210 Havart, Daniel
Amsterdam, (29 december 1650?) - Rotterdam, tussen 4 en 10 juni 1724
Na een onvoltooide letterenstudie in Utrecht vertrok Havart in 1671 uit Zeeland naar Oost-Indië. Vandaar trok hij naar de Coromandelkust in India. Hij woonde in Paliacatta, Masulipatnam en was in 1679 ‘cassier en bediender der pakhuyzen’ in Golconda (bij Haiderabad). In 1685, toen zijn boek reeds nagenoeg voltooid was met de voorlopige titel Beschrijving van Coromandel, keerde hij in de Republiek terug en vestigde zich in Utrecht. In 1691 schreef hij zich in aan de universiteit aldaar en promoveerde in de medicijnen op de analyse van een ziekte, waaraan hij zelf ook had geleden. Vanaf 1703 was hij als arts in Rotterdam gevestigd. Havart vertaalde Ovidius en verzamelde talrijke grafschriften.
a Op-en ondergang van Cormandel in zijn binnenste geheel open, en ten toon gesteld. Waar in nauwkeurig verhandeld word een ware en duydelijke beschrijving van alles, wat op Zuyder, en Noorder Cormandel, zo in steden, dorpen, vlekken, rivieren, gebergtens, enz. aanmerkens waardig te zien is. Als mede de handel der Hollanders, op Cormandel, met een beschrijving aller logien van de E: Compagnie op die landstreek. Ook op- en ondergang der koningen, die zedert weynige jaren, in Golconda, de hoofd-stad van Cormandel geregeerd hebben ... Amsterdam 1693 [232 + 242 + 94 pp.; 4o].