Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Zijdelings het poëziefestival Ze kan heel weinig, maar als zij binnenrijdt verandert de zaal. Plotseling luister je slordig naar de gedichten die worden voorgelezen. Je gaat na of je haar naam nog weet. Je hebt onthouden: het hulpmiddel dat het hulpmiddel nauwelijks geluid maakt dat het hulpmiddel met een vinger te bedienen is hoe zij erin zit. Jij die ik liever geen ik noem hebt haar naam niet onthouden en dat ze gaat waarheen ze wil wel ziet hoe het loopt en houdt van (bijvoorbeeld gedichten of koffie). Verwaarloosde woorden vallen uit hun gedichten en dat je wat mist vergroot je onzekerheid en je paniek (zoals: moet je haar negeren of moet je juist koffie voor haar halen, maar hoe moet ze die dan drinken?) Als je dan eindelijk de kracht vergaart om haar te begroeten, zie je dat ze volledig opgaat in de poëzie, zich van geen gedicht de woorden laat ontglippen (in tegenstelling tot iemand anders hier aanwezig) en net als iedereen op zoek is naar de volmaakte zin al kan ze die niet opschrijven of uitspreken, maar wie wel. Vorige Volgende