Verzameling van bruilofts-versjes(ca. 1838)– Hagen– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 38] [p. 38] [Wanneer de min een jeugdig paar] Wijze: On doit saixante-mille francs. Of: De wereld is in rep en roer. Wanneer de min een jeugdig paar Geleid heeft naar het echtaltaar, Om zamen daar te trouwen (bis.) Dan volgt doorgaans een gul onthaal Van vrienden, op een deftig maal: Dit noemt men bruiloft houên (bis.) Dit is een loffelijk gebruik Bij 't treden in de huwelijksfuik: Men zou slechts daarom trouwen (bis.) Maar heeft men 't eten in zijn lijf, En zit men als een stok zoo stijf, Dan is 't geen bruiloft houên (bis.) Het is om te eten niet alleen Dat vriend en maagschap komt bijeen Als jonge lieden trouwen (bis.) Neen, niet genoeg is 't dat men schranst, Er dient gezongen en gedanst: Dat is eerst bruiloft houên (bis.) [pagina 39] [p. 39] Men zing' dus lustig in het rond', En ligt' de beenen van den grond, Wanneer 'er lieden trouwen: (bis.) Hij heeft, die, onder dit gewoel, Stilzitten blijft op zijnen stoel, Het poodje of is verkouwen (bis.) Wel, Bruidegom! al zegt gij niets, Wij weten, 't is ook uw advies: Het zingen voegt bij 't trouwen (bis.) Wij weten, gij verlangt naar bed, Dan hebt gij zaam een grooter pret Dan wij, die bruiloft houên (bis.) 't Staat zeker ook de Bruid wel aan, Dat ze ons verheugd ter reij' ziet gaan Bij 't vieren van haar trouwen; (bis.) Doch 't wordt misschien een weinig laat Voor die graag vroeg naar bed toe gaat: Dat komt van 't bruiloft houên (bis.) Maar, vriendin! inderdaad, ik vrees, Wij zingen onze keelen heesch, En dat zou ons berouwen: (bis.) Men breng' de glazen aan den mond, En drink' ze leêg tot op den grond: Dat hoort bij 't bruiloft houên. (bis). [pagina 40] [p. 40] Uw welzijn, Bruidegom en Bruid! Ons liedje is met ons glaasje uit; Vivat uw beider trouwen: (bis.) Ligt dat we ook nog, als deze keer, Na vijf-en-twintig jaren weêr Hier zilvren bruiloft houên (bis.) Vorige