Comitum privilegia gratiosa. Regimen politicum, ecclesiasticum, oeconomicum, militare et scholasticum. Tum studia incolarum in quavis facultate et arte, et plura id genus. Lugduni Batavorum 1647 [315 pp.; 4o] - Nijhoff/Van Hattum, 275.
Harlemias, ofte om beter te seggen, de eerste stichtinghe der stadt Haerlem, het toe-nemen en vergrootinge der selfden; hare seltsame fortuyn en avontuer in vrede, in oorlogh, belegeringe, harde beginselen van d'eerste Reformatie, politique raedtslagen, scheuringhe in de kercke, de tijden van Lycester, oude keuren, gunstige privilegien van graven, regeeringe in de politie soo hooghe als leeghe, in 't kerckelijcke, militaire, scholastijcke, de oeffeninghe van de ingheseten, in alle wetenschap, kunst ende gheleertheydt, neeringhe en hanteringe, en wat dies meer is. Haarlem 1648, 1754 (‘vermeerdert met historiesche aantekeningen tot den jaare 1750’); Amsterdam 1765 - Nijhoff/Van Hattum, 276-278.
Een door Schrevelius zelf vervaardigde vertaling.