Republiek was hij voorzitter van de vergadering der provisionele representanten van Holland. Tevens werd hij lid van het comité voor Oost-Indische zaken. Als vurig unitariër was hij in 1798 lid van het Uitvoerend Bewind. Na de staatsgreep van dat jaar werd hij gevangen gezet en berecht, maar amnestie volgde snel. Na jaren als journalist werkzaam te zijn geweest werd hij tenslotte redacteur van de nieuwe staatscourant (1805).
a Beknopt tijdrekenkundig begrip der algemeene geschiedenis, van Constantinus den Grooten af, tot op den tegenwoordigen tyd. Eerste deel. Amsterdam 1783 [344 pp.; 4o].
Niet verder verschenen.