Een suyverlick boecxken begrypende alle de gheestelicke liedekens
(1617)–Thonis Harmansz. van Wervershoef– Auteursrechtvrij
[Folio D5r]
| |
op de wijse, Waeckt op, waeckt op.WIe wil hooren een gheestelick Liedt,
Hoort toe, ic sal't u singen, ja singen:
Al vande nieuwe Leeraers allegaer
Waer toe sy zijn ghekomen, ja zijn.
Wie nu vast te water ende te broodt,
Ga naar margenoot+Ende gaet sijn vleys nu quellen, ja quellen,
En treckt een hayren kleedt nu aen,
Sy seggen het zijn dwase gesellen, gesellen.
Die nu Godts Moeder veracht
En alle Sancten, Sanctinnen Sanctinnen,
En wie de heylighe daghen veracht
Die voert de dwalinghe inne, ja inne.
Wie nu het vleys sijn wellusten leert
Daer siet men nu na loopen, ja loopen:
En die de penitentie verkeert
Die vintmen by groote hoopen, ja hoopen.
Ga naar margenoot+Christus heeft ons anders gheleert
Zoo d'Apostel heeft beschreven, beschreven,
Hy riep, doet penitentie allegaer,
Trijck der Hemelen sal u genaken, genaken.
Och gaet Wollen ende bervoets
En wilt Godts naem belyden, belyden,
Dus hebben d'Apostelen voor ghedaen,
Met haer willen wy ons verblyden, verblyden.
Al soudt hier kosten vleys en bloedt
En wilt daer op niet achten, ja achten,
Om te verkrijghen dat Hemelsche goedt,
Neemt dit in u ghedachten, ghedachten.
Ga naar margenoot+Ioannes was een heyligh Man,
Hoe gingh hy abstineren, abstineren,
Een Kemels huydt hadde hy aen,
Om ons daer mede te leeren, te leeren,
Wat was synen spijs ende dranck?
| |
[Folio D5v]
| |
Wilt daer seer op achten, ja achten:
Ga naar margenoot+Wilde honich Sprinchanen nam hy ten danc
Neemt dit in u gedachten, gedach.
Ieronimus in die woestijne was
Op steenen ginck hy slapen, ja slapen:
Sijn spijs Gras en Wortelen was:
Waer soude mense nu genaken, genaken?
Ick bid u Christenen al-ghemeyn
Wilt op dit Liedeken achten, ja achten:
Aensiet die nieuwe Leeraers onreyn
Hoe sy dese wercken verachten, verachten.
Maer Christus ons anders leert
Ga naar margenoot+datmen moet biechten en vasten, ja vasten:
Ga naar margenoot+En penitentie vermeert:
Ga naar margenoot+Wacht u voor quade gasten, ja gasten.
Hoort wat Ionas heeft gheseyt
Tot die Ninivyten wtgelesen, ghelesen:
Siet dat ghy u tot penitentie bereyt
Zo wort ghy van God gepresen, gepres.
|
|