484 Velde, Abraham van de
(Antwerpen?), 1614 - Middelburg, 7 juni 1677
Er werd in 1634 een twintigjarige Abrahamus van den Velden, afkomstig uit Antwerpen, ingeschreven in Leiden als student in de theologie. Na zijn studie stond hij eerst als predikant in Zevenhoven (1640), daarna nog in Schoonhoven (1640) en Utrecht (1651-1660). Uit deze stad werd hij verbannen omdat hij vanaf de kansel het feit hekelde, dat de inkomsten van de voormalige kapittelgoederen aan de geseculariseerde colleges van kanunniken werden uitbetaald en niet aan de kerk. Hij vertrok naar Zeeland, waar hij als voetiaans predikant werkzaam was in Arnemuiden (1661) en Middelburg (vanaf 1663). In 1675 werd zijn verbanning door toedoen van Willem III vernietigd.
a De wonderen des alder-hooghsten, ofte aenwijsinge vande oorsaecken, wegen, en middelen, waer door de Geunieerde Provintien, uyt hare vorige onderdruckinge soo wonderbaerlijck, tegen vermoeden van de heele wereldt, tot soo grooten macht, rijckdom, eere, en onsaggelijckheydt zijn verheven; gelijck deselve in verscheyden voorname historie-schrijvers voorkomen, en tot noodigh gebruyck, en verscheyden nuttigheden, na dese tijdts ghelegentheydt by een vergadert zyn. Middelburg 1668 [...pp.; ...o], 1669; Amsterdam 1677, 1707, 1733, 1740, 1751, 1765; Utrecht 1855, 1897, P. Zandt, ed. 1949.