375 Pars, Adrianus
's-Gravenhage, 14 oktober 1641 - Katwijk, 29 maart 1719
Pars ging in 1658 in Leiden studeren, eerst filosofie, later theologie. Sinds 1671 was hij predikant in Katwijk en verdiepte hij zich in de oude geschiedenis van die plaats en van Rijnsburg. Voorts schreef hij tal van gelegenheidswerken.
a Eenige bewijsen van de oudheid der Katwijken, uit voortreffelijke schrijvers, in: Keten van heerlijkheden ter eeren vande verheerlijkte Messias ... Leiden 1688, 439-448 [8o].
b Catti aborigines Batavorum. Dat is: de Katten de voorouders der Batavieren, ofte de twee Katwijken, aan See en aan den Rijn. Met de huisen te Britten en Sand. Uit de beste schrijvers, en met kopere plaatkens opgehelderd. En van wegen de naheid van stoffe en plaatsen, de gedenkwaardigheden van het dorp en abdije van Rijnsburg. Leiden 1697 [457 pp.; 8o]; Leiden/Amsterdam 1745 - Nijhoff/Van Hattum, 240-241.
De laatste druk werd vermeerderd met: Katwyksche, Rynsburgsche, en andere Nederlandsche oudheden, uit egte en meest al ongedrukte bescheiden te zamen gesteld en beschreeven door P. van der Schelling, 405-604 (zie: 425, f).