417 Salmasius, Claudius
Sémur-en-Auxois (Frankrijk), 15 april 1588 - Spa, 3 september 1653
Salmasius studeerde vanaf 1604 letteren bij Casaubon in Parijs. In 1608 ging hij naar Heidelberg en na afsluiting van zijn studie werd hij advocaat bij het parlement in Dijon. Toen reeds begon zijn filologisch werk en zijn produktie van gedichten. Sinds 1623 verbleef hij in Grigny bij Parijs. Intussen bekwaamde hij zich in de kennis van vele talen, waaronder ook de oosterse. In 1632 kwam hij op uitnodiging naar Leiden waar hij zich bezig hield met ‘antiquiteyten ende historien’. Frederik Hendrik haalde hem over het hieronder vermelde boek samen te stellen. Salmasius onderhield goede contacten met Descartes en minder goede met de rivaliserende D. Heinsius*. Het gelukte de Franse koning noch Christina van Zweden hem aan het hof te verbinden.
a De re militari Romanorum liber. Opus posthumum. Lugduni Batavorum 1657 [243 pp.; 4o].
Met een voorwoord van G. Hornius*, die waarschijnlijk de druk bezorgde.