Literatuur
Van der Aa, I, 129-131; NNBW, IV, 17-20; J.D.M. Comelissen, ‘Het pessimisme en de waarheidsliefde van Lieuwe van Aitzema’, Historisch tijdschrift, XX (1941) 5-19; idem, ‘Lieuwe van Aitzema en Hugo de Groot’, Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden, I (1946) 47-71, beide ook in: idem, De eendracht van het land. Cultuurhistorische studies over Nederland in de zestiende en zeventiende eeuw. E.O.G. Haitsma Mulier, A.E.M. Janssen, ed. (Amsterdam, 1987) 141-165; H. Ss. Miedema, ‘Lieuwe van Aitzema’, It Beaken, IX (1947) 83-91; J.J. Poelhekke, Enkele aantekeningen over Lieuwe van Aitzema (Mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Academie van wetenschappen, nieuwe reeks XXIII, no. 15; Amsterdam, 1960); P. Geyl, ‘Aitzema, de kroniekschrijver en nieuwsleverancier’, Vrij Nederland, 4 maart 1961, in: idem, Figuren en problemen (2 dln.; Amsterdam, 1964) II, 38-45 en in: idem, Verzamelde opstellen (4 dln.; Utrecht/Antwerpen, 1978) III, 110-118; C.S.M. Rademaker, ‘Een bekeringsbericht uit 1656, de godsdienstige overtuiging van Lieuwe van Aitzema’, Archief voor de geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland, X (1968) 208-224; Proeven van Lieuwe van Aitzema. Opstellen voortgekomen uit een werkcollege onder leiding van Dr. E.H. Waterbolk, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen (Ljouwert/Leeuwarden, 1970); J.J. Poelhekke, ‘Lieuwe van Aitzema’, in: P.A.M. Geurts, A.E.M. Janssen, ed., Geschiedschrijving in Nederland. Studies over de historiografie van de Nieuwe Tijd (2 dln.; 's-Gravenhage, 1981) I, 97-114; H.H. Rowen, ‘Lieuwe van Aitzema. A soured but knowing
eye’, in: Ph. Mack, M.C. Jacob, ed., Politics and culture in early modern Europe. Essays in honour of H.G. Koenigsberger (Cambridge, 1987) 169-182; G. van der Plaat, ‘Lieuwe van Aitzema's kijk op het stadhouderschap in de Republiek (1652-1669) en de crisis van 1650’, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, CIII (1988) 341-372.
J.D.M. Cornelissen, ed., ‘Brieven van Aitzema in het archief der Brusselsche nuntiatuur’, Bijdragen en mededeelingen van het Historisch Genootschap, XLI (1928) 128-186.