526 Wyttenbach, Daniel Albert
Bern, 7 augustus 1746 - Oegstgeest, 17 januari 1820
Wyttenbach studeerde eerst theologie in Marburg, waar zijn vader hoogleraar was, en daarna oude talen in Göttingen. In 1770 kwam hij nog als student naar Leiden, maar reeds een jaar later werd hij hoogleraar in de letteren en wijsbegeerte aan het Remonstrants Seminarium in Amsterdam. In 1779 werd hij hoogleraar in de wijsbegeerte aan het Athenaeum Illustre. Zes jaar later nam hij bovendien Grieks, Latijn, vaderlandse en algemene geschiedenis voor zijn rekening. Tenslotte vertrok hij in 1799 als hoogleraar naar Leiden. Wyttenbach gaf vele klassieke teksten uit.
a Oratio de viet efficacia historiae ad studium virtutis. Amstelodami 1785 [55 pp.; 4o]; in: D.A. Wyttenbach, Opuscula ... 2 tom. Lugduni Batavorum/Amstelodami 1821, I, 184-215.
b Praefatio, in: εκλογαι ιστορικαι Selecta principum historicorum. Herodoti, Thucydidis, Xenophontis, Polybii, illustres loci. Plutarchi vitae Demosthenis et Ciceronis. Amstelodami 1794 [38 pp. aparte paginering; 8o]; Lugduni Batavorum 1808, 1820; in: D.A. Wyttenbach, Opuscula ... 2 tom. Lugduni Batavorum/Amstelodami 1821, I, 229-265; Lugduni Batavorum 1824.