Repertorium van geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800
(1990)–Eco Haitsma Mulier, Anton van der Lem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 342]
| |
onder de naam Reeffzen in aan de Leidse universiteit, die hij in 1607 als Reefsenius voor die van Franeker verwisselde. Hier studeerde hij theologie en bovendien oosterse talen en Hebreeuws. Van 1610 tot 1612 reisde hij door Frankrijk, waarna hij in 1614 predikant te Deventer werd. Hij trad op als voorzitter van de provinciale synode en spande zich in voor de oprichting van het Athenaeum Illustre in Deventer. Tenslotte werd hij regent van het Statencollege in Leiden (1641). Hij was contraremonstrants gezind en verzette zich tegen de leer van Descartes.
a Historia pontificum Romanorum, contracta, et compendio perducta usque ad annum aerae Christianae MDCXXXII. Amstelodami 1632 [322 pp.; 8o].
b Historia vitae, doctrinae, ac rerum gestarum Davidis Georgii Haeresiarchae. Conscripta ab ipsius genero Nicolao Blesdikio. Nunc primum prodit in lucem ex musaeo Iacobi Revii. Daventriae 1642 [189 pp.; 8o].
c Joannis Pistorii Woerdenatis, ob Evangelicae veritatis assertionem apud Hollandos primo omnium exusti, martyrium. Descriptum a Guilielmo Gnaphaeo Hagiensi, tunc temporis in eundem cum beato martyre carcerem conjecto. Nunc autem e manuscripto editum a Jacobo Revio. Lugduni Batavorum 1649 [168 pp.; 8o], 1650.
De eerste Hollandsche martelaer, ofte historie van het liiden ende de doodt aengedaen Jan de Backer, geboortigh van Woerden, om de belijdenisse van de Evangelische waerheyt in 's Gravenhage verbrandt, in den jare 1525. Eerst in 't Latijn beschreven door Guilielmum Gnaphaeum, met den selven martelaer in eene gevangenisse gelegen hebbende. Leiden 1652, 1657, 1858.
d Daventriae illustratae, sive historiae urbis Daventriensis, libri sex. Perducti usque ad annum a nato Christo MDCXLI. Quibus etiam non pauca quae ad universam Transisalaniam, et regiones finitimas spectant, per occasionem edisseruntur. Lugduni Batavorum 1650 [788 pp.; 4o], 1651. | |
LiteratuurVan der Aa, XVI, 284-287; BLGNP, III, 300-304; NNBW, VI, 1174-1176; E.J.W. Posthumus Meyjes, Jacobus Revius, zijn leven en werken (Amsterdam, 1895); B. van 't Hof, ‘De levensloop van Jacobus Revius als geschiedschrijver van Deventer en Overijssel’, Verslagen en mededeelingen van de vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis, LIII (1937) 1-38; K. Sybranda, ‘Jacobus Revius, theoloog, wijsgeer, dichter, historieschrijver onder meer predikant te Zeddam, Aalten en Winterswijk’, De Graafschap, VI (1958) 256-272. |
|