280 Kruyff, Jan de
Leiden, 11 oktober 1753 - 's-Gravenhage, 24 december 1821
In 1767 werd De Kruyff ingeschreven aan de Leidse universiteit. Zijn theologiestudie werd echter afgebroken omdat hij na het overlijden van zijn vader diens bedrijf moest gaan leiden. Na 1795 werd hij lid van het Leidse gemeentebestuur en vervolgens van het Comité departementaal van koophandel, zeevaart en fabrieken. In 1801 ging hij deel uitmaken van de raad van Binnenlandse Zaken. De komst van raadpensionaris Schimmelpenninck bracht voor hem ontslag, maar van 1808 tot 1811 was hij weer wethouder van Leiden en van 1811 tot 1819 vrederechter. De Kruyff sloot zich aan bij enkele letterkundige genootschappen en publiceerde ook poëzie.
a Leven van Sybrand Feitama, in: Leven der Nederlandsche dichteren en dichteressen, uitgegeeven door het Genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Eerste deel (niet verder verschenen). Leiden 1782 [24 pp.; aparte paginering; 8o].
b Leven van Arnold Hoogvliet, in: Leven der Nederlandsche dichteren en dichteressen, uitgegeeven door het Genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Eerste deel (niet verder verschenen). Leiden 1782 [93 pp.; aparte paginering; 8o].