nevens de oorsprongk dezer gewoontens, en der zelver overeenkomst met die van andere volken. 3 dln. Rotterdam 1732-1735 [562 + 555 + 612 pp.; 8o].
In samenwerking met C. van Alkemade (zie: 9, g).
d De oorsprong, 't begin, de voortgang, en 't einde van het geregtelyk kampen, mitsgaders van de duëllen, in: C. van Alkemade, Behandeling van 't kamp-regt; d'aaloude en opperste regts-vorderinge voor den Hove van Holland, onder de eerste graaven. De derde druk, meer dan de helft vermeerderd ... Rotterdam 1740, 399-490 [8o] (zie: 9, b).
e Histori van het notarisschap. Behelzende den oorsprong, 't begin, en den voortgang van het notarisschap, kancellierschap, sekretarisschap, griffierschap, klerkschap, enz. byzonder in de Nederlanden, enz. Mitsgaders de Engelsche praktyk ... Rotterdam 1745 [745 pp.; 8o].
f Katwyksche, Rynsburgsche, en andere Nederlandsche oudheden, uit egte en meest al ongedrukte bescheiden te zamen gesteld en beschreeven..., in: A. Pars, Catti aborigines Batavorum. Dat is: de Katten de voorouders der Batavieren, ofte de twee Katwijken, aan See en aan den Rijn ... Leiden/Amsterdam 1745, 405-604 [8o] - Nijhoff/Van Hattum, 241 (zie: 375, b).
g De aloude vryheid, staatsregeering, en wetten der Batavieren; vergeleeken met die van laater tyden. Vertoonende I. De Batavieren, als een vry volk, onder hunne eige overheden, en wetten. II. Hollands krygshoofden, en graaven, aangesteld door 's lands Staaten, en niet door koningen der Franken. III. Holland geen wettig leen van het Fransche, nog Duitsche ryk geweest zynde, nog van het bisdom van Utrecht. IV. Hollands Staaten, vertogen, plakaaten, historischryvers, Dousa*, de Groot*, Merula*, Vossius*, Scriverius*, V. Leeuwen*, Matthaeus*, Van Alkemade*, enz. nevens het algemeen gevoelen, verdeedigd tegen de beschuldigingen van mr. G. van Loon*. V. De Histori van Kolyn, als eerste ontdekt, en verklaard door K. van Alkemade, dog sedert zeer gebrekkelyk uitgegeeven. VI. Mitsgaders Hollands tiendregt, enz. Rotterdam 1746 [679 pp.; 8o].