Repertorium van geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800
(1990)–Eco Haitsma Mulier, Anton van der Lem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Groningen. Omdat hij teveel dronk werd hij in 1644 oneervol ontslagen en verloor hij zijn burgerrecht. Bovendien waren er beschuldigingen van onkerksheid. Eerherstel volgde in 1650 en hij kreeg zijn burgerrecht terug. In 1653 werd hij door de gezworen gemeente in de raad herkozen. Twee jaar later werd hij gecommitteerde ter Admiraliteit in Harlingen.
a Der Old-ambten dependentie, van de stadt Groningen; ofte deductie, bethonende dat die van d'Oldambten ondenckelijcke tijden hebben onmiddelbaerlijck gedependeert van de regeringe der voorsz. stadt. Groningen 1643 [113 pp.; fo].
b De pilaren, ende peerlen van Groningen; tractaet bethonende waer op de welvaert van die stadt is staende, ende waerdoor zy meest is geciert. Groningen 1648 [84 + 22 pp.; 4o], 1710, 1750.
c Dissertatie, of-men moge schryven van republycquen? Groningen 1648 [20 pp.; 4o], 1649, 1750.
d Historische lof-rede, ter eere van Groningen. Groningen 1650 [191 pp.; 12o], 1710, 1750 - Nijhoff/Van Hattum, 3. | |
LiteratuurVan der Aa, I, 209-210; NNBW, I, 93; Waterbolk, Friese geschiedschrijving; P.G. Bos, ‘Bernhard Alting’, Groningsche volksalmanak voor het jaar 1905 (Groningen, 1904) 76-114. |
|