204 Hamconius, Martinus
Follega (prov. Friesland), (1550?) - (?), 1620
Hamconius koos de zijde van de Spaanse koning en de katholieke kerk en moest daarom toen de opstandelingen de overhand kregen zijn functies van substituut-grietman van Lemsterland en grietman van Doniawerstal opgeven. Hij vertrok naar het nog door de Spanjaarden beheerste gedeelte der Nederlanden, maar moest met dezen vesting na vesting verlaten (Steenwijk, Groningen, Lingen, Doetinchem). Misschien maakte hij van het Twaalfjarig Bestand gebruik om naar zijn geboorteland terug te keren.
a Frisia seu de viris rebusque Frisiae illustribus. Libri duo. Monasterii Westph. 1609 [174 pp.; 4o]; Franekarae 1620 (herz. en verm.); Amsterdam 1623.
b Verthoninghe der coninghen bisschoppen princen potestaten heeren ende graven van Frieslant met de gedenckweerdichste saecken van haer soo buyten als binnenslants gedaen van aenbegin tot den iaere MDCXVII. Franeker 1617 [in plano]; M. de Haan Hettema, ed., in: De Vrije Friesch, III (1844) 336-410 [8o].