g De Mercurii, Harpocratis aliisque Romanorum sigillis ad Neomagum erutis et inscriptionibus antiquis Gisberti Cuperi* epistolae ex autographis editae. Neomagi 1784 [43 pp.; 8o].
h Chronijk van de stad der Batavieren ... door Johannes Smetius vervolgd tot den jaare MDCCLXXXV. Nijmegen [1785] [272 pp.; 8o] (zie: 446, c), en Handvesten en onuitgegeevene charters behoorende tot de beschrijving en Chronijk van Nijmegen, en vervattende eenige der aldaar vermelde voortreffelijke vrijheden en voorrechten, door de roomsch-keiseren en koningen, mitsgaders heeren, graaven, hertogen enz. aan de stad en burgerije van Nijmegen verleend: met een lijst van handvesten en gunstbrieven door de Frankische koningen en roomsch-keiseren gegeeven op den Burg of het Valkhof te Nijmegen; en van eenige aldaar voorgevallene en door hun verhandelde zaaken. Nijmegen [1785] [338 pp.; 8o] - Nijhoff/Van Hattum, 285.
Anoniem verschenen. Vanaf p. 149 is de Chronijk het werk van In de Betouw.
i Vertaaling en korte uitlegging van de opschriften op altaaren en gedenk-steenen der Romeinen, binnen en omtrent Nijmegen uitgegraaven, en op het raadhuis aldaar geplaatst. Nijmegen 1787 [104 pp.; 8o].
Anoniem verschenen.
j Vervolg der handvesten van Nijmegen en andere onuitgegeevene charters, bij de opening van den blok ontdekt; met een bijvoegzel, betrekkelijk tot de convents- of algemeene landdagen, door de Frankische koningen en door de Duitsche keiseren gehouden te Nymegen. Nijmegen 1789 [181 pp.; 8o].
Anoniem verschenen.
k Annales Noviomagi, oppidi olim Batavorum, hodie primariae Gelrorum civitatis. Noviomagi 1790 [244 pp.; 8o].
Anoniem verschenen.
l Byvoegzel tot de Annales en Chronijk van Nijmegen uit de rekenboeken en guedesdagboeken. Nijmegen 1792 [47 pp.; 8o].
Anoniem verschenen.
m Iets betreffende de gevondene oudheden op de Winseling, Lennepe-kamer, en den Roomschen Voet; benevens eene vertaaling en uitlegging van een grafsteen van P. Cornelius Licinius, bij het ontblooten der grondslagen van den burgt ontdekt. Nijmegen 1802 [43 pp.; 8o].
n Lotgevallen en eindelyke ondergang van den van ouds alom vermaarden burgt binnen Nymegen, gevolgd door: Byvoegsel tot de lotgevallen van den gewezen burgt te Nijmegen betreffende de aloude capellen aldaar. Nijmegen [1804] [78 + 24 pp.; 8o].
o Nijmegen verdeeld in wijken, straaten, steegen en streeken boven en beneden de