Repertorium van geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800
(1990)–Eco Haitsma Mulier, Anton van der Lem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |
1748 te Leiden en nog eens in 1752 in Groningen, nu in de wiskunde. Intussen was hij als predikant benoemd in Lillo en vervolgens in Veere. Hij was betrokken bij het vervaardigen van een nieuwe psalmberijming en was lid van geleerde genootschappen. In 1778 vertrok hij naar Indië.
a Verhandelinge over de prophetische historie, in: Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, II (1771) 361-412 [8o].
b Kerkelyke historie van het psalm-gezang der Christenen, van de dagen der apostelen af, tot op onzen tegenwoordigen tyd toe; en inzonderheid van onze verbeterde Nederduitsche psalmberyminge: uit echte gedenkstukken saamgebracht. 2 dln. Amsterdam 1777-1778 [496 + 519 pp.; 4o].
c Eene Javaansche historie Sadjara Radja Djawa, in: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap, der konsten en wetenschappen, I (1779) 138-172 [8o] (met een inleiding van Van Iperen op 134-137), 1781, 1820, 1825; II (1780) 262-288 [8o], 1784, 1821, 1826; III (1781) 185-202 [8o], 1787, 1822.
d Verhandeling over de historie-kennis, in: Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap, der konsten en wetenschappen, II (1780) 1-61 [8o], 1784, 1821, 1826. | |
LiteratuurVan der Aa, IX, 27-32; NNBW, IV, 799-800; H.A.M. Snelders, ‘Het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen in de periode 1778 tot 1816’, Documentatieblad werkgroep achttiende eeuw, no. XLI-XLII (1979) 62-90; W.W. Mijnhardt, ‘Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1765-1794’, Archief Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, (1985) 1-94. |
|