219 Herlein, J.D.
Van Herleins leven is weinig bekend. Blijkens de opdracht van zijn boek aan Paul van der Veer verbleef Herlein tijdens diens gouverneurschap in Suriname. Uit het voorbericht tot de lezer mogen we afleiden dat Herlein een Fries was, want hij verontschuldigde zich voor mogelijke ‘schrijf-feilen’: ‘wijl mogelijk het Friesche accent met het Hollands niet over-een-komende zijn zal’. Waarschijnlijk stamde hij uit een hugenotenfamilie die in Friesland verzeild raakte. Herleins boek verscheen onder zijn initialen J.D. HL. te Leeuwarden, maar de doop-, trouwen begraafboeken in het Gemeentearchief aldaar boden geen nadere gegevens over hem. Wel verkreeg op 13 december 1709 een Jean Herlein, geboren in Amsterdam, het burgerrecht van Leeuwarden.
a Beschryvinge van de volk-plantinge Zuriname: vertonende de opkomst dier zelver colonie, de aanbouw en bewerkinge der zuiker-plantagien. Neffens den aard der eigene natuurlijke inwoonders of Indianen; als ook de slaafsche Afrikaansche Mooren; deze beide natien haar levens-manieren, afgoden-dienst, regering, zeden, gewoonten en dagelijksche bezigheden. Mitsgaders een vertoog van de bosch-grond, water- en pluim-gediertens; de veel vuldige heerlyke vrugten, melk-agtige zappen, gommen, olyen, en de gehele gesteltheid van de Karaïbaansche kust. Leeuwarden 1718 [262 pp.; 4o] (twee drukken).