360 Oosten de bruyn, Gerrit Willem van
Amersfoort, 17 oktober 1727 - Amersfoort, 16 juli 1797
Gerrit Willem de Bruyn, die zich bovendien naar zijn moeder Van Oosten noemde, schreef zich in 1748 te Utrecht in als student in de rechten en promoveerde er in hetzelfde jaar. Hij vestigde zich in Haarlem maar had kennelijk geld genoeg om geen praktijk te hoeven houden en wijdde zich onder andere aan de geschiedenis. Het Haarlemse stadsbestuur belastte hem met het schrijven van een stadsgeschiedenis, waarvoor hij toegang kreeg tot de archieven. Het eerste deel van zijn werk verscheen in druk, het tweede deel berust in handschrift in het Haarlemse Gemeentearchief. Na de restauratie van de stadhouder in 1787 werd Van Oosten de Bruyn door Willem V tot raad in de vroedschap benoemd en in 1789 en 1790 was hij tevens burgemeester. Bij de omwenteling van 1795 werd De Bruyn ontslagen en trok hij zich terug op zijn buiten bij Amersfoort.
a Vita Hadriani Junii*, Hornani, medici eruditissimi. Ex epistolis illius familiaribus, alliisque monumentis, quidquid eo pertinet, in: J.Ph. d'Orville*, ed., Miscellaneae observationes criticae novae in auctores veteres et recentiores. 12 tom. Amstelaedami 1740-1751, XII, 390-434 [8o].
b De stad Haarlem, en haare geschiedenissen, in derzelver opkomst, aanwas, vergrootingen, en lot-gevallen, uit d'oudste gedenk-stukken, en eigene stads-registers, nagespoord en beschreeven. Haarlem 1765 [341 pp.; fo] - Nijhoff/Van Hattum, 54.