Het koekoeksspog(1978)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Kempense lentezang De leeuweriken sprankelen In de champagne die gulpt uit de zon Wij vieren de lente Kleverig van terpentijn Beroesd van ribes en sorbe Ik ben zo goddelijk dat ik weet Dat vinken hun mosnest zouden bouwen In mijn gelaat Dat de wilde kamperfoelie me zou omstrengelen Als ik lang genoeg bleef liggen En dan mensen deze Kempen Van koekoeken die roepen Uit witte meidoorn en essen Van wezels die krijsen En me uitzinnig maken En straks komt zij Rank als een berk Zacht als een wilgeblad En vol nesten Die ik telkens weer ontdek Met huiverende vingers Voor zoveel leven. Vorige Volgende