Mijn benul
(1974)–Jan Hanlo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 142]
| |
Shrike duetsVan Renate R. kreeg ik via Chris van G. naar aanleiding van mijn merelstukjeGa naar eindnoot* in het vorige nr. van bbb (lees daarin ‘onafhankelijk’ i.p.v. ‘onafhandelijk’, 4e regel vanaf eind), een voor mij erg interessant knipsel uit The Observer van 17-10-65. Zeer bedankt. Ik had het over het menselijk idioom van de merelzang. Voor lezers die ook belangstellen in de prestaties van onze gevleugelde onbezoldigde muzikanten citeer ik de verrassende passages uit dit artikel, van een John Davy over bevindingen van een Dr. W.H. Thorpe aangaande een kleine Afrikaanse vogel ‘the tropical bou-bou shrike (boe-boe-klauwier): Bou-bou shrike couples, it has been found, sing elegant and precise duets to each other, which they elaborate with practice. Sometimes a third bird joins in to make a trio. And oddest of all, they seem to favour a thoroughly orthodox Western scale, although without any particular preference about keys shrike duets have been recorded in g-flat and g-sharp major, in d, a-minor, and c. (...) Shrike duets are co-ordinated with a precision which would be a credit to human musicians, when the fìrst bird has completed a phrase, its mate inserts its phrase or note precisely on time, accurate within a few hundredths of a second. The timing is so good that it may be extremely difficult to hear that two birds are in fact producing what sounds like one song. Furthermore, each shrike knows the other's part. When the male flies away, the female will sing the complete duet. The male often reacts strongly to hearing ‘his’ part sung by his wife, and comes flying hurriedly back to | |
[pagina 143]
| |
reclaim his musical place. This shows the strength of the duet as a sexual bond.
Ik wil hierbij aantekenen: het feit dat een derde vogel soms optreedt zou erop kunnen wijzen dat het niet (uitsluitend) om sex gaat maar (ook) om een creatief esthetisch genoegen.
Sometimes, says Dr. Thorpe, a fourth bird may be observed silently listening in. One pair of birds observed near Nairobi sang 12 different duets in a day, while another Kenya pair produced 17. (dit pleit ook voor het artistieke aspect, naast het sexuele.) The songs are pitched in the same range as most human melody, in the two octaves based on middle c. (mijn merel zong toevallig ook in c, waar ik in bbb 42 de aandacht op gevestigd heb boven het notenschrift.) We fìnd the birds using a familiar musical tonal systemina strikingly ‘orthodox’ manner. (...) Why the bou-bou shrike is Westernised, and indeed why it uses a recognisable scale at all, still needs much research.
Inderdaad. |
|