoemde drukken alzoo ook gemist wordt - de opgave bevat alleen eene aanprijzing van het werk, zooals toen veelal gebruikelijk was) vindt men hier: Ista sunt prouerbia communia, versierd met eene houtsneêplaat, voorstellende jezus op zijn twaalfde jaar, waar Hij zich onder de wetgeleerden bevindt. Beide èn opschrift èn figuur zijn, ieder afzonderlijk, uitgeknipt, en op een blad, niet tot het boek behoorende, opgeplakt, doch te rechter plaatse ingelascht, zooals blijken kan uit vergelijking met het exemplaar van Dr. halbertsma. Achter het boek staat, op een afzonderlijk blad, met groote letteren: Delf in hollandia, boven het wapen van Delft, mede in houtsnede. In den Catalogus der Haarl. Bibl. vindt men de volgende omschrijving van dit exemplaar: ‘Libellus constat 24 foliis s. 48 paginis impressis cum textu et 2 figuris xylographicis, illâ, de quâ jam dictum est, tituli loco, alterâ ultimo opusculi folio, insignia exhibente urbis Delphensis cum emblemate typographei henrici eckert van homberch, a quo itaque librum typis expressum esse, dubitari nequit, quippe qui primum varia, 7 saltem cognita, scripta Antverpiae edidit, dein autem, seculo XVo. ad finem vergente, Delphos migravit, ibique suum exercitium typographicum continuavit, ut ex libris, ao. 1498 et 1499 illic ab illo editis, patet; quare et huic libello | |
[pagina 447]
| |
idem circiter impressionis tempus adsignandum videtur. Egit de hoc opusculo du puy de montbrun, Recherches Bibliographiques sur quelques impressions Neerlandaises du XVme. et du XVIme. siècle. p. 71-74, koning in Cat. II. p. 14, no. 49.’ Het verschil met de beide genoemde drukken is alleen aangewezen, en wel onder den naam Delf. Naar suringar's Verhandeling verwijzende, neem ik er alleen eene korte aanwijzing der 10 drukken uit over. 1e. druk. Daventriae, ap. richard. paffraet, cc. a. 1480, aanwezig in de Kon. Bibl. te Brussel; beschreven door Baron de reiffenberg in de Bulletins de l'Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, T. VI. 1re. Partie (1839) p. 125. 2e. druk. Daventriae, aut ap. richard. paffraet aut ap. jacob. van breda, cc. a. 1483-1486, aanwezig in de Bibl. van het Kath. Gymnasium te Keulen, en insgelijks in de Bibl. van het Athenaeum te Deventer. Eerstgenoemd exemplaar is door hoffmann von fallersleben in herdruk gegeven, met afwijkingen van het origineel, voor een gedeelte slechts aangewezen in de Lesarten des Niederländischen druckes. ‘Gedeeltelijk zullen deze wel als verbeteringen mogen beschouwd worden,’ zegt suringar, ‘voor zoo verre zij zich bepalen tot het verwijderen van drukfouten, het gebruik van kapitale beginletters bij eigennamen, het plaatsen van leesteekens ter bevordering van de duidelijkheid en eindelijk het vasthouden van eene gelijkmatige orthographie, waar de grondeditie zich soms niet gelijk gebleven was; doch voor het grootste gedeelte moeten die veranderingen worden afgekeurd, omdat zij berusten op een systeem van orthographie, dat het voor deze editie aangenomen provinciaal dialect verdringt en onkenbaar maakt.’ Die oordeelvelling verwondert mij zeer, niet omdat ze gemaakt wordt, maar omdat ze gemaakt kan worden. Maar mijne verbaasdheid stijgt ten top bij eene uitspraak als deze: ‘Uit eene volledige opgaaf van de in dezen herdruk aangebragte veranderingen zou dadelijk blijken, dat bijna geen enkele regel onaangeroerd gebleven is.’ Zulk eene handeling van hoffmann is mij volstrekt onbegrijpelijk! 3e. druk. Daventriae, fortasse ap. richard. paffraet, cc. a. 1485, eigendom van Prof. c.p. serrure te Gent, en insgelijks aanwezig in de Stads-Bibl. te Lubeck. 4e. druk. In Buscoducis, ap. Gher. leempt de novimagio, a. 1487, aanwezig in de Bibl. van het Museum Meermanno-Westreenianum te's Hage, en insgelijks in het Britsch Museum te Londen; vermeld in den Catalogus librorum seculo XVo. impressorum, quotquot in Bibliotheca regia Hagana asservantur ed. j.g. holtrop, P. 1. p. 252, no. 643, insgelijks bij panzer in de Annales Typographici ab artis inventae origine ad annum MD. T. IV. p. 267, gelijkmede bij hain in het Repertorium Bibliographicum, Vol. II. P. 2. p. 163, no. 13430. 5e. druk. Daventriae, ap. richard. paffraet, cc. a. 1490, eigendom van den Kreisgerichtsdirector a.m. ottow te Landeshut in Schlesien; aangekondigd door den Leipziger Antiquar f.a. brockhaus in zijn Antiquarischer Anzeiger IV. 1860, no. 871. 6e. druk. Coloniae, ap. henr. quentell, cc. a. 1490, aanwezig in de KK. Universiteits-Bibl. te Praag, onder no. XLIII, G. 65; vermeld bij hain in het Repertorium Bibliographicum, Vol. II. P. 2. p. 162, no. 13429, en bij brunet in het Manuel du Libraire (Paris, 1863) T. IV. p. 913; voor het eerst beschreven door i[gn]. p[etters] in den Anzeiger für Kunde der Deutschen Vorzeit, 2ter. Jahrg. Neue Folge (1854) p. 83, en later nog eens door j.j. hanus in het Serapeum, XVIIIer. Jahrg. (1857) p. 155-160, onder het opschrift: Ueber die zwei Ausgaben der Incunabelen Sprichwörter-Sammlung in der Prager Kais. Universitäts-Bibliothek. 7e. druk. Coloniae, ap. ulr. zell [apud Lyskyrchen], cc. a. 1490, eigendom van Prof. c. simrock te Bonn. Hetzelfde exemplaar gebruikte hoffmann, waaruit hij de varianten mededeelt onder het opschrift: Lesarten des Niederrheinischen druckes. 8e. druk. Daventriae, ap. richard. paffraet, cc. a. 1495, aanwezig in de KK. Universiteits-Bibl. te Praag, en insgelijks in de Kon. Bibl. te Brussel. Het Praagsche exemplaar is, evenals de 6e. druk, beschreven door petters en hanus in de geschriften, dáár genoemd, en vroeger reeds door Baron de reiffenberg in de Bulletins de l'Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, T. XI. IIme. Partie (1844) p. 92. 9e. druk. Delf in Hollandia, ex typographeo, ut aliis olim visum est, henr. eckert van homberch, sive, ut nunc harum rerum periti suspicantur, christiani snellaert, cc. a. 1495, eigendom van Dr. j.h. halbertsma te Deventer, en insgelijks aanwezig in de Stads-Bibl. te Haarlem. 10e. druk. Swollae, ap. tymann. petri de os de breda, cc. a. 1497, aanwezig in de Kon. Bibl. te 's Hage. Van al deze 10 drukken verklaart suringar een exemplaar onder de oogen gehad te hebben; en de kenmerken, die hij uit elk derzelve opgeeft, zijn volkomen toereikend, om ons te overtuigen, dat het werkelijk alle verschillende edities zijn. | |
[pagina 448]
| |
2. Germanicorvm adagiorvm cvm Latinis ac Graecis collatorum, Centurioe septem. Per eberhardum tappium Lunensem. Ex Libera Argentina, in oedibus vuendelini rihelij. Anno m.d. xxxix. kl. 8o. Een latere druk is van 1545. Beide drukken bevatten elk 29 Nederlandsche spreekwoorden, aangewezen met den naam Tappius. 3. Annder theyl der Sprichwörter, Darinnen Niderlendische, Hollendische, Brabendische vnd Westphälische Sprichwörter begriffen. Zum theyl von eberhardo tappio, vnnd anthonio tunicio zusamenbracht. Inn gute Germanismos gewendt, Mit hochteutschen Sprichwörtern verglichen, vnnd auszgeleget. Durch sebastian francken. Zu Franckenfurt, am Meyn, Bei christian egenolphen. 4o. Op het laatste der 211 bladzijden staat het jaartal 1541. Volgens den Heer latendorf, behandelt franck in de 148 eerste bladzijden de spreekwoorden van tappius in volgorde; van daar tot het einde volgt hij tunicius. Maar van de 29 Nederlandsche spreekwoorden, die bij tappius voorkomen, heeft franck slechts 4 overgenomen, de overige heeft hij òf vertaald òf overgeslagen. In de verzameling van tunicius komt maar 1 Nederlandsch spreekwoord voor. ‘De 14 latere uitgaven,’ zegt de Heer latendorf verder, ‘die dikwijls op franck's naam doorgaan (van 1548 tot 1615) zijn slechts bij denzelfden uitgever egenolph te Francfort a/m. uitgegeven, doch niet door franck zelven bezorgd. Integendeel is deze verzameling geheel uit agricola en franck bijeengehaald.’ Die 5 hier voorkomende Nederlandsche spreekwoorden zijn met den naam Franck aangewezen. 4. Adagiorum Epitome post nouissimam d. erasmi Roterodami exquisitam recognitionem, per eberhardum tappium, ad numerum Adagiorum magni operis nunc primùm aucta. Appositoe svnt in iuuentutis studiosoe gratiam suo loco Phrases omnes vernaculoe, quoe aliquam Adagij speciem videbantur obtinere, opera studique: ioannis seruilij. Antverpiae. Excudebat michael hillenius in Rapo. An. m.d. xlv. kl. 8o. De Nederlandsche spreekwoorden, 1106 in getal, zijn in margine gedrukt; men vindt er op bijna elke der 289 dubbele bladzijden. Het werk berust in de Kon. Bibl. te 's Hage. Servilius heeft de spreekwoorden aanmerkelijk vermeerderd. Een druk van het vorige jaar: Antverpiae ex officina joannis loëi. An. m.d. xliiii (een geschonden exemplaar, waaraan 6 dubbele bladzijden ontbreken) bevindt zich in de Bibl. van het Groothertogdom Meklenburg. Deze druk, niet door servilius bezorgd, bevat slechts 50 spreekwoorden, alle gelijkluidend; op de 6 ontbrekende bladzijden teekende servilius 21 spreekwoorden aan, die evenals de overige zijn aangewezen met den naam Servilius. 5. Seer schoone Spreeckwoorden, oft Prouerbia, in Franchoys ende Duytsch, om wijselijck te leeren spreken ende antwoorden, voor die ionghers ende eenen yegelijcken, so wel in Franchoys als in Duytsch. Motz tresbeaux ou dictons, et prouerbes en Franchoys et Flammeng, pour sagement apprendre a parler et respondre pour les Jeusnes, et pour vng chascun, aussy bien en Franchois comme en Flammeng. Tantwerpen. de laet. m.d. xlix. 12o. De Fransche spreekwoorden zijn alphabetisch, elk derzelve door een gelijkluidend Nederlandsch spreekwoord gevolgd. Het werk, welks spreekwoorden voor het Nederlandsch zijn aangewezen door het woord Motz, is niet gepagineerd. Daar er waarschijnlijk uit het door mij gebruikte exemplaar 4 bladzijden zijn verloren geraakt, heb ik bl. 51-54 overgeslagen. 6. Gemeene Duytsche Spreckwoorden: Adagia oft Prouerbia ghenoemt. Seer ghenuechlick om te lesen, ende oock profijtelick om te weten, Allen den gheenen die der wijslick willen leren Spreken ende Schrijuen. P.W. 1.5.50. kl. 8o. Achteraan staat: Gheprent toe Campen, in dye Broederstrate, By my peter warnersen, Woenende inden Witten Valck. Het werk, welks spreekwoorden zijn aangewezen door het woord Campen, de plaats, waar het gedrukt werd, is zonder paginering. Wat ik bl. 1 genoemd heb, is geteekend Aij; zoodat het eigenlijk bl. 3 had behooren te zijn. De spreekwoorden worden opgegeven, zonder eenige volgorde ten grondslag te leggen. 7. Adagia ofte Spreekwoorden, ghecopieerd van reyer gheurtz tamsterdam. Tgheloof muet wercken. Gheurtz, die zijne copie in 1552 ten einde bracht, heeft de 1932 spreekwoorden van dit kl. 8o. Handschrift, in alphabetische volgorde voorkomende, waarschijnlijk uit geene gedrukte verzameling genomen; waarvoor ik deze redenen heb: 1e. Het is geene copie van een der 6 voorgaande werken, en waarschijnlijk ook niet van eenige andere verzameling, daar gheurtz zijne bron zou vermeld hebben, evengoed als hij van de achter de spreekwoorden geplaatste hondert parabolen ofte ghelyckenissen zegt, dat hij die ‘uyt erasmus ghetooghen’ heeft. 2e. Meer dan zulks in eenige andere verzameling voorkomt, vindt men hier een zelfde spreekwoord herhaald. Bij het drukken zou dit in het oog hebben moeten vallen, en het duplum ware verdwenen. 3e. Daar het aantal spreekwoorden, die elders niet voorkomen, hier grooter is, dan in | |
[pagina 449]
| |
eenige andere verzameling, heeft men er waarschijnlijk niet uit kunnen putten. Deze verzameling, welker spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Gheurtz, behoort aan Dr. f.a. snellaert te Gent, en is achter no. 6 gebonden. 8. Prouerbia Teutonica, latinitate donata, collectore et Interprete t. nicolao zegero Bruxellano, accuratius iam recognita. Antuerpioe. loëus. m.d. liiii. kl. 8o. De woorden accuratius iam recognita bewijzen, dat dit op zijn minst reeds een tweede druk moet zijn. Waarschijnlijk verscheen de eerste druk in 1550 of 1551; althans wordt met het eerstgenoemde jaartal de opdracht onderteekend, welke ook in den derden druk herhaald is. De spreekwoorden worden in alphabetische orde opgenomen, en zijn aangewezen met den naam Zegerus. De derde druk, m.d. lxxi, telt 7 bladzijden meer, laat 4 spreekwoorden weg, maar geeft 24 nieuwe in de plaats, waarvan 5 reeds waren opgenomen, die daardoor tweemaal voorkomen. Met de bijvoeging 3e. dr. achter den naam is alleen het meerdere aangewezen. 9. Spreekwoorden, verzameld door michiel theysbaert. 1594. Deze verzameling, welker spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Theysbaert, is een Handschrift, door Prof. c.p. serrure opgenomen in zijn Vaderlandsch Museum voor Nederduitsche Letterkunde, Oudheid en Geschiedenis. Vijfde deel, bl. 367-376 (Gent. hoste. 1863. 8o.). De 69 Fransche spreekwoorden, alle aanvangende met A, zoodat de verzameling in de geboorte is gestikt, worden gevolgd door evenzoovele Nederlandsche. Daarachter zijn er 12 herhaald, zonder dat blijkt waarom, ofschoon alleen voor 't Nederlandsch. 10. Paroemiologia Polyglottos: hoc est: Proverbia et sententioe complurium linguarum. Ex sacris videlicet Hebroeorum fontibus, atque ex optimis ac probatissimis quibusque Groecoe & Latinoe linguoe scriptoribus, desumtoe, & in Locos Communes digestoe: & cum Italorum, Hispanorum, Gallorum, Germanorum, Belgarum, Sclavonum, Arabum, Turcarum denique, aliarumque Nationum sententiosis Proverbiis collatoe. Auctore hieronymo megisero. Non omnino temere est, quod vulgò dictitant. Lipsioe. Sumtibus henningis grosii, Bibliopoloe Lipsiensis. Cvm Sac. Coes. Maiest. Privilegio ad octennium. kl. 8o. Achteraan staat: Lipsioe michael lantzenberger excudebat. Anno 1605. Het werk, welks spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Megiserus, wordt in C rubrieken afgedeeld, waarvan de drie eerste zijn: I. deus, II. pietas erga deum, III. virtus, en de drie laatste: IIC. cunctatio: festinatio: procrastinatio, IC. labor, diligentia; difficilia, quae pulcra. novitas grata, C. numerus. multitudo. Bij de spreekwoorden, elk in zijne eigene taal opgegeven, staan de namen der landen, in den titel genoemd, voor het meerendeel op den kant aangewezen (ofschoon voor de Grieksche en Latijnsche spreekwoorden de namen der schrijvers daarvoor in de plaats komen), - uitgezonderd de Germaansche, Belgische en Arabische. Van de Belgische spreekwoorden worden er 220 opgegeven; alle door gruterus (zie de ns. 13, 14 en 15) overgenomen, ofschoon er 4 aan de aandacht van den nauwkeurigen compilator schijnen ontsnapt te zijn. 11. h.l. spieghels Byspraax Almanack. De eerste druk is waarschijnlijk van 1606, blijkens de opgegeven zondagsletter voor 1606 tot en met 1636 (een getal van 28 + 3 jaren, om de overeenstemming te doen zien); de laatste en beste wordt gevonden in zijn' Hertspieghel en andere Zedeschriften, enz. door p. vlaming. Amst. 1723. 8o. Op elken datum van 't jaar komt één of meer spreekwoorden voor, de spreekwoorden voor elke maand tot verschillende rubrieken gebracht. Deze zijn: Jan.: ‘de zellefs kennis en diens aanhangh;’ Febr.: ‘gheleerdheid;’ Maart: ‘beradingh ende opmerkingh;’ April: ‘het weldoen;’ Mei: ‘spreken en zwijghen;’ Junij: ‘ghedult ende ghevoeghzaamheyt;’ Julij: ‘ghelijckheid ende gezellicheyt;’ Aug.: ‘Landzorgh;’ Sept.: ‘Huyszorgh;’ Oct.: ‘rijkdom ende armoe;’ Nov.: ‘Avontuur ende ghevallicheid,’ en Dec.: ‘God ende natuur.’ De spreekwoorden zijn op den datum aangewezen, alzoo van 1 Jan. tot en met 31 Dec. 12. Lot van VViisheyd ende goed Gelvck: op drije hondert ghemeyne Sprek-vvoorden: in rijme gestelt, deur donaes idinav [ioannes david], Lief-hebber der dichten die stichten. T'antvverpen, Inde Plantijnsche Druckerye, By jan moerentorf. m. dc. vi. langw. kl. 8o. Elk spreekwoord, aangewezen met het anagram Idinau, staat op eene afzonderlijke bladzijde, en wordt gevolgd van eene uitlegging of verklaring, in vijfregelig vers. 13. Proverbia Belgica, ferè omnia transcripta è Kalendario perpetuo, hen. laurentij spiegelij V.C., voorkomende, bl. 91-125, in de 1e. Vol. van Florilegivm ethico-politicum nunquam antehac editum; nec non p. syri ac l. senecae sententioe aureoe; recognoscente, jano grutero ad MSS. Palat. & Frising. Accedunt Gnomoe paroemioeque Groecorum, item Proverbia Germanica, | |
[pagina 450]
| |
Belgica, Italica, Gallica, Hispanica. Francof. rhodius. cioiocx. kl. 8o. Dit is no. 11, ofschoon 5 spreekwoorden uit spieghel worden weggelaten, waartegen 161 nieuwe voorkomen. De volgorde der hier voorkomende 1237 spreekwoorden, aangewezen met den naam Gruterus I, is alphabetisch. 14. Proverbia Belgica: ab amico non uno communicata, tali tamen, ut nesciam an nomina sua prodi velit; melioribus monumentis alioqui spectatissima, uitmakende bl. 124-169 van Florilegii ethico-politici nunquam antehac editi Pars altera: Procurante jano grutero. Accedunt Gnomae paroemiaeque Graecorum: Item Proverbia Germanica, Belgica, Britannica, Italica, Gallica. Francof. rhodius. cioiocxi. kl. 8o. De volgorde der hier voorkomende 1123 spreekwoorden, aangewezen met den naam Gruterus II, is alphabetisch. 15. Proverbia Belgica, ex francisci goethalsii libello selecta, zijnde bl. 123-176 van Florilegii ethico-politici nunquam antehac editi Pars Tertia: Procurante jano grutero. Accedunt Gnomae paroemiaeque Graecorum: item Proverbia Germanica, Belgica, Gallica, Italica. Francof. rhodius. cioiocxii. kl. 8o. Deze verzameling is hoogst waarschijnlijk dezelfde, waaruit de Hoogl. g.j. meijer (zie no. 112) het tweede gedeelte zijner verzameling van Oude Nederlandsche Spreuken en Spreekwoorden heeft zamengesteld, welker titel hij aldus opgeeft: Les proverbes Anciens, Flamengs et François, correspondants de sentence les uns aux autres, colligés et ordonnés par m. françois goedthals (A Anvers, de l'imprimerie de chriftofle plantin. m.d. lxviii). Volgens gegeven inlichting, was de verzameling van goedthals eertijds in zijn bezit, maar is later aan Prof. c.p. serrure te Gent overgegaan; door wien verschillende door mij aan hem gerichte verzoeken, om op eenigerhande wijze tot inzage dezer verzameling te geraken, steeds onbeantwoord zijn gebleven. De volgorde der hier voorkomende 1332 spreekwoorden, aangewezen met den naam Gruterus III, is alphabetisch. Een exemplaar der 3 deelen van gruterus' Proverbia, in de ns. 13, 14 en 15 opgenomen, bevindt zich in de thysius' Bibl. te Leiden; deel 1 en 3 in de Kon. Bibl. te 's Hage. 16. Der oude vrye Friesen spreekwoorden, gelyk d'zelue huydendaegs by heur, ende niemant anders in haar eigen Vaderland gebruyet ende gesproocken worden, bij de letter A.B.C. gestelt (in den jare 1614 op Burmaniastate te Stiens opgesteld door c. georg van burmania). Het Handschrift met de eigen hand van den opsteller is in 't bezit van Dr. j.h. halbertsma. De vertaling, op mijn verzoek door Dr. e. verwijs ondernomen, is meerendeels naar eene copie, afkomstig van Prof. e. wassenbergh. De spreekwoorden, 1133 in getal, zijn aangewezen met den naam v. Burmania-Verwijs. Op de Provinciale Bibliotheek te Leeuwarden, vroeger aan het Athenaeum te Franeker behoorende, berust een corrupt afschrift van de hand van j.a. de chalmot; ofschoon met verscheidene spreekwoorden vermeerderd, terwijl andere zijn weggelaten. Het wordt vermeld door Prof. wassenbergh in de Voorrede bl. iii van diens Taalkundige Bijdragen tot den Frieschen Tongval, Stuk II. 17. r[ichardus] v[erstegen]. De Gazette van Nievwe-maren Van de gheheele vvereldt. Ghemenght met oude Waerheden. Die vveten vvilt vvatse moghen vvesen, Die mach dit Boecxken koopen en lesen, En soo den Drucker mach sijn vonnis gheven, 'Ten is voor bottericken niet gheschreven. Hier by is oock ghevoegt eene wederlegginghe van eenighe onbequame Nederlandtsche spreuck-woorden. t' Hantvverpen. verdussen. 1618. kl. 8o. Van bl. 101-123 vinden hier xix ‘onbequame Nederlandtsche spreuck-woorden,’ aangewezen als Verstegen Gazette, eene ‘wederlegginghe.’ 18. jacob cats, Spiegel van den ouden en nieuwen tydt, bestaande uit Spreekwoorden, ontleend van de voorige en tegenwoordige Eeuwen, verlustigt door een meenigte van Zinnebeelden, met Gedichten en Prenten daar op passende. Vermeerdert met een groote meenigte van Spreekwoorden, door het geheele Werk, met byvoeginge van nieuwe Platen en Gedichten: alles in de Nederlandsche Taale ten gerieve van de Liefhebbers der zelven. 's Hage. 1632. 4o, en een aantal andere uitgaven, zoo afzonderlijk als in zijne werken. De spreekwoorden worden in 3 deelen gescheiden. Het eerste deel ‘begrijpt: de opvoedinge van kinderen; jongelingen en hun bedrijf; reyslesse, soo te water als te lande; van gelijcken de jacht, paerden, honden en diergelijcke; 't beleyt van eerlijcke vryagie, bedrogene onteerde vrijsters, overspeelsters, lichte vrouwen, veroude maeghden, en de genen die haer kans verkeken hebben, en ten lesten liefdes kortsprake, het welck is een kort begrip van alderley minneplichten.’ Het tweede deel ‘hout in: de grontregels voor gehoude lieden; van huyslijcke saken; winste, verlies, sparen, verteeren; gasten noden; grooten of kleynen staet houden.’ Het derde deel ‘omhelst: saken van state; ampten, officien; plichten van prinsen, persoonen van hooge state; losheyt van menschelijcke saken; Christelijcke bedenckin- | |
[pagina 451]
| |
gen; den ouderdom, swackheden en sieckten rakende; menighte van bemerckingen, roerende onderhoudinge van de gesontheyt, en ten lesten nopende het eynde van alle vleysch.’ De spreekwoorden dezer verzameling zijn aangewezen met den naam Cats, naar den druk van gebr. diederichs (1828). 19. r[ichardus] v[erstegen]. Medicamenten teghen de melancolie. Gheleghen in seeckere Vraghen en Antvvoorden. In eenighe kluchtighe ende scherpsinnighe rescontres. Ende in 't Contradiceren van sommighe valsche, ydele, ende onstichtighe Nederlantsche spreeck-vvoorden. Antvverpen. aertssens. 1633. kl. 8o. Van bl. 67-94 worden hier xx ‘valsche, ydele, ende onstichtighe Nederlantsche spreeck-vvorden’ behandeld, alleen aangewezen met den naam Verstegen, daar ik toen no. 17 nog niet kende. De schrijver schijnt meer lust tot ‘wederlegginghe’ en ‘Contradiceren’ dan voorraad gehad te hebben; want 9 spreekwoorden heeft hij reeds in no. 17 onder handen genomen, ofschoon de motieven eenigszins verschillen. 20. adr. vande vennes Tafereel van de Belacchende Werelt, en desselfs geluckige Eeuwe, Goed Rondt, Met by-gevoegde Raedsel-Spreucken, aen-gevvesen in de Boer-achtige Eenvoudigheyt, op de Haegsche kermis. Verçiert met konst-rijcke Afbeeldingen. 's Grav. by den Autheur. 1635. 4o. Die by-gevoegde Raedsel-Spreuchen, overal op den kant geplaatst, zijn voor een goed deel spreekwoorden, die met den naam v.d. Venne zijn aangewezen. 21. j. de brunes Nievwe wyn in oude le'erzacken. Bevvijzende in Spreeck-vvoorden, 't vernuft der menschen, ende't gheluck van onze Nederlandsche Taele. Middelbvrgh. roman. 1636. 12o. Het werk is in 269 afdeelingen verdeeld, waarvan de drie eerste zijn: Advocaet, Procureur, Proces, - Feyten, daden, wercken, - Spijze, dranck, gulsigheyd, en de drie laatste: Occasie, - Ampten, - Ouderdom. Door oorzaak en gevolg in dezelfde afdeeling op te nemen, gelijkmede het overeenkomende zoowelals het tegenovergestelde bijeen te plaatsen, vindt men in 't geheel 507 afdeelingen; waarvan velen in beteekenis overeenstemmen niet alleen, maar 106 zelfs door hetzelfde woord aangeduid zijn. Zoo komt bijv. Ieloersheyd eens op zich zelve voor, een andermaal in verbinding met Yver, en nogmaals in betrekking tot Suspicie en achterdencken; zoo vindt men Ghedaente en Schoonheyd vereenigd, en evenzoo Ghestalte en Schoonheyd. De Verzameling wordt gesloten met Ghemenghde Spreucken [lees: Spreeck-vvoorden], op maet', maer niet op rijm ghestelt, alle éénregelig, waarmede de 39 laatste van de 496 bladzijden worden ingenomen. Alle spreekwoorden zijn in versmaat, met tweederlei letterdruk, om den anderen, een getal van 7600 spreekwoorden uitmakende, waarvan de Nederlandsche met den naam de Brune zijn aangewezen. De overige, ruim 4000 in getal, en alzoo de grootste helft, zijn niet opgenomen, als behoorende tot andere talenGa naar voetnoot*). 22. j. bvrchoorns Nieuwe Werelt vol Gecken, Op-gepronckt Met een selfs-bedriegelijck Onverstandt door Den belagchelijcken Duyvel: Aen-wijsende Den handel der geveynsde Schijn-heyligen, hoof-aerdige Weet-nieten, gierige In-slockers, Faem-roovers, Liegers ende Bedriegers, &c. In 's Graven-Hage Gedruckt in des Autheurs Boeckdruckery, in t Jaer onses Heeren ƆIɔ Iɔ Ɔ xli. 4o. Op bl. 65 komt deze nieuwe titel voor: j. bvrchoorns Nieuwe Werelt vol Schyn-wijsen. Tvveede Deel. Van bl. 9-63, alsmede van bl. 67-87 komen 309 spreekwoorden in margine voor, aangewezen met den naam Burchoorn. Nog zijn de kanten gevuld met min of meer uitvoerige gezegden van horatius, virgilius, ovidius, juvenalis, cicero, augustinus, plutarchus, plinius, erasmus en anderen, ook van den schrijver, meestal in 't Nederlandsch, somtijds in 't Latijn. 23. Het Mergh van de Nederlandsche Spreekwoorden: Waer in h.l. spiegels By-spraakx Almanack: Neffens het tweede en derde Deel der Spreeck-woorden zijn by-gevoegt. Noyt aldus volkomen ghedruckt. Amstelredam. hartgers. 1644. 12o. De verzamelaar heeft bijna al de spreekwoorden, die hij bijeenbracht, uit andere verzamelingen overgenomen. Alleen van het 1e. Deel meldt hij zulks; 't is no. 11, zooals op den titel staat. Het 2e. Deel geeft, in alphabetische volgorde, bijna 1300 spreekwoorden, alle (op 20 na, die hij overgeslagen heeft) uit no. 14 overgenomen; ofschoon hij hier en daar nog 224 spreekwoorden heeft ingevoegd. Het 3e. Deel, wederom met A beginnende, bevat bijna 300 spreekwoorden, grootendeels aan no. 18 ontleend. Het 2e. Deel begint weder bij bl. 1, het 3e. Deel vervolgt bij bl. 47. Op de spreekwoorden van het 1e. Deel na, is alles aangewezen onder den naam Mergh. Een andere druk is uitgegeven bij van den bergh, in m. dc. lx. | |
[pagina 452]
| |
24. Selecta Proverbia, een kl. 8o. Handschrift, bevattende eene verzameling van Nederlandsche, Fransche, Hoogduitsche en Latijnsche spreekwoorden. De uitstekend netgeschreven verzameling is in rubrieken afgedeeld, voor 't Latijn in alphabetische volgorde, in onze taal overgebracht, waaruit blijkt, dat de verzamelaar een Nederlander is. De beide eerste rubrieken zijn: abstinentia in cibo, potuqe, maticheyt en adoleschentia, ieucht, en de beide laatste: virtvs, deughde en volvptas, welluste. Het plan schijnt bestaan te hebben, om sommige rubrieken later bij te werken, en andere bij te voegen, blijkbaar uit het hier en daar in blanco geblevene van de 238 bladzijden, waarop een getal van 1777 Nederlandsche spreekwoorden voorkomt. Daar geen jaartal opgegeven is, brengt de Heer Dr. a. de jager, wien het toebehoort, het Handschrift, welks spreekwoorden aangewezen zijn onder den naam Sel. Prov., aan het einde der eerste helft van de 17e. eeuw. 25. matthias havius. Spreek-woorden, Passende op de gelegentheyd der Jonge-lieden, gevolgd door Huys-raad, Voor Nieuw gehouwde Jongelieden: Dat is: Gedenkweerdige Spreuken en spreekwoorden, rakende de Huyshoudinge met den gevolge van dien, zijnde bl. 67-115 van het 2e. Deel zijner Klagende Maechden ende raet voor deselve, beneffens eenige andere soo stichtige als innige gesangen. Dordrecht. ravius. 16o. Het 1e. Deel bevat niet dan Maagde-klagten, het 2o. Deel heeft vóór de Spreek-woorden nog Liefdes Granaat-Appel en Nieuwe Maagde-klagten, en daarachter Gelukwensinge, enz. De eerste verzameling der Spreekwoorden eindigt met de letters J.C., gelijk dan ook het grootste gedeelte der beide verzamelingen, welker spreekwoorden aangewezen zijn met den naam Havius, uit jacob cats is overgenomen. 26. joannis sartori Adagiorum Chiliades tres, sive Sententiae Proverbiales Graecae, Latinae & Belgicae, ex praecipuis Autoribus collectae, ac brevibus Notis illustratae. Ex Recensione cornelii schrevelii. Lvgd. Batav. Ex Typogr. herculis. mdclvi. kl. 8o. Eene andere kl. 8o. uitgave, geheel aan deze gelijk, is van ƆIɔIɔƆclxx. Amst. ravesteinius. Eene vroegere uitgave heeft tot titel: Adagiorvm Chiliades tres, quae joannes sartorivs in Batavicvm sermonem propriè ac eleganter conuertit, & breui ac perspicua interpretatione illustrauit. Antverpiae. Ex officina joannis loëi. 1561. kl. 8o. Deze druk komt met de beide opgegevene geheel overeen; ofschoon enkele spreekwoorden zijn weggelaten, sommige veranderd en eenige bijgevoegd. De spreekwoorden zijn aangewezen naar den druk van 1656, en wel met den naam Sartorius, waarachter eerst het duizendtal met pr., sec., tert. of quart., dan het honderdtal in romeinsche, en eindelijk het laatste deel van 't getal met arabische cijfers. Van den druk van 1561 zijn alleen de veranderde en bijgevoegde spreekwoorden aangewezen, en wel op dezelfde wijze, maar ter onderscheiding tusschen haakjes, aldus: (Sartorius). 27. johan van nyenborgh. Eenighe Leersaeme ende vermakelijke Spreeck-woorden, voorkomende, bl. 129-135, in zijne Weeck-wercken, der ghedenckwaerdighe Historien, Leer-gedichten, en Spreucken, &c. Gron. cöllen. 1657. 4o. Onder het opschrift: Spreeck-woorden worden, op bl. 324, nog 11 spreekwoorden opgenoemd, het een en ander aangewezen met den naam v. Nyenborgh. 28. m. schoockius. Notantur varia Belgarum proverbia, Turffas respicientia, zijnde Caput XX, bl. 167-173, van zijn Tractatus de Turffis, ceu cespitibus bituminosis: Quo Multa, ab aliis hactenus aut neglecta, aut minus diligenter examinata, accuratius aliquanto excutiuntur. Gron. cöllenus. 1658. 12o. De 10 hier voorkomende spreekwoorden, aan den turf ontleend, zijn aangewezen met den naam Schoockius. 29. Linguae Latinae Phrases: vel selectissimarum orationum, Germanicè redditarum, delectissimus adversus barbariem exercitus, unà cum silvula quadam vocabulorum aliquot, in quorum peccatum est quantitate. Auctore joanne sartorio. Quibus accesserunt adagia quaedam sartorii, in Batavicum sermonem conversa & brevi interpretatione illustrata. Editio tertia prioribus emendatior & longè auctior. Amst. pantenus. 1660. kl. 8o. De spreekwoorden, die hier, bl. 107-183, gevonden worden, komen geheel overeen met die van no. 26, beide voor de Latijnsche en Nederlandsche taal, met dit onderscheid, dat de Latijnsche tekst dáár uitvoeriger is en het aantal spreekwoorden grooter. Echter komen hier 54 spreekwoorden voor, die dáár niet gevonden worden. Deze alleen zijn aangewezen met den naam Sartorius, waarachter de bladzijde, daar het spreckwoord staat. 30. [jan van vliet.] Der oude Vrije Friesen Spreeckwoorden, achter den Bredaeschen Almanac en Chronijck van 1664. 4o. Deze Spreeckwoorden, 57 in getal, komen, bl. 22 van de Chronijck, alleen in de Friesche taal voor, en zijn daarom niet aangewezen. De Almanac en Chronijck zijn afzonderlijk gepagineerd. | |
[pagina 453]
| |
31. desiderius erasmus van Rotterdam. Colloquia familiaria, dat is, Gemeensame t' Samenspraken, waer by op nieuws gevoegt is Dulce Bellum inexpertis, dat is: De Krijgh is den onversochten soet: als ook Sileni Alcibiadis, of Schyn bedrieght. Noch sijn hier achter by gedaen de verklaringen van tien spreekwoorden, enz. Uyt het Latijn vertaelt. Utrecht. van zyll. 1664. kl. 8o. De hier genoemde spreekwoorden, aangewezen met den naam Erasmus, komen voor bl. 625-725. Er bestaan nog andere drukken, ook van vroegeren tijd, en in quarto formaat, ofschoon in het laatste geval zonder drukker of jaartal. 32. anthonii matthaei Paroemiae Belgarum Jurisconsultis usitatissimae: editio altera, cui accesserunt Additiones post quamlibet Paroemiam, continentes jus et praxim, Tam in Bonis Allodialibus quam Feudalibus, Circa easdem, non tantum in Foederato Belgio, sed & in Hispania, Gallia, Saxonia, Bavaria, Hannonia, Flandria, Brabantia, Aliisque Provinciis observatum. Una cum indice rerum et verborum locupletissimo. Bruxellis. t'serstevens. m. dc. xciv. 4o. De eerste druk is van 1667, uitgegeven te Utrecht bij smytegelt in 8o.; doch zonder eene levensschets, waarvan de Brusselsche uitgave is voorzien. In 1775 verscheen eene Nederlandsche vertaling te Amsterdam bij van esveldt in 4o. De 9 rechtskundige spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Matthaeus. 33. nicolaes witsen. Verklaringen van scheeps Spreeck-woorden, en verscheiden eigen benamingen, voorkomende, bl. 481-516, in zijn' Aeloude en hedendaegsche Scheeps-bouw en Bestier: enz. Amst. commelijn, broer en appelaer. 1671. fol. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Witsen. 34. Doctor edward richardson. Seekere stichtelijke Redenen en Spreekwoorden, dienstig om beyde de Taalen te leeren, voorkomende in d'Engelsche ende Nederduytsche Academy. 2e. Deel, bl. 23-39. Amst. swart. 1676. 12o. De Engelsche spreekwoorden worden in Nederlandsche overgebracht, de laatste aangewezen met den naam Richardson. 35. Verschijden Spreekwysen en deszelfs oorspronck, Handschrift van 242 folio bladzijden, bevattende de verklaring van 491 spreekwoorden benevens een alphabetisch Register. Eene aanteekening van eene andere hand zegt, dat het werk is verzameld door pieter witsen, die de tijtsnippeling in Verssen beschreven heeft. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Witsen, waarachter het nommer van 't spreekwoord, zoodat het zich in aanwijzing onderscheid van no. 33, waar de bladzijde, waarop het spreekwoord voorkomt, achter den naam is gevoegd. 36. w.a. winschootens Seeman: behelsende een grondige uitlegging van de Neederlandse Konst, en Spreekwoorden, voor soo veel die uit de Seevaart sijn ontleend, en bij de beste Schrijvers deeser eeuw gevonden werden. Leiden. de vivie. 1681. kl. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Winschooten. 37. Duo Proverbia Belgica exposita, voorkomende, bl. 158, in th. j. ab almeloveen's Opuscula Sive antiquitatum e sacris profanarum specimen, conjectanea, veterum poetarum fragmenta, & plagiariorum syllabus. Amst. ap. waesbergios. ƆiɔiɔƆlxxxvi. kl. 8o. Het Katje van de baan zijn en Geen Kat zijn om sonder handschoen aan te grijpen, beide spreekwoorden aangewezen met den naam Almeloveen, worden hier, als om van de baan af te brengen, van ‘de oude volksstam de Katten’ afgeleid; wie zal dat willen aangrijpen, met of zonder handschoenen! 38. lud. smids, M.D. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 318-321, in zijne Schatkamer der Nederlandsse Oudheden; of Woordenboek, behelsende Nederlands Steden en Dorpen, Kasteelen, Sloten en Heeren Huysen, Oude Volkeren, Rievieren, Vermaarde Luyden in Staat en Oorlogh, Oudheden, Gewoontens en Lands wysen. 2e. druk. Vermeerdert met Aanteekeningen door pieter langendyk. Haarlem. marshoorn. mdccxxxvii. 8o. De eerste druk is van 1711, waaruit de 25 daarin voorkomende spreekwoorden met den naam Smids zijn aangewezen. Het ‘vermeerdert met Aanteekeningen’ van den 2en. druk is door pieter langendyk volstrekt niet van toepassing op de spreekwoorden gemaakt, daar hij, na de uitlegging derzelve, deze curieusiteit opneemt: ‘een Tweede Druk sal hier moogelyk een meerder getal van Spreekwysen bybrengen.’ Ook de 3e. druk (Amst. bom. 1774) wijst, voor de spreekwoorden, op den toekomenden 2en. druk, ofschoon er 1 spreekwoord is bijgevoegd. In het bij den 3en. druk afzonderlijk, bij denzelfden uitgever, in 1778, door th. van brussel, bezorgde Aanhangsel wordt van geene spreekwoorden gewag gemaakt. 39. a.a. pagenstecheri ad Paroemias Belgicas Dissertatio quam Illo Praeside publice defenderunt d. henr. blanckenstein. Groninganus & d. johannes camerling. Coevord. | |
[pagina 454]
| |
Drentinus, zijnde bl. 483-522 van zijne Sylloge Dissertationum. Franequeroe. pluvier. mdccxiii. 12o. De 15 hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Pagenstecher. 40. jan zoet, Amsterdammer. d'Uitsteekenste digtkunstige werken, bestaande in verscheiden Ernsthaftige en boertige Stoffen. Naa zijn leven byeen gebragt, door een liefhebber der Nederduitsche Digtkunst. 2e. druk. Amst. verbeek. 1714. kl. 8o. De spreekwoorden, aangewezen met den naam Zoet, komen in margine voor bij het ‘digtkunstige werk:’ Hedensdaagsche Mantel-eer, voorstellende de groote Geldzugt deezer bedorven Eeuwen, bl. 3-29, alsmede bij een tweede ‘uitsteekenste’ dito: Bacchus Hoogtijd, ofte Dronkerts Slempdag, vertoonende de zotte overdaaden, der verkeerde Vastenavond, bl. 234-243. De 1e. druk is waarschijnlijk van 1675, blijkens een bijschrift van h.v.b.; maar hoe 't daarin met de spreekwoorden staat, is volstrekt niet te bepalen. 41. Hollandse Spreek-wiisen in haar Oorsprong en Beteekenis nagespoort door korn. van alkemade, p. van derschelling. gr. 8o. De spreekwoorden van dit Handschift schijnen grootendeels verzameld uit 8 verschillende werken, daar deze aan het hoofd worden opgeteld, zijnde ns, 6, 5 (dat op 1551 wordt gesteld), 11, 30 en 36, uitmakende het 1e., 2e., 4e., 5e. en 7e. der 8; terwijl de 3 overige worden aangeduid als ‘l. ws reaal,’ ‘Schat der Nederlandse Spraak-konst door plantijn, gedrukt 1573,’ en ‘jacobus baselius zijn Sulpitius Belgieus tot Leijden bij lopez de haro 1656. 12o.’ In dat geval is er nog al 't een en ander overgeslagen, zonder dat daarvoor de reden kan worden bevroed; terwijl 't uit het verzamelde blijkt, dat uit andere werken, niet genoemd, mede is geput, waarbij onder andere no. 40 in den aanvang zelfs op den voet is gevolgd. De spreekwoorden zijn op halfblad geschreven, met het voornemen tot latere aanvulling, blijkbaar uit kleinere en grootere tusschenruimten, waarvan sommige zelfs bladzijden groot. Aan volgorde, van welken aard ook, schijnt niet gedacht te zijn. Bij sommige spreekwoorden zijn op het tweede halfblad aanteekeningen en verklaringen gevoegd. De spreekwoorden, aangewezen met den naam v. Alkemade, zijn met Romeinsche letters zeer duidelijk en net geschreven, - de aanteekeningen en verklaringen met eene loopende hand, vaak met moeite leesbaar. Het Handschrift behoort aan den Heer Mr. j.t. bodel nijenhuis, die er van zegt: ‘v. alkemade, als bekend is, schreef met tweeërlei handen.’ 42. c. tuinmans Zedenzangen, over een groot gedeelte der Nederlandsche Spreekwoorden van dagelyks gebruik, nuttig uitgebreid en toegepast op verscheiden rymtrant en zangwyzen. Leiden. langerak. mdccxx. kl. 8o. Men vindt hier 100 Zedenzangen, in elk van welke één of meer spreekwoorden, aangewezen met den naam Tuinman, ten grondslag gelegd worden. 43. carolus tuinman. De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche Spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der Vaderlandsche Moedertaal. 2 Deelen. Middelburg. schryver. 1726 en 1727. 4o. Achter het 1e. Deel vindt men eene Nalezing van Nederduitsche Spreekwoorden, afzonderlijk gepagineerd. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Tuinman, waarcachter, I, I. nal. of II; zoodat door de benoeming ook van het deel een kenmerkend onderscheid met het vorige nommer bestaat, waar achter den naam alleen de bladzijde is opgegeven. Het 1e. Deel is in XXVII afdeelingen verdeeld, waarvan afd. I. Spreekwoorden uit de H. Schrift 76 spreekwoorden bevat, II. Spr. gesproten uit het Heidendom 24, III. Spr. afkomstig uit het Pausdom 73, IV. Spr. uit oude meeningen, en gewoonten 67, V. Spr. van oude of laater geschiedenissen 57, VI. Spr. uit gebeurde of verzierde kluchtvertellingen 43, VII. Spr. die spelen in dubbelzinnigheid 68, VIII. Spr. van 't Vryen, Huwelijk, Kinderen, enz. 83, IX. Spr. van de Keuken 107, X. Spr. van de Kelder 48, XI. Spr. van kostwinning, en koophandel, enz. 85, XII. Spr. van de scheepvaart, en landreizen, enz. 122, XIII. Spr. van spaarzaamheid, gierigheid en verquisting, naarstigheid en verzuim, enz. 88, XIV. Spr. van bedriegery, enz. 68, XV. Spr. van liegen, snappen, kijven, enz. 75, XVI. Spr. van smaad- en scheldnaamen 114, XVII. Spr. van pleiten, geschil hebben, enz. 87, XVIII. Spr. van visschen, jagen, vangen, enz. 46, XIX. Spr. van regeerbewind, kuipery, enz. 73, XX. Spr. van zingen, dobbelen, kaatzen, enz. 59, XXI. Spr. van gekken, snoefshaanen, en vechters 93, XXII. Spr. van geweldenary, onlusten, enz. 99, XXIII. Spr. van wel- of qualijk vaaren, en gezint zyn 57, XXIV. Spr. van ziek zyn, ouderdom en sterven, enz. 48, XXV. Spr. van veelerlei soorten, in eenen bundel 105, XXVI. Spr. van allerlei slach onder een 88, en XXVII. Spr. mede van mengelstoffen 103. Deze 2056 verklaarde spreekwoorden staan daarachter in eene alphabetische ‘lyste,’ waarin zich echter 3 spreekwoorden minder bevinden; maar 7 spreekwoorden komen dubbel voor, zoodat de ‘lyste’ 4 spreekwoorden bevat, die niet behandeld zijn. De | |
[pagina 455]
| |
daaropvolgende Nal. bevat nog 235 spreekwoorden met hunne verklaring, almede door eene dergelijke ‘lyste’ gevolgd, waarin 2 worden gemist. Het 2e. Deel is in XIV ‘Vyftig-’ tallen verdeeld, waarvan evenwel de Xe. en XIe. ‘Vyftig’ elk slechts 49 spreekwoorden bevatten, gevolgd door een ‘Toegift,’ 6 spreekwoorden groot. Daar de daarachter volgende alphabetische ‘lyste’ 707 spreekwoorden bevat, zijn daar 3 meer, dan er worden verklaard. Daar is door tuinman wel wat opgenomen, dat als spreekwoord niet gelden kan, vooral zijne XVIe. afd. des eersten Deels vloeit er van over; maar de scherpe veroordeeling, door lublink, d'escury en anderen over hem uitgesproken, is minstens machtig overdreven, en onder zijne versmaders zijn er wel, die het niet beneden zich achten, al was 't dan ter sluiks, eens even een kijkje bij hem te nemen, - of die hem willende verbeteren, daarin niet mochten slagen. Dit is zeker: deze verzameling van spreekwoorden is de volledigste, die wij in onze taal bezitten, en als zoodanig van blijvende waarde. Door zijne bij de verklaringen tepasse gebrachte spreekwoorden, is het aantal aanmerkelijk grooter, dan uit zijne ‘lysten’ blijken kan. Tuinman had dan ook verschillende bronnen te zijner beschikking, die hij trouwens ook opgeeft, en die wij kennen onder de ns. 11, 13, 14, 15, 18, 21 en 26. 44. Adagia quaedam ac carmina magis obvia et ex optimis quibusdam auctoribus collecta nec non alphabeticè digesta. In gratiam studiosae juventutis. Brugis. vincent. m.d. cc. xxvii. kl. 8o. In alphabetische volgorde voor het Nederlandsch, welks spreekwoorden onder den naam Adag. quaedam zijn aangewezen, komen er hier 919 van voor, elk door een Latijnsch spreekwoord gevolgd. 45. Almanak van 1740, kl. 8o. De spreekwoorden, 345 in getal, hier voorkomende, zijn, voor de maanden des jaars, tot afdeelingen gebracht, echter niet naar het aantal dagen, zooals spieghel doet: in ééne maand slechts is het getal spreekwoorden gelijk het getal dagen, voor drie maanden vindt men elk een spreekwoord meer, en bij de overige maanden één of meer minder. Die afdeelingen zijn: Jan.: Van kostwinning, koophandel, enz.; Febr.: Spreekw. ontleent van visschen, jagen, vangen, enz.; Maart: Wel of kwalyk varen en gezind zijn; April: Dubbelzinnige Spreekw.; Mei: 't Vryen, huwelyk, kinderen, enz.; Junij: Van regering, kuipery, enz.; Julij: Scheepvaart en Landreizen; Aug.: Gebeurde en verzierde klugtvertellingen; Sept.: Oude meeningen en gewoonten; Oct.: Van oude of later Geschiedenissen; Nov.: Spreekw. ontleend van de keuken, en Dec.: Spreekw. ontleend van den kelder. Men ziet het aan de opschriften reeds, dat hier alles uit tuinman geput is. De spreekwoorden zijn wel op den datum aangewezen, zooals die van spieghel; maar 't cijfer is hier uit den aard der zaak en ter onderscheiding tevens achter en niet vóór den naam der maand gebracht, alzoo: Jan. 1 tot en met Dec. 27. 46. p. carlos folqman. Portugeese en Nederduitse Spraakkonst, met eene wydloopige naamnoeminge, verscheide t' zamenspraaken, en eene verzamelinge van de uitgeleezenste spreekwoorden van beide talen. Lisboa. galram. m. dcc. xlii. kl. 8o. De Collecçaō de varios proverbios Hollandezes, e Portuguezes komt voor bl. 122-127, voor de Nederlandsche, aangewezen met den naam Folqman, in alphabetische volgorde. 47. Lyste van Spreekwoorden, op verscheyde voorvallen toepasselijk. Door een Lief hebber der selve by een vergadert. Gedrukt in de Brouwery van de Wereld, in de Drukkery van kakodemus. 2 Deelen. kl. 8o. Aan beide Deelen gaat vooraf: Lyste van Rariteyten, die verkocht sullen werden, voor het 1e. Deel op den 32 van Bokkem-maand, in den Jare dat tweemaal drie soo veel doet als driemaal twee, en voor het 2e. Deel op den 33 van Haringmaand, in den Jare dat driemaal twee soo veel doet als tweemaal drie. Ten Huyse van anna folie. Alwaar de selve Rariteyten drie dagen na de Verkooping van niemand konnen gesien werden. Gedrukt in Arabien, midden op de Sand-Zee, in 't vervalle Kasteel van den Rasenden roeland. In het 1e. Deel vindt men 500, in het 2e. Deel 477 zulke spreekwoorden, die gebezigd worden met den naam van eenig mensch of dier of wel den duivel, die het zou uitgevonden hebben, bij de Duitschers Spreekwoorden in VoorbeeldenGa naar voetnoot(*) genoemd. Dat deze spreekwoorden echt zijn, toonen andere verzamelingen, waarin eenige, hier voorkomende, mede gevonden worden. De Klucht van den Pasquil-maecker voor den Duyvel, 2 Deelen, waarvan het 2e. Deel handelt over de Uyterse Juffers, en haer wonderlycke Avontuur by de Fransen uytgestaen, in welke beide Deelen men schier in elken regel een spreekwoord aantreft, is vooral rijk in die soort. Deze beide Lysten van Rariteyten en de eerste. Lyste van Spreekwoorden hebben tot vignet de Faam, terwijl voor de tweede Lyste van Spreekwoorden een Postbode te paard gevonden wordt. Echter heb ik nog een werkje in handen gehad, dat wel de opgegeven vignetten bevat voor de Lysten van Spreekwoorden, maar waar twee blaffende honden als vignet voor de Lysten van | |
[pagina 456]
| |
Rariteyten gevonden worden. In beide Deelen worden eenige spreekwoorden gevonden, die de grenzen der welvoegelijkheid overschrijden, en daarom niet zijn opgenomen; vele der hier voorkomende spreekwoorden, aangewezen met den gefingeerden naam Folie, missen allen historischen grond. - Er bestaat nog een andere druk van deze verzameling, waar de Lyste van Spreekwoorden niet door eene Lyste van Rariteyten wordt voorafgegaan. Plaats en drukker worden er aldus opgegeven: Te Zeg-waardt. By johannes silentiarium, in Momus. Het eerste Deel bevat hier 580 spreekwoorden, waarachter het laatste nommer (dat is: 500) der vorige verzameling ongenommerd is bijgevoegd; terwijl het tweede Deel 481 spreekwoorden groot is. In het eerste Deel hier zijn 83 spreekwoorden meer dan in het andere eerste Deel; doch 2 van het andere komen er niet voor. In het tweede Deel hier komen 7 spreekwoorden voor, die in het andere tweede Deel niet gevonden worden; doch 3 van het andere staan er niet. Ofschoon de naam folie hier niet voorkomt, zijn de spreekwoorden op dezelfde wijze aangewezen als daar, maar alleen voor het meerdere, en wel ter onderscheiding met den naam tusschen haakjes geplaatst, aldus: (Folie). 48. Adagiorum maximé vulgarium Thesaurus ex Probatissimis scriptoribus partim selectus, Carminibus partim redditus. In Gratiam Studiosae Juventutis. Aldenardae. vereecken. kl. 8o. Achteraan staat: Imprimi poterit, Gandavi hâc 25. Martii 1747, onderteekend door j.f. bruynsteen Lib. Cens. Vele van de 791 in alphabetische volgorde voorkomende Nederlandsche spreekwoorden, aangewezen onder den naam Adag. Thesaurus, elk door een Latijnsch gevolgd, worden mede in no. 44 gevonden; ofschoon de verandering in woorden of constructie groot genoeg is, om eene overneming buiten te sluiten. Er bevinden zich eene menigte spreuken in, die zeer zeker alle waarschijnlijkheid missen, dat ze tot spreekwoorden zijn overgegaan, en die daarom niet zijn opgenomen. 49. Zinryke Tydverdryver, aanwyzende eenige der besten en naden kelykste Spreukwoorden. Met duidelyke Uitleggingen en Verklaringen na de hedendaagsche Waerelds-loop; enz. In het Hoogduits beschreven door johannis lassenius. 2e. druk. Amst. wetekamp en eleveld. 1760. kl. 8o. Het zijn zedekundige vertoogen naar aanleiding van 40 spreekwoorden, waaronder 23 Nederlandsche; de laatste alleen zijn opgenomen, aangewezen met den naam Lassenius. 50. De Boere Studeerkamer, of Rariteytkraam der zotten en zottinnen. Beschreven door een Genoodschap Boeren. 2 Deelen. 's Grav. van os. 1765 en 1767. kl. 8o. Eene verzameling van 2 maal 12 vertoogen, naar aanleiding van evenzoovele Nederlandsche spreekwoorden, aangewezen onder den naam B. Studeerk. 51. g.w. rabener. antoni pansa van mancha's Verhandeling van Spreekwoorden, waarin word aangetoond hoedanig dezelven te verstaan en te gebruiken zyn, uitmakende, op ééne Verhandeling na, het 4e. Deel zijner Verzameling van Hekelschriften, uit het Hoogduitsch. Amst. meijer. mdcclxvii. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn ook Nederlandsch, en aangewezen met den naam Rabener. 52. Mr. zacharias hendrik alewijn. Mengelingen, behelzende verbasterde Spreekwyzen, en een aanhangzel van verminkte plaatzen in oude schryveren, gevolgd door II Bijlagen tot deze Verhandeling, betiteld: Mengelingen door nikolaas hinlópen, voorkomende, bl. 101-122, in de Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, 1e. Deel. Leyden. v.d. eyk en vygh. mdcclxxii. 4o. Wat hier als spreekwoord voorkomt, is aangewezen met den naam Alewijn. 53. [e. wassenbergh.] Verhandeling over de eigennaamen der Friesen. Met ses bijlagen, daartoe betrekkelijk. En eene toelage van Friesche spreckwoorden. Franeker. lomars. 1774. 8o. Het zijn dezelfde 57 Friesche Spreekwoorden van no. 30, in 't Nederlandsch overgebracht en opgehelderd, en daarom thans aangewezen met den naam Wassenbergh. 54. wilhelmus engelen. Specimen juridicum sistens paroemias quasdam juris Belgici illustratas. Trajecti ad Rhenum. v. paddenburg. mdcclxxvii. 4o. De 6 hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Engelen. 55. Annotationes ad antonii matthaei Paroemias Belgarum jurisconsultis usitatissimas. Auctore jano jacobo van hasselt. Neomagi. van campen. mdcclxxx. 8o. Behalve de 9 spreekwoorden van no. 32, komen hier ook op één na de 15 spreekwoorden van no. 39 voor, benevens de helft der spreekwoorden van no. 54, gelijkmede nog een groote 100, alle rechtskundige spreekwoorden, het een en ander aangewezen met den naam v. Hasselt. 56. joannis clarisse. Liber Proverbiorum quorumdam Latinorum cum explicationibus et originibus. Dit kl. 8o. Handschrift bevat 112 Pro- | |
[pagina 457]
| |
verbia en Explicationes, de laatste alleen voor de spreekwoorden in 't Nederlandsch, aangewezen met den naam Clarisse. Het behoort aan den Heer Mr. j.t. bodel nijenhuis, die er van zegt: ‘Prof. j. clarisse, geb. 1770, schijnt dit in zijne jongelingsjaren vervaardigd te hebben. Ik heb 't, 1840, op zijne studeerkamer onder prullaria gevonden,’ en alzoo gered, voeg ik er bij. 57. joannes lublink, den Jongen. Verhandeling over de Spreekwoorden, in zijne Verhandelingen over verscheidene onderwerpen, voorgeleezen in het Genootschap, Concordia et Libertate. Tweede Zevental, en daarvan de IVe. Verhandeling, bl. 83-121. Amst. mdcclxxxviii. 8o. De daarin voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als Lublink Verh. Deze uitgave was alleen voor de vrienden des verhandelaars, en bevatte drie Zeventallen. Later verscheen dit werk in 2 Deelen, onder den titel: Verhandelingen van joannes lublink, den Jongen. Rott. immerzeel jr. mdcccxxiii. 8o. De Verhandeling over de Spreekwoorden is de VIIIe. des eersten Deels, loopende van bl. 231-274. 58. a.a. van moerbeek. Sammlung einiger Holländischen Redensarten und Sprüchwörter, zijnde de Zweyter Anhang, voorkomende, bl. 239-272, in zijne Neue, vollkommene Holländische Sprachlehre. Leipzig. junius. 1791. kl. 8o. De opgaven van spreekwoorden in Fransche en andere Spraakkunsten heb ik in den regel niet opgenomen; omdat die werden gegeven met het doel, om eene andere taal te leeren, zoodat de daarin voorkomende spreekwoorden meesttijds woordelijk vertaalde vreemde spreekwoorden zijn, of daarvoor moeten gehouden worden, en alzoo te recht te wantrouwen. Iets anders is het met deze ‘Holländische Sprachlehre, verfertigt von adam abrahamsz. van moerbeek, Prediger bey der Taufgesinnten Gemeinde zu Dordrecht in Süd-Holland,’ welker spreekwoorden alle vertrouwen verdienen, en die daarom, met den naam v. Moerbeek aangewezen, onder onzen spreekwoordenschat zijn opgenomen. 59. [Mr. g.j. gales.] Twee Redevoeringen of zoogenaamde Voorleezingen, veelal in Hollandsche Spreekwoorden, gedaan in het Letterlievend Genootschap Doctrina et Amicitia. In den jaare 1790 en 1793, binnen Amsterdam. Amst. wijnands. mdccxcv. 8o. De daarin voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Gales. 60. j.f. martinet. Verzameling van Vaderlandsche Spreekwoorden, opgehelderd, ten gebruike der jeugd en in de schoolen. Amst. allart. 1796. kl. 8o. 2e. druk: Amst. 1807. 3e. druk: Leyden. du mortier en Zoon. 1829. Vroeger waren deze 72 opgehelderde spreekwoorden, aangewezen met den naam Martinet, van tijd tot tijd geplaatst in het Geschenk voor de Jeugd, door martinet en van den berg, in 12 Stukjes, uitgegeven. 61. Oorspronglyke Nederlandsche Logogryphen, of de Verzameling van Vaderlandsche Spreekwoorden, opgehelderd door j.f. martinet, in beeldtenissen, muzyk-, gefigureerde- en andere letteren voorgesteld, ten einde dezelve als Logogryphen te kunnen leezen. 1e. Afdeeling. Amst. van vliet. Zonder jaartal. kl. 8o. Op voorgestelde wijze worden hier de 24 eerste spreekwoorden van het vorige no. behandeld. De uitgever had het voornemen, nog in hetzelfde jaar van uitgave de beide ontbrekende Afdeelingen te leveren, waaraan echter niet schijnt voldaan te zijn. De aanwijzing dezer spreekwoorden was onnoodig, en is daarom niet geschied. 62. Magazijn van Spreekwoorden en Zedenspreuken, opgehelderd door voorbeelden en vertellingen, tot een leesboek voor de jeugd. Met platen, 3 Deelen. Amst. van vliet. mdccc-mdcccii. kl. 8o. Hetzelfde werkje is mede uitgegeven bij willems, doch zonder jaartal. De Nederlandsche bewerker heeft het, door zijne vrije vertaling, geheel tot een Nederlandsch product gemaakt, en de ‘Spreekwoorden, die bij onze Natie niet in gebruik zijn, weggelaten.’ Er worden 90 spreekwoorden opgehelderd; de ns. der spreekwoorden zijn doorloopend, en deze daarom slechts aangewezen onder den naam Magazijn, zonder daarbij het Deel te vermelden. Komt een spreekwoord in den tekst voor, dan is natuurlijk ook het Deel, waarin het staat, opgegeven. 63. christian august fischer. Holländische Sprichwörter aus dem Seeleben, voorkomende, bl. 106-108, in zijne herausgegeben Reiseabentheuer. Erstes Bändchen. Dresden. gerlach. 1801. kl. 8o. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Fischer. 64. [k.f. lossius.] Tafereelen uit het Daaglijksche Leven, benevens eenige Spreekwoorden, als Tooneelstukjes voor de Jeugd bewerkt. Amst. van vliet en van der hey. 1802. kl. 8o. De 2e. druk is van 1817, en dáár opgegeven: door den schrijver van Gumal en Lina. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Lossius. 65. joannes lublink, den Jongen. Over eenige Spreekwijzen in de Nederduitsche taal, zijnde, bl. 77-100, de vijfde en zesde Brief van zijne Brieven en Briefwisseling. Amst. allart. | |
[pagina 458]
| |
mdccciii. 8o. De daarin voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als Lublink Br. 66. Wysheid in Spreekwoorden, te vinden, bl. 134-142, in Angenaam Kinder School, 5e. uitgaave. Amst. Wed. dóll. mdccciv. kl. 8o. Hier worden 190 spreekwoorden opgenoemd, die onder den naam Wijsheid zijn aangewezen. 67. j.a.c. löhr. Voedsel voor het kinderlijk verstand, bestaande in Gesprekken, Vertellingen, Fabelen, Raadscls, Charaden, Spreekwoorden, Zedespreuken en Verklaringen van een aantal veelbeteekenende, en dagelijks in het gemeene leven voorkomende woorden. Vrij gevolgd naar het Hoogduitsch. 1e. Deel. Leyden. du mortier en Zoon. 1804. kl. 8o. 2e. druk, 1832. De Spreekwoorden en Zedespreuken vindt men, bl. 70-79, in de 6e. Afdeeling, waar 8 spreekwoorden worden verklaard, en de 90 van no. 62 opgegeven, welke laatste niet zijn aangewezen, de overige met den naam Löhr. 68. Leerzaam Geschenk voor de jeugd, bevattende eenige opgehelderde en toegepaste Spreekwoorden, versierd met fraaije zinnebeeldige platen. Sneek. holtkamp. Zonder jaartal. kl. 8o. De 8 hier voorkomende ‘opgehelderde en toegepaste spreekwoorden’ zijn aangewezen onder den naam Geschenk. 69. f. van aken. Nederlandsche Spreekwoorden, door voorbeelden opgehelderd, voor kinderen. Met plaaten. Amst. houtgraaf. (1807). kl. 8o. Hier worden 12 spreekwoorden opgehelderd, die aangewezen zijn met den naam v. Aken. Het is waarschijnlijk een 1e. Stukje, de overige ken ik echter niet. Volgens [de jong's] Alph. Naaml. van Boeken, van 1790-1832, bestaan er 4 Stukjes, wordende het 2e. en 3e. Stukje in de Vad. Letteroef. no. 15, van 1808, beoordeeld, en dáár gezegd, in 1807 en 1808 te zijn uitgegeven. 70. f. fokke sz. Verzameling van eenige, hier te lande gebruikelijke, Spreekwoorden; op eene vrolijke, onderhoudende en gemeenzame wijze verklaard en opgehelderd. Met Caricatuurplaten. Amst. saakes. mdcccx. 8o. Elk der 6 behandelde spreekwoorden afzonderlijk mdcccv-mdcccx. 2e. druk: ten brink en de vries. mdcccxxxi. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Fokke. 71. Mr. jacob henrik hoeufft. Taalkundige Aanmerkingen op eenige Oud-Friesche Spreekwoorden. Breda. van bergen. mdcccxii. 8o. 2e. uitgave, 1815. De hier behandelde spreekwoorden zijn dezelfde van no. 30 en 53, en aangewezen met den naam Hoeufft. 72. Spreekwoordenspel, in Wintervermaak voor kinderen van verschillenden ouderdom, die zich en hunne Medgezellen willen verlustigen, bestaande in Kunststukjes, Gezelschapsspelen, Raadzels, Charaden, Kwinkslagen, Anecdoten en Fabelen. Amst. tiel. (1813). kl. 8o. Een andere druk bij brave, mede zonder jaartal. Een der genoemde Gezelschapsspelen is het Spreekwoordenspel, waar, bl. 41-47, het spreekwoord: Eén gek maakt tien andere gekken, ten voorbeeld is genomen, en 32 andere ter behandeling worden opgegeven, alle aangewezen onder den naam Winterv. 73. w.g. reddingius. Hollandsche Spreekwoorden, opgehelderd door leerzame voorbeelden. Gron. zuidema. 1814. kl. 8o. De 56 spreekwoorden, die hier ‘opgehelderd’ worden, zijn aangewezen met den naam Reddingius. 74. Derde half honderd Vaderlandsche Spreekwoorden en -wijzen; aan den Heer Redacteur van het tijdschrift Euphonia, in antwoord op de noot in no. 30, waarmede de overige lezers niets te maken hebben, door post-steenus, voorkomende in no. 33 en 34, bl. 514-519 en bl. 521-525, van het 6e. Deel, 3e. Stuk van Euphonia; een tijdschrift voor den beschaafden stand. Utrecht. zimmerman. 1819. 8o. De daarin voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Euphonia. 75. a. van zutphen. Vaderlandsche Spreekwoorden, ten dienste van de hoogste klasse der Nederlandsche scholen, opgehelderd. 2 Stukjes. Gorinchem. noorduyn. mdcccxxi, en van der wal. 1823. kl. 8o. Op het voorbeeld van tuinman, waaruit veel, ook betrekkelijk het ‘opgehelderde,’ is overgenomen, zijn de spreekwoorden in afdeelingen verdeeld. Het 1e. Stukje heeft er 4, als: 1. Spreekwoorden, uit de H. Schrift ontleend, 2. Spr., gesproten uit het Heidendom, 3. Spr., herkomstig van vorige gebruiken onder de Christenen en 4. Spr., uit oude meeningen en gewoonten, te zamen met 38 verklaarde spreekwoorden. In het 2e. Stukje komen 5 afdeelingen voor, dáár hoofdstukken genoemd, als: 1. Spr., ontleend van oude of latere geschiedenissen, 2. Spr., ontleend van de keuken, 3. Spr., ontleend van kostwinning, koophandel, enz., 4. Spr. van scheepvaart, landerijen, enz. en 5. Spr., ontleend van slechte hartstogten, te zamen met 30 verklaarde spreekwoorden, weder, als in 't 1e. Stukje, van 1 af genommerd. Alles is aangewezen met den naam v. Zutphen. 76. Verzameling van Spreekwoorden en Zegs- | |
[pagina 459]
| |
wijzen, opgehelderd en toegepast. Een leesboek voor de jeugd en scholen. Sneek. smallenburg. 1822. kl. 8o. Hetzelfde werkje is in 1828 te Gron. bij schierbeek uitgegeven, die den titel heeft weggesneden, en door een' anderen vervangen, dat het eenigste is, wat het boekje anders heeft. De spreekwoorden, 50 in getal, zijn aangewezen onder den naam Verz. 77. vincent loosjes. Het Rundvee, voorkomende, bl. 134-152, in zijne Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxii. 8o. Een vertoog over de aan het Rundvee ontleende spreekwoorden, aangewezen als Loosjes Vee. 78. [c.c.f.] e[vert]s. Een verhaal uit den ouden tijd in Nederlandsche Spreekwoorden, in het Algemeen Letterlievend maandschrift, 6e. Deel, 6e. Stuk, bl. 226-234, 8e. Stuk, bl. 313-317, en 9e. Stuk, bl. 343-350. Amst. vink. 1822. 8o. Men vindt hier een 12tal spreekwoorden verklaard, door het bijbrengen van eene menigte andere. Dit verhaal is, volgens door den verhandelaar op mijn verzoek gegeven inlichting, ‘ontleend aan kemp's Leven der Doorluchtige Heeren van Arkel, ende Jaar-Beschrijving der stad Gorinchem, enz., bl. 274-278, hetwelk zijne geboorte te danken heeft aan een toevallig gesprek, in eenen vriendenkring te Gorinchem, over het gebruik der Nederlandsche spreekwoorden,’ voor de hier voorkomende met den naam Everts aangewezen. 79. n. van der hulst. M.D. Luim en Ernst, of verklaring en uitbreiding van eenige Vaderlandsche Spreekwoorden, welke van Eijeren ontleend zijn. 2 Stukjes. Rott. cornel. mdcccxxiii. 8o. Van de xvi hier bedoelde Spreekwoorden, bij welke in het voorbericht van het 2e. Stukje nog ii worden opgegeven, worden de vii eerste comisch beschouwd en uitgebreid. Als inleiding worden de spreekwoorden in het algemeen geklassificeerd en in voorbeelden opgenoemd, alle aangewezen met den naam v.d. Hulst. Die klassificeering, ‘systhematische rangschikking’ geheeten, is: α. Van beelden uit de natuur genomen, verdeeld in vier ‘klassen,’ als: I. Ontleend van de Dieren, II. Van de Planten, III. Van de Delfstoffen en IV. Van de gewone Natuurverschijnselen. β. Van beelden uit het gemeene leven en van alles, wat daartoe behoort, ontleend, verdeeld in tien ‘klassen,’ als: I. Van Volkszeden, Gewoonten en Godsdienst, II. Van Spijzen, III. Van Kleeding, IV. Van Nering en Handel, V. Aan Ambachten en Gereedschappen, VI. Van Spelen, VII. Van Reizen, VIII. Van het oorlog, IX. Van den Mensch zelve en X. Van algemeene of bijzondere gevallen of bekende Anecdoten of Fabelen. Die van geene beelden ontleend zijn, worden verdeeld in drie ‘onderdeelingen,’ als: α. Natuurkundige, β. Huishoudelijke en γ. Zedekundige. Later, mede in 1823, ook bij cornel, verscheen van denzelfden schrijver een Belangrijk woord aan het Letterlievend publiek, ten bewijze dat men geen onbepaald vertrouwen in Recensiën stellen kan, waar in het Naschrift nog bepaaldelijk over de spreekwoorden van dit onderwerp wordt gehandeld, en gewezen op het voorbericht van een 3e. Stukje, waarin de rest zal worden opgegeven, ‘daar de Spreekwoorden, van Eijeren ontleend, reeds tot een vijftigtal zijn aangegroeid.’ De dood heeft 's schrijvers plan verijdeld. 80. j.f. willems. Keur van Nederduitsche Spreekwoorden en Dichterlyke Zedelessen. Antw. wed. schoesetters. 1824. 8o. Het hier geleverde aantal is bijna 600, waarvan omtrent 300 als vreemde Spreekwoorden of Dichterlyke Zedelessen wegvallen, de overige behooren tot onze spreekwoorden, welke alleen zijn aangewezen, en wel met den naam Willems, waarachter i, ii, iii, iv, v, vi, vii of viii, naar de afdeelingen, waarin deze verzameling is verdeeld. Afdeeling I. handelt Over God, met 24 spreekwoorden, II. Over wysheid en deugd, in het algemeen, en hetgeen daermede strydig is, met de onderverdeeling: 1. Wysheid, 2. Zotheid, 3. Deugd en 4. Ondeugd, te zamen met 40 spreekw., III. Over eenige byzondere deugden en tegenovergestelde ondeugden, met de onderverdeeling: 1. Voorzichtigheid, 2. Matigheid, 3. Naerstigheid en Spaerzaemheid, 4. Leerzaemheid, 5. Liefde en Weldadigheid, 6. Vriendschap, 7. Dankbaerheid, 8. Waerheidsliefde, 9. Vredelievendheid, 10. Verdraegzaemheid en Lydzaemheid, 11. Gelatenheid en Geduld, 12. Zedigheid en Nederigheid en 13. Vergenoegdheid, te zamen met 177 spreekw., IV. Over 's menschen aerd en ingeborenheid, met 25 spreekw., V. Over leven en dood, met 24 spreekw., VI. Over geluk en ongeluk, met 37 spreekw., VII. Eenige byzondere lessen van levenswysheid, met 32 spreekw., en VIII. Gemengde Spreuken (lees: Spreekwoorden), 226 in getal. Onder de Spreekwoorden loopen overal de Dichterlyke Zedelessen heen, alle, zoowel de eene als de andere, berijmd. 81. vincent loosjes. De Boter, voorkomende, bl. 144-158, in zijne Nieuwe Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxiv. 8o. Een vertoog over de aan de Boter ontleende spreekwoorden, aangewezen als Loosjes Boter. 82. vincent loosjes. De Katten, mede | |
[pagina 460]
| |
voorkomende, bl. 182-199, in zijne Nieuwe Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxiv. 8o. Een vertoog over de aan de Katten ontleende spreekwoorden, aangewezen als Loosjes Kat. 83. a. van zutphen. Onze oude luidjes wisten ook zoo iets van den duivel, in het Alg. Letterl. maandschrift, 8e. Deel, 10e. Stuk, bl. 415-425, en 16e. Stuk, bl. 698-709. Amst. vink. 1824. 8o. Aan den duivel worden een dertigtal spreekwoorden ontleend, waarvan de twintig eerste ‘nader worden overwogen en der voorvaderen meening, in dezelve opgesloten, ontknoopt.’ Waarom ook de overige tien dezer spreekwoorden, gelijk de andere als v. Zutphen Duivel aangewezen, niet op gelijke wijze zijn behandeld, blijkt niet. 84. Vaderlandsche Spreekwoorden, in het Letterkundig Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak, bl. 546. Amst. van dijk. 1824. 8o. De 4 ‘van de veeteelt en den landbouw ontleende spreekwoorden’ zijn aangewezen onder den naam Lett. Mag. 85. Mr. willem bilderdijk. Proeve, by wege van uittreksel uit eene verklaring van meerdere Spreekwoorden en Spreekwijzen, voorkomende in zijne Nieuwe Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden. 2e. Deel, bl. 199-209, 3e. Deel, bl. 181-198, en 4e. Deel, bl. 193-208. Rott. immerzeel, jr. 1824 en 1825. 8o. De xviii doorloopend genommerde spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Bilderdijk. 86. De Spreuken des Tijds, (ter inleiding van Euphonia voor 1825) door post-steenus, voorkomende in no. 1, bl. 1-13, en no. 2, bl. 17-28, van het 1e. Stuk van Euphonia; een tijdschrift voor den beschaafden stand. Utrecht. zimmerman. 1825. 8o. De spreekwoorden, hier ‘Spreuken’ genoemd, zijn aangewezen onder den naam Tijd. 87. [j.p. sprenger] v[an] e[ijk]. Over het zinrijke en waardige van vele Oud-vaderlandsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 177-197, in de door hem verzamelde Fakkel of Bijdragen tot de kennis van het ware, schoone en goede. 1e. Jaarg. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxxv. 8o. De in deze verhandeling voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Fakkel. 88. p. van der willigen. Een Spreekwoord niet altijd een waar woord, in voorbeelden. Uitgegeven door de Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen. Amst. de vries, van munster en Zoon en van der hey en Zoon. 1825. 8o. In 22 hoofdstukken worden 45 spreekwoorden behandeld, aangewezen met den naam v.d. Willigen. 89. Rapeling van Vaderlandsche Spreekwoorden, ieder met zijn alibi bewezen, aan de woorden Schoen, Veer, Lam, Liggen, Man en Hond ontleend, geplaatst in den Algemeenen Konst- en Letterbode, 1825, ns. 39, bl. 221 en 222; 42, bl. 270 en 271; 43, bl. 286; en 46, bl. 333 en 334; en 1826, no. 8, bl. 121-125. Haarlem. Wed. loosjes pz. 8o. De hier bijgebrachte spreekwoorden zijn naar de woorden, waaraan ze ontleend zijn, aangewezen, en alzoo onder de namen Schoen, Veer, Lam, Liggen, Man en Hond. 90. hendrik Baron collot d'escury. Onze spreekwoorden, zijnde bl. 9-22 der Aanteekeningen en Bijdragen over de Taal, voorkomende in zijn' Holland's roem in Kunsten en Wetenschappen, met Aanteekeningen en Bijdragen. 3e. Deel. 's Grav. en Amst. Gebr. van cleef. 1826. 8o. De bijgebrachte spreekwoorden, aangewezen met den naam d'Escury, zijn ‘zoo van de zee en het water, als van de scheepvaart ontleend.’ 91. Verhandeling over het nuttig gebruik der Spreekwoorden, aan Appelen ontleend. Uitgesproken in het departement *** der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, voorkomende in no. 33, bl. 508-519, en no. 34, bl. 521-536, van het 3e. Stuk van Euphonia; een tijdschrift voor den beschaafden stand. Utrecht. zimmerman. 1826. 8o. Deze aan Appelen ontleende spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Appel. 92. paulus cornelis scheltema. Verzameling van Spreekwoorden, Gezegden en Anekdoten, benevens belangrijke geschied- en oudheidkundige Aanteekeningen, enz., meerendeels Vriesland en de Vriezen betreffende; alsmede taalkundige ophelderingen omtrent den oorsprong en de ware beteekenis van oude Vriesche woorden en gezegden. 2 Stukjes. Franeker. ypma. 1826, en Leeuw. schierbeek. 1831. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Scheltema. 93. d. braakënburg. Verzameling van Nederlandsche Spreekwoorden, opgehelderd voor de jeugd, en tot schoolgebruik ingerigt. Haarlem. Erven bohn. 1828. kl. 8o. Evenals v. zutphen deed (zie no. 75), heeft ook braakënburg, op het voetspoor van tuinman, zijne verzamelde spreekwoorden in afdeelingen verdeeld, en wel in 6, waarvan afdeeling 1. Spreekwoorden, ontleend uit de Heilige Schrift 9 spreekwoorden bevat, II. Spreekw., ontleend uit de Algemeene Geschiedenis 5, III. Spreekw., ontleend uit de Vaderlandsche | |
[pagina 461]
| |
Geschiedenis 9, IV. Spreekw., gesproten uit het Heidendom 6, V. Spreekw., afkomstig uit het Christendom 4, en VI. Spreekw., ontleend uit de gewoonten en handelingen der menschen 7. Deze spreekwoorden, voor elke afdeeling op nieuw genommerd, zijn aangewezen met den naam Braakënburg, waarachter in romeinsche cijfers de afdeeling, en in arabische het spreekwoord is opgeteekend. 94. m.c. de méry. Proverbes Flamands et Proverbes Hollandais, zijnde §§ xii en xiii van zijne Histoire générale des Proverbes, Adages, Sentences, Apophthegmes, dérivés des maeurs, des usages, de l'esprit et de la morale des peuples anciens et modernes, etc. Tome second. Paris. delongchamps. 1828. 8o. De Proverbes Flamands, aangewezen als de Méry Flam., zijn 10 in getal, en de Proverbes Hollandais, aangewezen als de Méry Holl., bevatten er 26. 95. j. v[an] o[osterwijk] bruyn. Tegenstrijdige Spreekwoorden, geplaatst, bl. 137-140, in den Almanak voor Blijgeestigen. Brussel. sacré. 1830. kl. 8o. De 13 paar tegenstrijdige spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Bruyn. 96. Mr. jacobus scheltema. Forklearing fen twae Friesche Spreckwirden, voorkomende, bl. 23-26, in het Friesch Jierboeckjen. Lieauwerd. suringar. 1830. kl. 8o. In het Jierboeckjen foar it jier 1831, bl. 22-24, wordt mede een Spreckwird forkleard. Later, onder het opschrift: Frisiaca, komen deze drie spreekwoorden vertaald voor, Deel VI, bl. 214-218 en bl. 228-230, in zijn Geschied- en Letterkundig Mengelwerk. Utrecht. van terveen. 1836. 8o. De vertaalde spreekwoorden zijn met den naam Scheltema aangewezen, welke aanwijzing zich van die van no. 92 onderscheidt, wáár, behalve de bladzijde, ook het Stukje met I en II is aangeduid. 97. Spreekwoorden, geen kinderen der ondervinding, door H. te H., voorkomende, bl. 409-422, in de Vaderlandsche Letteroefeningen. Amst. leeneman, v.d. kroe en yntema. 1830. 8o. De 4 spreekwoorden, hier voorgesteld als te strijden tegen den regel: ‘Spreekwoorden zijn kinderen der ondervinding,’ zijn aangewezen onder den naam Letteroef. 98. t.j. kerkhoven. Iets in den trant van cats, of Scheeps-spreekwijzen, voorkomende, bl. 131-136, in den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen voor 1831. Amst. brest van kempen. 12o. De spreekwijzen en spreekwoorden, hier alleen spreekwijzen genoemd, zijn aangewezen onder den naam Scheeps-Spreekw. 99. Over sommige Spreekwijzen, derzelver beteekenis en rigtig gebruik. (Brokstuk uit eene voorlezing.) Het stuk is geplaatst, bl. 102-116, in den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen. Amst. brest van kempen. mdcccxxxii. 12o. De hier voorkomende spreekwijzen en spreekwoorden, allen spreekwijzen geheeten, en ‘in twee klassen, bevestigende en vergelijkende, verdeeld,’ zijn aangewezen onder den naam Blijg. 100. Mr. jacobus scheltema. Lijst van eenige min bekende woorden, namen, gezegden, sprookjes, enz., achter de Volksgebruiken der Nederlanders, bij het vrijen en trouwen, voorkomende, Deel IV, Stuk iii, bl. 321-327, in zijn Geschieden Letterkundig Mengelwerk. Utrecht. van terveen. 1832. 8o. Aan het genoemde onderwerp ontleend, komen in deze lijst een 17tal spreekwoorden voor, aangewezen met den naam Scheltema, van no. 96 daarin onderscheiden, dat achter de bladzijde der lijst eene andere bladzijde tusschen haakjes is geplaatst, die nl., waar de spreekwoorden in het Werk zelf worden bijgebracht. 101. p. hornstra, jz. Voedsel voor verstand en hart, uit Spreekwoorden en Spreuken afgeleid; een leesboekje voor de middelste klassc eener lagere school. Sneek. holtkamp. 1832. kl. 8o. De hier voorkomende 37 spreekwoorden, ‘waaruit’ het genoemde ‘voedsel’ is ‘afgeleid,’ zijn aangewezen met den naam Hornstra; de daarachter geplaatste ‘spreuken en meeningen ten besluite’ zijn niet opgenomen. 102. l. koning. Verzameling van honderdveertig Spreekwoorden, opgehelderd, zoowel afzonderlijk als vereenigd met zijne overige Schetsen ter herinnering en oefening. In kl. 8o., doch zonder vermelding van den drukker, zijn deze Schetsen, naar op mijn verzoek gegeven inlichting van den verzamelaar, in 1833 ter perse gelegd. De daarin voorkomende 118 spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Koning. 103. Sermoen van pater proverbus, voorkomende, bl. 47-57, in den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen voor 1834. Amst. brest van kempen. kl. 8o. De vrucht van 's paters ijver, evenals hij zelf geheeten, is aangewezen onder den naam Sermoen. 104. j.h. halbertsma. Friesche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 29-32, in zijne Voorafspraak van De Lapekoer fen gabe scroar. | |
[pagina 462]
| |
tredde jefte. Dimter. de lange ean de brink. 1834. 8o. Hier worden 44 spreekwoorden uit no. 16 bijgebracht. Op mijne uitnoodiging heeft de schrijver deze spreekwoorden in 't Nederlandsch overgebracht, waarom er aanwijzing van kon worden gedaan, en dat met den naam Halbertsma is geschied. 105. Zevental Vaderlandsche Spreekwoorden, gelijkmede II, III, IV en V Zevental Vaderlandsche Spreekwoorden. kl. 8o. Het zijn stukjes uit onde Almanakken, te Rotterdam bij zwaamen en thompson uitgegeven. De Heer Dr. a. de jager, die ze mij leerde kennen, denkt, dat ze uit de jaren tusschen 1830 en 1840 zijn. Ik heb de daarin voorkomende spreekwoorden onder den naam Vad. Spreekw. aangewezen, waarachter i, ii, iii, iv of v, naar het Zevental, waarin ze voorkomen. 106. theod8. joh8. kerkhoven. Levenswijsheid, of een honderdtal Hollandsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 52-58, in den Nederlandschen Muzen-Almanak. Amst. immerzeel. 1835. 12o. Het honderdtal spreekwoorden is aangewezen met den naam Kerkhoven. Die hier Levenswijsheid gaf, leverde in no. 98 (dat ik eerst later leerde kennen) Scheeps-spreekwijzen. 107. c. van der vijver. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 205-220, in zijn verzameld Letter- en Geschiedkundig Allerlei; of Verpoozingen in ledige oogenblikken. 2e. Jaarg. Amst. van der vinne. mdcccxxxv. 8o. Een 25tal spreekwoorden, aangewezen met den naam v.d. Vijver, wordt hier uitgelegd. 108. j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend. Rott. mensing en van westreenen. 1835. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als v. Eijk I. Hierop kwamen, in 1836, Nalezingen en Vervolg. (Waarin ook de opgegevene donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, meerendeels worden opgehelderd.) Deze zijn aangewezen als v. Eijk I. nal. 109. a. wassenbergh. Friesche Spreekwoorden, in den Frieschen Volks-Almanak. 1836, bl. 89-95, 1837, bl. 113-124, en 1838, bl. 95-101. Leeuw. schierbeek. De beide eerste 12o., de laatste kl. 8o. Deze Friesche Spreekwoorden zijn voortgezet in den Nieuwen Frieschen Volks-Almanak. 1860, bl. 97-101, en 1863, bl. 93-102. Leeuw. kuipers. kl. 8o. De spreekwoorden zijn allen aangewezen met den naam Wassenbergh, waarachter i, ii, iii, iv of v is gevoegd, al naarmate de spreekwoorden uit den Almanak van 1836, 1837, 1838, 1860 of 1863 zijn opgenomen; waardoor eene onderscheiding met no. 53 ontstaat, waar alleen de bladzijde achter den naam is gevoegd. 110. g.j. meijer. Oude Nederlandsche Spreuken en Spreekwoorden; met taalkundige aanteekeningen uitgegeven. Gron. oomkens. 1836. 8o. Men vindt hier no. 6 benevens eene andere oude verzameling, (in no. 15 opgegeven, en achter deze lijst, waar de mij ontbrekende werken zijn opgenomen, herhaald) de spreekwoorden van goedthals bevattende, - doch daarvan weggelaten die spreuken en spreekwoorden, ‘welke, of nog dagelijks onveranderd onder ons gehoord worden, of, welke niets opmerkelijks voor taal of spelling opleveren,’ zooals de Aanteekenaar, bl. vi van het Voorbericht zegt. Wat van het hier medegedeelde als spreekwoord is opgenomen, is aangewezen met den naam Meijer. Op meer dan ééne plaats in de Bijlage is gebleken, dat deze ‘belangrijke verzameling,’ zooals ze te recht door den Aanteekenaar is ‘genoemd,’ met weinig naauwkeurigheid en groote willekeur is zamengebracht. 111. j.f. willems. Nederlandsche Spreekwoorden van den Vos, den Wolf, enz., zijnde Bylage V, bl. 295-301, van zijn' Reinaert de Vos. Episch fabeldicht van de twaelfde en dertiende eeuw. Gent. gyselynck. 1836. 8o. Onder de hier bijeengebrachte spreekwoorden komen eenige vreemde voor, die dus niet zijn opgenomen: dezulke nl., die uit no. 21 zijn overgenomen, en elders niet worden vermeld. De Nederlandsche spreekwoorden, in deze verzameling gevonden, zijn aangewezen als Willems Reinaert. 112. Proeve ter opheldering van eenige Spreekwoorden, geplaatst, bl. 621-624, in de Boekzaal der geleerde wereld, enz. voor Mei. Amst. Erven onder de linden en Zoon. mdcccxxxvii. kl. 8o. De 7 hier ‘opgehelderde spreekwoorden’ zijn aangewezen onder den naam Opheld. 113. Voorlezing over de waarheid, vervat in sommige Spreekwoorden, welke van de Zee, of het Scheepsleven ontleend zijn, voorkomende, bl. 69-88, in de Zeeplanten, of Voorlezingen uit het Noorden. Sneek. holtkamp. 1837. 8o. De 22 aan 't genoemde onderwerp ontleende spreekwoorden, wier ‘waarheid’ aan het licht wordt gebracht, zijn aangewezen onder den naam Zeepl. | |
[pagina 463]
| |
114. r. posthumus. Eene Lijst en korte opheldering van eenige Friesche Woorden, Spreekwijzen en Spreekwoorden, in De Vrije Fries. Mengelingen, uitgegeven door het Provinciaal Friesch Genootschap, ter beoefening der Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. 1e. Deel, 1e. Stuk, bl. 83-92, 1e. Deel, 3e. Stuk, bl. 233-248, 2e. Deel, 1e. Stuk, bl. 93-116, 3e. Deel, 2e. Stuk, bl. 200-217, vervolgd in De Vrije Fries. Mengelingen, uitgegeven door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. 4e. Deel, 1e. Stuk, bl. 94-104, 4e. Deel, 3e. Stuk, bl. 306-320, verder Nieuwe Reeks: 2e. Deel, 2e. Stuk, bl. 204-208, 2e. Deel, 3e. Stuk, bl. 241-254, 2e. Deel, 4e. Stuk, bl. 388-397, en 3e. Deel, 1e. Stuk, bl. 78-83. Leeuw. suringar. 1837, 1838, 1840, 1843, 1845, 1846, 1858, 1859 en 1860. 8o. Alphabetisch is de lijst slechts tot in de J voortgezet, waarmede gesloten is; want de schrijver is overleden - en we werden bij de laatste ‘ophelderingen’ niet, gelijk vroeger, op een ‘vervolg’ gewezen. Gelijk de opgave luidt, zijn in de vier eerste bijdragen van de lijst de Spreekwijzen te recht vóór de Spreekwoorden genoemd; - zonder dat blijkt waarom, is zulks bij de zes laatste bijdragen juist andersom gedaan. De spreekwoorden, in deze lijst opgenomen, zijn aangewezen met den naam Posthumus. 115. p. van waesberge. Sermoen over Geld en Geldzaken, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreekwijzen en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 160-172, in den Schiedamschen Almanak. Schiedam. goude. 1838. 12o. De spreekwoorden over Geld en Geldzaken, hier voorkomende, zijn aangewezen als v. Waesberge Geld. 116. Gemodernizeerde Spreekwoorden, door e. o, geplaatst, bl. 58-64, in den Nieuwen Almanak voor Blijgeestigen. Amst. Gebr. diederichs. 1838. kl. 8o. De 24 hier voorkomende spreekwoorden, die quasi ‘gemodernizeerd’ worden, benevens de 3 aan het eind staande, ‘alleen (en altijd) ware spreekwoorden,’ zooals ze geijkt worden, zijn aangewezen onder den naam N. Blijg. 117. e.w. van dam van isselt. Eenige Zeespreekwoorden. (Getrokken uit een meer uitgebreid gedicht over dat onderwerp.) Het gedicht komt voor, bl. 135-139, in den Nederlandschen Muzen-Almanak voor 1838. Amst. immerzeel jr. kl. 8o. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam v. Dam. 118. j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend, en eenige andere opgegevene. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxxxviii. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als v. Eijk II. Hierop kwamen, in mdcccxxxix, Nalezingen en Vervolg. (Waarin ook de opgegevene donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, meerendeels worden opgehelderd.) Deze zijn aangewezen als v. Eijk II. nal. 119. m.h. de graaff. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 69-130, in zijne Luimige en Ernstige Gedachten. Utrecht. bosch. 1838. 8o. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam de Graaff. 120. h. hoffmann von fallersleben. Niederländische Sprüchwörter, Denksprüche und sprüchwörtliche Redensarten, voorkomende bl. xxxviii en xxxix der Einleitung van zijne Horae Belgicae, pars sexta, ook onder den titel: Altniederländische Schaubühne. Abele Spelen ende Sotternien. Breslau. aderholz. 1838. 8o. De onder elk der opgegeven benoemingen hier voorkomende 29 spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Hoffmann. Het kenmerk van onderscheiding dezer aanwijzing en die van eenige spreekwoorden van no. 1 bestaat in het no., dat achter den naam gevoegd is in no. 1, daar hier, in no. 120, de bladzijde daarvoor in de plaats komt. 121. p. van waesberge. Sermoen over het Vrijen, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreuken en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 51-67, in den Schiedamschen Almanak. Schiedam. goude. 1839. kl. 8o. De spreekwoorden over het Vrijen, hier voorkomende, zijn aangewezen als v. Waesberge Vrijen. 122. Spreekwijzen en Spreekwoorden, welke in Drenthe gebezigd worden, geplaatst, bl. 206-210, in den Drenthschen Volks-Almanak. Koev. v.d. scheer. 1839. 12o. De 38 hier verklaarde spreekwijzen en spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Drenthe. 123. Pachter martijn. Over Spreekwoorden en Spreekwoordelijke gezegden, voorkomende, bl. 1-9, in het Avondonderhoud voor den huisselijken kring, naar Pachter martijn, starke, ezn. 's Grav. van stockum. 1839. 8o. De 3 hier verklaarde spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Martijn. 124. p. van waesberge. Sermoen over den Wijn, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreuken en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 10-19, in het Rotterdamsch Jaarboekje. Rott. wynands. 1840. | |
[pagina 464]
| |
12o. De spreekwoorden over den Wijn, hier voorkomende, zijn aangewezen als v. Waesberge Wijn. 125. d.h. van der meer. Iets over Spreekwoorden in het Algemeen en bijzonder over die, welke aan de Scheepvaart ontleend en van Frieschen oorsprong zijn, te vinden, bl. 121-133, in den Frieschen Volks-Almanak. Leeuw. schierbeek. 1840. kl. 8o. De aan 't genoemde onderwerp ontleende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam v.d. Meer. 126. a. de jager. Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche Spreekwoorden, in het door hem bijeenverzameld Taalkundig Magazijn of Gemengde Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche taal. 3e. Deel, bl. 81-128 en bl. 457-499, en 4o. Deel, bl. 695-697. Rott. wijnhoven hendriksen. 1840, en Deventer. ter gunne. 1842. 8o. De in deze Bijdragen voorkomende spreekwoorden, aangewezen als de Jager Bijdr., dienen hoofdzakelijk, om het in no. 118 voorkomende te verbeteren en aan te vullen. 127. Iets over Spreekwoorden en derzelver gebruik bij het onderwijs, voorkomende, bl. 76-92, in De Vrijmoedige. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding. 2e. Jaarg., no. 2. Amst. schalekamp, v.d. grampel en bakker. 1840. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Vrijmoedige. 128. j.f. willems. Spreekwoorden, die van Jan en Hans homen, te vinden, bl. 167-169, in het door hem uitgegeven Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands. Gent. gyselynck. 1840. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als Willems J. en H. 129. j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxli. 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen als v. Eijk III. 130. a. de jager. Toelichtende Bedenkingen op het Naschrift van den Heer j.p. sprenger van eijk, geplaatst achter zijne Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden, enz., aan het Landleven ontleend. Rott. wijnhoven hendriksen. 1841. 8o. ‘Het “Naschrift” [van no. 129], dat aanleiding gaf tot het opstellen en uitgeven dezer Toelichtende Bedenkingen,’ zegt de schrijver, ‘moest eene Beoordeeling heeten der Bijdragen over de Spreekwoorden, in het Taalk. Magazijn voorkomende,’ en als no. 126 opgeteekend. Voor aanwijzing is dit geschrift niet vatbaar. 131. [j. auwen jr.] Gedachten over Spreekwoorden, te vinden, bl. 751-758, in de Boekzaal der geleerde wereld, enz. voor Junij. Amst. Erven onder de linden en Zoon. mdcccxli. kl. 8o. Ik kende toen den naam des schrijvers niet, evenmin als van no. 135; daarom zijn de hier voorkomende spreekwoorden slechts aangewezen onder den naam Gedachten. Zij bevatten toelichtingen op eenige spreekwoorden, in de ns. 108, 118 en 129 geplaatst. 132. pr. van duyse. Spreekwoorden aen geestelijke zaken ontleend, voorkomende, bl. 192-233 en bl. 454-458, in het Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands, uitgegeven door j.f. willems. Gent. gyselynck. 1841. 8o. Eerst worden de spreekwoorden opgegeven, waarbij ‘het tydstip der wording’ met zekerheid is op te geven, ‘is het niet wegens 't wanneer? dan toch wegens 't na wat tydstip?’ Vervolgens bevatten de spreekwoorden de volgende opschriften: 1. De H. Schrift, 2. Op Bijbelplaetsen schynen te zinspelen, 3. God, 4. Jezus, 5. H. Geest, 6. Engelen, 7. O.L. Vrouw, 8. Helle, 9. Hemel, 10. Vagevuur, 11. Heiligen, 12. Kerk, 13. Geestelyke orden en 14. Duivel. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam v. Duyse. 133. Over sommige vergelijkende Spreekwijzen, door d.n.v.n., te L........., voorkomende, bl. 63-69, in den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen voor 1842. Hoorn. vermande. 12o. De 6 hier behandelde vergelijkende Spreekwijzen zijn aangewezen onder den naam Vergel. Spreekw. 134. h. guikema. Vijftig leerzame verhalen, ontleend uit de Nederlandsche Spreekwoorden; ten dienste der scholen. Gron. scholtens. 1842. kl. 8o. Tweede Vijftigtal. 1843. De ‘voorrede’ van de [eerste] vijftig leerzame verhalen geeft recht, het tweede vijftigtal aan denzelfden schrijver toe te kennen, ofschoon zijn naam op den titel niet is opgenomen. De spreekwoorden van het laatste zijn daarom, zoowel als die van de eersten, met den naam Guikema aangewezen. 135. [j. auwen jr.] Over eenige Groninger Spreekwoorden, in De Huisvriend. Gemengde lectuur voor Burgers in Stad en Land, verzameld door j.j.a. goeverneur. 1e. Deel, 1843, bl. 393, en 2e. Deel, 1844, bl. 128, 359 en 360. Gron. van bolhuis hoitsema. 8o. De 7 + 7 + 11 spreekwoorden, die hier in drie bijdragen worden verklaard, zijn aangewezen onder den naam Huisvriend. | |
[pagina 465]
| |
136. Opmerkingen, betreffende eenige Spreekwoorden, voorkomende, bl. 57-80, in Ernst en Luim, of Uren aan de beschouwing van verschillende onderwerpen gewijd, door v.d.m. 's Grav. kloots en Comp. 1843. 8o. Men vindt hier 9 verklaarde spreekwoorden, aangewezen onder den naam Ernst en Luim, welke hun aanwezen aan 's menschen handen verschuldigd zijn. 137. Zaanlandsche Spreekwoorden, door x., in het Zaanlandsch Jaarboekje. 1844, bl. 152, 1846, bl. 122-124, en 1849, bl. 137-140. Zaandijk. heynis tsz. 12o. Aangewezen onder den naam Zaanl., waarachter I, II of III, naarmate de 2 + 2 + 5 spreekwoorden in den Almanak van 1844, 1846 of 1849 voorkomen, worden deze verklaard. 138. j.p. sprenger van eijk. Het spreekwoordelijk gebruik van bijbeltaal in de burgerlijke zamenleving, beoordeeld. Rott. mensing & van westreenen. (1844.) 8o. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam v. Eijk, welke aanwijzing zich van die van de ns. 108, 118 en 129 onderscheidt, daar hier alleen de bladzijde van 't werkje achter den naam des schrijvers staat. 139. Gemeenzame Nederlandsche Volksspreuken, voorgesteld in Leerzame Verhalen, ten dienste der lagere scholen. Amst. leepel & brat. 1844. kl. 8o. De 21 verklaarde spreekwoorden, hier spreuken geheeten, zijn aangewezen onder den naam Spreuk. 140. Spreekwoorden en Spreekwijzen van den Neus, voorkomende, bl. 140-143, in de Humoristische schetsen over den Neus. Devent. de lange. 1844. 8o. Deze spreekwoorden en spreekwijzen zijn aangewezen onder den naam Neus-Spreekw. 141. symeon anton [antony moens]. Korte verklaring en uitbreiding van twee Vaderlandsche Spreekwoorden, aan Katten ontleend. Eene voorlezing, voorkomende, bl. 1-29, in zijn Allerlei. Lectuur voor Rijken en Armen, Ouden en Jongen, Blijgeestigen en Zwaarmoedigen, enz. enz. Rott. mensing & van westreenen. 1845. 8o. De genoemde spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Anton, een gedeelte van het anagram, waaronder de schrijver zich deed kennen. 142. symeon anton [antony moens]. Verklaring en uitbreiding van drie Vaderlandsche Spreekwoorden, aan de Kleeding ontleend. Eene voorlezing, voorkomende, bl. 30-52, in zijn Allerlei. Lectuur voor Rijken en Armen, Ouden en Jongen, Blijgeestigen en Zwaarmoedigen, enz. enz. Rott. mensing & van westreenen. 1845. 8o. De hier behandelde spreekwoorden zijn, evenals die van no. 141, met den naam Anton aangewezen, door eene andere achtergevoegde bladzijde van het vorige nommer onderscheiden. 143. g.c.m[ulder]. Over de Spreekwoorden, voorkomende, bl. 406-437, in de Nieuwe Nederlandsche Spraakleer, naar de beste bronnen bewerkt en gestaafd door het gezag der voornaamste hedendaagsche schrijvers. Nijm. haspels. 1846. 8o. Hetzelfde werk werd, in 1848, te Dordr. bij lagerwey uitgegeven. De titel is 't eenige onderscheid, dat men aantreft; de naam des schrijvers staat er, die vroeger alleen aan 't einde van het ‘voorberigt’ door de letters g.c.m. werd aangewezen. Er wordt gehandeld over den Aard en oorsprong der Spreekwoorden, waarna een aantal van 262 Nederlandsche Spreekwoorden volgt, in alphabetische orde opgegeven, die alle worden ‘opgehelderd.’ Ze zijn aangewezen met den naam Mulder. 144. Prof. l.g. visscher. Spreekwoorden, te vinden in de Kronijk van het Historisch Gezelschap te Utrecht. 3e. Jaarg., bl. 210-215. Utrecht. kemink en Zoon. 1847. 8o. De 14 spreekwoorden, die hier worden verklaard, zijn aangewezen met den naam Visscher. 145. Mr. l. ph. c. van den bergh. Spreuken en Spreekwoorden voorkomende in den Roman van heinric en margriete van limborch, gedicht door heinric, zijnde bl. 270-272 van het 3e. Deel der Nieuwe Reeks van Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Leiden. luchtmans. 1847. 8o. De 29 hier opgenomen spreekwoorden, waaronder ook, die als spreuken betiteld worden, zijn aangewezen met den naam v.d. Bergh. 146. manvis. Een Spreekwoord in Spreekwoorden bewerkt, geplaatst in de Honigbij, of Bloemlezing op het gebied van Kunst, Wetenschap en Smaak. 6e. Jaarg., bl. 123 en 124. Amst. laarman. 1847. fol. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Manvis. 147. p.j. harrebomée. Twaalftal Nederlandsche Spreekwoorden, voorkomende, 1e. Deel, bl. 373-392, in het door Dr. a. de jager verzameld Archief voor Nederlandsche Taalkunde. Amst. portielje. 1847-48. 8o. Tweede twaalftal, aldaar: 2e. Deel, bl. 243-260, in 1849-50. Derde twaalftal, aldaar: 3e. Deel, bl. 169-183, in 1851-52. Vierde twaalftal, aldaar: 4e. Deel, bl. 337-356, in 1853-54. Vijfde twaalftal, voorkomende, bl. | |
[pagina 466]
| |
283-310, in het door Dr. a. de jager verzameld Nieuw Archief voor Nederlandsche Taalkunde. Amst. portielje. 1855-56. 8o. De hier behandelde spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Harrebomée, waarachter in Romeinsche cijfers het nommer van het twaalftal is geplaatst, gevolgd door het nommer van het spreekwoord in Arabische cijfers. 148. Verklaring van een vijfentwintigtal Vaderlandsche Spreekwoorden, voor de Nederlandsche jeugd. Met Afbeeldingen. Amst. Erven van munster en Zoon. 1848. kl. 8o. Deze spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Verkl. 149. h.c. van hall. Landbouwkundige Spreekwijzen, geplaatst in den Almanak voor Landbouwers en Veehouders. 1849, bl. 1-10, 1851, bl. 1-6, en 1852, bl. 1-6. Leeuw. eekhoff. k. 8o. Deze spreekwoorden, hier spreekwijzen genoemd, zijn aangewezen met den naam v. Hall, waarachter I, II of III, naarmate de spreekwoorden in den Almanak van 1849, 1851 of 1852 voorkomen. 150. De Antwerpsche sancho-pança. Verzameling van ongeveer 700 spreekwoorden, uitdrukkingen en vergelykingen, die dagelyks onder het volk voorkomen. Almanach voor 1849. Antw. buschmann. kl. 8o. De ‘tweede uitgaef’ verscheen in den Almanach voor 1850. Deze spreekwoorden en spreekwijzen (tot de laatste behooren de hier genoemde ‘uitdrukkingen en vergelykingen’) zijn aangewezen met den gefingeerden naam Sancho-Pança. 151. j.a.m. mensinga. Spreekwijzen en Spreekwoorden, aan den Haan ontleend, voorkomende, no. 5, bl. 210-219, in De Recensent, ook der Recensenten. Amst. v.d. hey en Zoon. 1849. 8o. De hier bijeengebrachte spreekwoorden, voor zooverre zij niet tot den vreemde behooren, zijn aangewezen met den naam Mensinga. Dat ik eenige als vreemde heb moeten verwerpen, is buiten schuld van den schrijver. Op vereerend aanzoek had ik de bedoelde spreekwoorden afgestaan, ook die uit no. 21, zonder te kunnen bepalen, of toen reeds mijne aanvrage omtrent dit no. heeft plaats gehad. (Zie Alg. Konst- en Letterb. no. 25 van 1848.) De schifting is althans van later' datum. 152. [Dr. j. van] v[loten]. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 369, in zijne Verzameling van Nederlandsche prozastukken, van 1229-1476, naar tijdsorde gerangschikt. Leiden en Amst. gebhard & Comp. 1851. 8o. Deze spreekwoorden, aangewezen met den naam v Vloten, zijn getrokken uit het exemplaar van no. 1, dat te Delf in hollandia is gedrukt. 153. j.m. schrant. Ghemeene Duytsche Spreckwoorden, voorkomende, bl. 275-278, in het door hem verzameld Oud- Neêrlandsch Rijm en Onrijm. Leiden. v.d. hoek. 1851. kl. 8o. De hier gegeven spreekwoorden, aangewezen met den naam Schrant, bevatten een uittreksel van de beide gedeelten, waaruit no. 110 is samengesteld. 154. Eenige Friesche Spreekwijzen en Spreekwoorden, verzameld en opgeteekend door w. de wendt, in leven Schoolmeester te Ternaard. Uitgegeven en opgehelderd door r. posthumus, opgenomen in den Frieschen Volks-Almanak van 1852, bl. 49-61. Vervolg, opgenomen in den Nieuwen Frieschen Volks-Almanak van 1854, bl. 60-65. Nogmaals Vervolg, opgenomen in den Nieuwen Frieschen Volks-Almanak van 1858, bl. 129-133. Sneek. v. druten & bleeker, Franeker. ippius fokkens, en Leeuw. kuipers. kl. 8o. Deze spreekwijzen en spreekwoorden zijn aangewezen met den samengestelden naam de Wendt-Posthumus. 155. Mr. a. modderman. Bijdragen tot de Huishoudkunde, in voorlezingen, meerendeels zamengesteld uit Spreuken, Spreekwijzen en Spreekwoorden. Gron. schierbeek. 1852. 8o. De hier voorkomende spreekwijzen en spreekwoorden (ook als Spreuken opgegeven) zijn aangewezen met den naam Modderman. 156. p. bogaert. Toegepaste Spreekwoorden. Een boek voor het volk. Uitgaven van het Willems'-fonds. Nr. 5. Gent. v. doosselaere. 1852. 8o. Deze toegepaste spreekwoorden zijn onder de volgende opschriften gebracht: 1. Huishoudelyke Zaken, 2. Opvoeding der Kinderen, en 3. Ambachten, Neringen, Koophandel, Staten, Beroepen en Ambten. De hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Bogaert. 157. g. van sandwijk. Spreekwoorden aanschouwelijk voorgesteld en verklaard. Een lees- en prentgeschenk voor de jeugd, versierd met 48 plaatjes. Purm. schuitemaker. (1852.) 4o. De hier voorkomende spreekwoorden, aangewezen met den naam v. Sandwijk, zijn, evenals tuinman dat deed, en waarin v. zutphen en braakënburg hem zijn gevolgd, in 7 afdeelingen verdeeld, waarvan de 1e. Spreekwoorden, ontleend uit de Gewijde geschiedenis 8 spreekwoorden bevat, de 2e. Spreekw., ontleend uit de Ongewijde geschiedenis 8, de 3e. Spreekw., | |
[pagina 467]
| |
ontleend uit de Fabelleer 4, de 4e. Nederlandsche spreekw. 8, de 5e. Spreekw., uit Nederlandsche volksspelen ontleend 4, de 6e. Spreekw. uit het scheepsleven 4, en de 7e. Algemeene spreekw. 12. 158. Volks-Almanak, voor 1853, bevattende Verhalen, Liedjes, Anekdoten enz., en een Sprek-woord per Dag. Uitgaven van het Willems'-fonds. Nr. 6. Gent. v. doosselaere. kl. 8o. Op het voorbeeld van spieghel (no. 11), van wien zelfs veel is overgenomen, vindt men hier de spreekwoorden naar den datum geplaatst; doch thans maar één spreekwoord voor elken dag, en niet, zooals spieghel deed, in rubrieken naar de maanden verdeeld, maar zonder daarbij eenige volgorde in acht te nemen. Ook hier zijn de spreekwoorden op den datum aangewezen, alzoo van 1 Jan. tot en met 31 Dec., maar thans, ter onderscheiding, met het jaartal 53 daarachter gevoegd. 159. t. raven, hz. Toegepaste Spreekwoorden, Gezegden en Voorvallen. Een leesboek voor de scholen. Gron. folkers. 1853. kl. 8o. De spreekwoorden en spreekwijzen (de laatsten hier Gezegden genoemd, en als Voorvallen aangeduid), xxxvi in getal, zijn aangewezen met den naam Raven. 160. Dr. a. de jager. Nieuwe Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 23-50, in zijn verzameld Archief voor Nederlandsche Taalkunde. 4e. Deel, 1e. Stuk. Amst. portielje. 1853. 8o. De hier bijeengebrachte spreekwoorden zijn aangewezen als de Jager N. Bijdr. 161. Mr. m.c. van hall. De Nederlandsche Spreekwoorden, tot het Regt betrekkelijk, voorkomende, bl. 247-314, in de Nieuwe Bijdragen voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, verzameld en uitgegeven door Mr. c.a. den tex en Mr. j. van hall, 3e. Deel, no. 2. Amst. müller. 1853. 8o. Hiertoe behoort mede het spreekwoord: Kerkegoed heeft ijzeren tanden, geplaatst in het 2e. Deel, no. 2, bl. 260-264, van dat Tijdschrift. Deze spreekwoorden zijn aangewezen met den naam v. Hall, welke aanwijzing zich daardoor onderscheidt van die van no. 149, dat alleen de bladzijde van de verzameling achter den naam is gevoegd. 162. p.j. harrebomée. Eenige beschouwingen over den Tijd, in betrekking gebragt tot het Lager Onderwijs, in spreekwoorden, aan den Tijd ontleend, voorkomende, bl. 284-312, in De Zuid-Hollander, Tijdschrift voor Opvoeding en Onderwijs, 2e. Jaarg., 4e. Alf. Leiden. noothoven v. goor. 1853. Er zijn in deze beschouwingen, welker spreekwoorden zijn aangewezen als Harrebomée Tijd, vele, zelfs zinstorende fouten ingeslopen; maar ik heb geene correctie gehad. 163. Spreekwoorden en Zegswijzen historisch toegelicht, in De Huisvriend. Gemengde lectuur voor Burgers in Stad en Land, verzameld door j.j.a. goeverneur. 13e. Deel, bl. 287. Gron. v. bolhuis hoitsema. 1855. 8o. Om 4 spreekwoorden (hier ook als Zegswijzen opgegeven), die aangewezen zijn als Huisvriend 1855, toe te lichten, worden evenzoovele feiten uit de algemeene historie bijgebracht. 164. p.j. harrebomée. De Zedeleer, voorgesteld in Spreekwoorden, aan God ontleend, afgedeeld naar de maanden en dagen des jaars 1856. Purm. schuitemaker. Evenals in no. 11 zijn de hier voorkomende spreekwoorden, naar de maanden des jaars, in 12 afdeelingen verdeeld, als: Jan.: Geluk; Febr.: Werkzaamheid; Maart: Geloof en hoop; April: Pligtsbetrachting; Mei: Zoo gaat het in de wereld; Junij: Voorzigtigheid; Julij: Gods goedheid; Aug.: Gods wil; Sept.: Gods hulp; Oct.: Gierigheid, zelfzucht, traagheid en hoogmoed; Nov.: Straf, en Dec.: Dubbelzinnige handelingen. Gelijk spieghel's verzameling, en zooals in no. 158 is geschied, is elk spreekwoord op den datum aangewezen, alzoo van 1 Jan. tot en met 31 Dec., waarachter het jaartal 56 is geplaatst, waardoor eene onderscheiding met no. 11, evenzeerals met no. 158, ontstaat. 165. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 125-128, in den Volks-Almanak, voor 1856. Uitgaven van het Willems'-fonds. Nr. 16. Gent. v. doosselaere. kl. 8o. De 134 spreekwoorden, hier samengebracht, zijn aangewezen onder den naam Gent. 166. Spreekwijzen en Opmerkingen betrekkelijk den Landbouwer en zijn bedrijf, voorkomende, bl. 68-91, in den Landhuishoudkundigen Almanak, ten dienste van land- en buitenman, voor 1856. Gron. oomkens. kl. 8o. De hier bijeengebrachte spreekwijzen en spreekwoorden (alleen als Spreekwijzen opgegeven, en waarbij tevens ook Opmerkingen zijn gevoegd) zijn aangewezen onder den naam Landbouwer. 167. p.j. harrebomée. Het is eene kraai in paauwen-vederen, en andere spreekwoorden, aan Esopus' fabelen ontleend, voorkomende, bl. 242-246, in De Nederlandsche Taal, Tijdschrift ter bevordering van Nederlandsche Taalkunde, voor beoefenaars der Taal. Eerste Jaarg. Gron. oomkens. 1856. 8o. De hier verzamelde spreekwoorden zijn aangewezen als Harrebomée Esopus. | |
[pagina 468]
| |
168. Mr. j. van lennep. Zeemans-woordeboek, behelzende eene verklaring der woorden, by de Scheepvaart en den Handel in gebruik en een opgave der algemeene Wetsbepalingen, daartoe betrekkelijk, en der Spreekwijzen, daaraan ontleend, een en ander voorzien met taalkundige opmerkingen en aanhalingen uit onderscheidene schrijvers. Amst. binger. 1856. 8o. Het is eene nieuwe uitgave van no. 36: winschootens Seeman. Bij de verdienste, die dit werk ontegenzeggelijk bezit, schijnen echter drie dingen nog niet uitgemaakt te zijn: waar vindt men den ervarensten loods, op welks kompas kan men veiligst varen, en waar is de rijkste en beste lading scheep - bij het (nieuwe) Zeemans-woordeboek of bij den (ouden) Seeman? De spreekwoorden, die in 't werk voorkomen, zijn aangewezen met den naam v. Lennep. 169. Spreekwijzen en Opmerkingen, betrekkelijk de Veeteelt en eenige Landbouwers-gereedschappen, voorkomende, bl. 104-135, in den Landhuishoudkundigen Almanak, ten dienste van land- en buitenman, voor 1857. Gron. oomkens. kl. 8o. De hier bijeengevoegde spreekwijzen en spreekwoorden, waarschijnlijk van denzelfden verzamelaar als die van no. 166, worden, evenals dáár, slechts Spreekwijzen genoemd, met bijgevoegde Opmerkingen, en zijn aangewezen onder den naam Veeteelt. 170. a.e. zwitzers. Elementarbuch der Niederländischen Sprache. Hannover. hahn. 1857. 8o. De XXI in deze grammaire bijeengebrachte Spreekwoorden komen hoofdstuk XXI, bl. 79 en 80, voor, en zijn aangewezen met den naam Zwitzers. 171. p.j. harrebomée. Eenige opmerkingen over de Opvoeding der jeugd, naar aanleiding van de spreekwoorden, aan het Kind ontleend, voorkomende, bl. 95-105, 180-189 en 214-231, in het Nieuw Nederlandsch Tijdschrift voor Opvoeding en Onderwijs, ten dienste van Ouders, Onderwijzers, Schoolbesturen en allen, die in het Onderwijs en de Opvoeding der jeugd belangstellen. Nieuwe serie. Derde Jaarg. Gron. scholtens. 1857. 8o. Deze spreekwoorden zijn aangewezen als Harrebomée Kind. 172. j.p. schaberg. Spreekwijzen, Spreekwoorden, Spreuken, voorkomende, bl. 65-76, in De Nederlandsche Paedagoog. Tijdschrift voor gevestigde en aankomende Onderwijzers. Wageningen. v. hattum. 1857. 8o. De spreekwijzen en spreekwoorden (hier ook Spreuken genoemd), die in deze verzameling staan, zijn aangewezen met den naam Schaberg. 173. henry g. bohn. Dutch Proverbs, voorkomende, bl 296-345, in 's verzamelaars A Polyglot of foreign Proverbs comprising French, Italian, German, Dutch, Spanish, Portuguese, and Danish, with English Translations and a general index. London. bohn. (1857.) kl. 8o. Het aantal Nederlandsche spreekwoorden, aangewezen met den naam Bohn, bedraagt 949, in alphabetische volgorde geplaatst. Blijkens het Voorbericht is de Nederlandsche tekst nagezien door ‘Mr. john van baalen, of Rotterdam,’ en toch zijn er vele, zelfs zoo groote fouten in, dat men, in sommige gevallen, het spreekwoord moet kennen, om het hier terug te kunnen vinden, waarvan de Bijlage enkele voorbeelden heeft opgenomen. Naar het aantal bladzijden (ik heb de spreekwoorden der overige natiën niet geteld), dat hier door de spreekwoorden wordt ingenomen, te oordeelen, zouden de Engelschen 3½ maal zooveel spreekwoorden hebben, dan wij bezitten, en 2½ maal zooveel dan de Spanjaarden, die in rang op de Engelschen volgen; terwijl, na de Engelschen en Spanjaarden, wat het aantal spreekwoorden betreft, al verder de Italianen, Franschen, Duitschers, Denen, Nederlanders en Portugeezen in volgorde voorkomen. In de schatting van den Engelschman schijnt dus het aantal onzer spreekwoorden, in vergelijking met dat van andere natiën, niet bijzonder groot te zijn; en toch is het bijna als zeker te stellen, dat het Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal voor den Engelschen verzamelaar of voor ‘Mr. john van baalen, of Rotterdam’ niet gesloten bleef. 174. Dr. a. dejager. Gemengde spreekwijzen en spreekwoorden, voorkomende, bl. 418-420, aan het slot van de Verklarende woordenlijst op de kantteekeningen van den Statenbijbel, geplaatst in zijne Latere Verscheidenheden uit het gebied der Nederduitsche Taalkunde. Dev. ter gunne. 1858. 8o. Deze spreekwijzen en spreekwoorden, 25 in getal, zijn aangewezen met den naam de Jager. 175. h.g. roodhuijzen. Lessen van Levenswijsheid, geput uit eenige Nederlandsche Spreekwoorden. Een leesboek voor de Scholen. Amst. hassels. (1860.) kl. 8o. De 16 hier voorkomende spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Roodhuijzen. 176. p.j. harrebomée. Tiental Nederlandsche Spreekwoorden, voorkomende in De Taalgids. Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederl. Taal, onder redactie van Dr. a. de jager en Dr. l.a. te winkel. 3e. Jaarg., bl. 40-57. Utrecht. v.d. post. 1861. 8o. Deze spreckwoorden zijn aangewezen met den naam Harrebomée. | |
[pagina 469]
| |
177. p.j. andriessen. Over het verband tusschen het karakter eener natie en de spreekwijzen en spreekwoorden harer taal, zijnde het tweede gedeelte zijner Verhandeling Over het verband tusschen volk en taal, voorkomende, bl. 226-232, in De Nieuwe Recensent. Tijdschrift voor Wetenschap en Smaak. Amst. ipenbuur & v. seldam. 1861. 8o. Onder de Fransche, Duitsche en Engelsche spreekwijzen en spreekwoorden, in het tweede gedeelte der Verhandeling met de onzen vergeleken, worden er 25 uitsluitend aan hen toegeschreven, die werkelijk ook Nederlandsche zijn. De overige Nederlandsche spreekwijzen en spreekwoorden zijn aangewezen met den naam Andriessen. 178. alof. Spreekwoordenboek voor scholen en huisgezinnen. Alkmaar. coster. 1861. kl. 8o. Het aantal hier behandelde spreekwoorden, aangewezen met den naam Alof, is 50; zij worden voor de jeugd opgehelderd. 179. Spreekwoorden, door i.l.i.h., voorkomende, bl. 91-96, in het Tijdschrift: Bibliotheek voor het huisgezin. Gezellig en nuttig onderhoud aan den huiselijken haard. Leeuw. suringar. 1862. 8o. De 6 hier besproken wordende spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Bibliotheek. 180. h. molema. Nederduitsche Spreekwoorden, voorkomende in De Taalgids. Tijdschrift tot uitbreiding van de kennis der Nederl. Taal, onder redactie van l.a. te winkel en j.a. van dijk. 4e. Jaarg. 1862. bl. 236-288, en 5e. Jaarg. 1863. bl. 145-189. Utrecht. v.d. post. 8o. Bij de Nederduitsche Spreekwoorden worden de gelijkluidende Nederlandsche, aangewezen met den naam Molema, tevens opgegeven. In de eerste afdeeling komen evenwel 45, en in de tweede 34 Nederduitsche Spreekwoorden voor, die niet voor Nederlandsche worden verklaard, maar die het toch werkelijk zijn. 181. Te verbeteren Spreekwoorden, voorkomende in De Huisvriend, Gemengde lectuur voor Burgers in Stad en Land, verzameld door j.j.a. goeverneur. XXIste. Deel, bl. 47 en 48. Gron. v. bolhuis hoitsema. 1863. 8o. Het is no. 116, op de dáár behandelde ns. 4, 13, 16, 18, 20, 22 en 23 na, die, naar mijn inzien, evenveel recht hadden als de overige 17, om overgenomen en ironisch behandeld te worden. Ook dat ironische is grootendeels nageschreven. Van de aan het eind van no. 116 geplaatste ‘drie alleen en altijd ware spreekwoorden’ worden twee overgenomen, en voor het derde drie andere in de plaats gebracht. De hier behandelde spreekwoorden zijn aangewezen als Huisvriend 1863. 182. Geschiedenis en uitlegging van Spreekwoorden, voorkomende in het Nederlandsch Magazijn van 1863, bl. 87, 96, 104, 110-111, 116, 124, 207, 224, 232, 236-237, 242-243, 288 en 383-384. Het eerste der XIII stukken is geteekend D, het laatste B. Amst. v. es. fol. Voortgezet in hetzelfde Tijdschrift van 1864, bl. 88, 136, 200, 208, 223, 240, 304 en 334-335; waar alle stukken ongeteekend bleven, maar wel van de hand van D of B zullen zijn. De hier behandelde spreekwoorden zijn aangewezen onder den naam Ned. Mag., waarachter voor de spreekwoorden, welke in 1864 worden opgegeven, II is geplaatst. 183. p.j. harrebomée. Utrechtsche Spreekwoorden, in den Utrechtschen Volks-Almanak voor 1864, bl. 223-229. Utrecht. bosch en Zoon. kl. 8o. Vervolg in den Utrechtschen Volks-Almanak voor 1865, bl. 136-138. Deze spreekwoorden zijn aangewezen als Harrebomée Utrecht. 184. j.c.k[obus]Ga naar voetnoot(*). Mijne Nieuwjaarswenschen, meestal vervat in Nederlandsche spreekwoorden en spreekwijzen, voorkomende in den Gelderschen Volks-Almanak voor 1864, bl. 92-115. Arnhem. nijhoff en Zoon. kl. 8o. Dat zoovele spreekwoorden van dezen schrijver, die zelf zegt, ze in mijn Spreekwoordenboek gevonden te hebben, op zijnen naam staan, is, omdat een groot deel er van nog door geen' verzamelaar was opgenomen. De spreekwoorden, in deze wenschen bijeengebracht, zijn aangewezen met den naam Kobus. 185. Gemoderniseerde Spreekwoorden, voorkomende in het Humoristisch Album van 1864, bl. 51. Rott. nijgh. 4o. Hoewel de mededeeler dezer Gemoder niseer de Spreekwoorden aan het einde zegt: ‘Ik zou deze serie tot in het oneindige kunnen voortzetten,’ is niets van 'tgeen er staat door hem geleverd; men vindt hier toch, evenals in no. 181, op twee spreekwoorden na, no. 116 terug, ofschoon somtijds genuanceerd; terwijl thans het opschrift zelfs van no. 116 is overgenomen. Over deze Gemoderniseerde Spreekwoorden, aangewezen onder den naam Hum. Album, wordt in 1864 weinig anders gezegd dan in 1838. Het 9e. en 22e. spreekwoord van no. 116 vindt men thans niet. |
|